Return to Video

Hoe de controlefunctie van jouw hersenen werkt -- en hoe je deze kan verbeteren

  • 0:01 - 0:04
    Ik moet jullie iets bekennen.
  • 0:04 - 0:06
    Ik heb pas sinds kort mijn rijbewijs.
  • 0:07 - 0:08
    Het was een lastig traject.
  • 0:09 - 0:12
    En dit had niets te maken
    met een ouder brein.
  • 0:12 - 0:15
    Weet je nog hoe het voelde
    toen je voor het eerst in een lesauto zat?
  • 0:16 - 0:18
    Toen je iedere beslissing nog bewust
    en weloverwogen nam?
  • 0:19 - 0:23
    Na mijn rijlessen was ik
    mentaal steeds compleet uitgeput.
  • 0:23 - 0:26
    Als cognitief wetenschapper
    weet ik dat dit kwam
  • 0:26 - 0:31
    doordat ik veel vroeg van de zogenaamde
    controlefunctie van mijn hersenen.
  • 0:31 - 0:37
    Deze functie maakt het mogelijk
    onze gedachten te bepalen
  • 0:37 - 0:39
    en zo ook onze emoties en acties,
  • 0:39 - 0:41
    om zo bepaalde doelen te bereiken ...
  • 0:41 - 0:42
    zoals het halen van je rijbewijs.
  • 0:43 - 0:46
    We hebben dit nodig
    om gewoonten te doorbreken,
  • 0:46 - 0:49
    impulsen te beheersen en om te plannen.
  • 0:50 - 0:52
    Maar we zijn ons vooral ervan bewust
    als er iets misgaat.
  • 0:53 - 0:57
    Heb je wel eens per ongeluk
    jus d'orange over je cornflakes gegoten?
  • 0:57 - 0:59
    (Gelach)
  • 0:59 - 1:01
    Of zo druk door Facebook gescrold
  • 1:01 - 1:03
    dat je daardoor een afspraak vergat?
  • 1:03 - 1:04
    (Gelach)
  • 1:04 - 1:06
    Wellicht komt dit je bekend voor:
  • 1:06 - 1:09
    van plan zijn boodschappen te doen
    onderweg naar huis,
  • 1:09 - 1:11
    maar in plaats daarvan
    automatisch doorrijden naar huis?
  • 1:11 - 1:14
    (Gelach)
  • 1:14 - 1:16
    Dit soort dingen overkomt iedereen.
  • 1:16 - 1:18
    Vaak noemen we het afwezigheid,
  • 1:18 - 1:19
    maar wat er echt gebeurt,
  • 1:19 - 1:22
    is dat de controlefunctie hapert.
  • 1:24 - 1:28
    Deze functie gebruiken we iedere dag,
    op meerdere vlakken.
  • 1:28 - 1:29
    En in de laatste 30 jaar,
  • 1:30 - 1:33
    hebben onderzoekers ontdekt
    dat dit allerlei goede dingen belooft,
  • 1:33 - 1:35
    voor zowel in de kindertijd als daarna,
  • 1:36 - 1:40
    zoals sociale en academische vaardigheden,
    mentale en lichamelijke gezondheid,
  • 1:40 - 1:42
    geld verdienen, geld sparen
  • 1:42 - 1:44
    en zelfs op vrije voet blijven.
  • 1:44 - 1:46
    Klinkt goed, nietwaar?
  • 1:46 - 1:48
    Het is dan ook niet gek
  • 1:48 - 1:51
    dat onderzoekers zoals ik
    deze zo graag willen leren begrijpen
  • 1:51 - 1:53
    en manieren willen bedenken
    deze te verbeteren.
  • 1:55 - 2:00
    Maar de laatste tijd is een hype ontstaan
    rondom zelfhulp en de controlefunctie.
  • 2:01 - 2:04
    Er wordt gedacht dat deze
    te verbeteren is door middel van apps
  • 2:04 - 2:06
    en computerspelletjes,
  • 2:06 - 2:09
    of door specifieke prikkeling,
    zoals het spelen van een schaakspel.
  • 2:10 - 2:13
    Onderzoekers proberen het
    in het lab te trainen,
  • 2:13 - 2:15
    hopende het te verbeteren --
  • 2:15 - 2:18
    alsook dingen die ermee samenhangen,
    zoals intelligentie.
  • 2:19 - 2:21
    Ik kan je vertellen
  • 2:21 - 2:25
    dat deze manier van kijken
    naar deze functie helemaal verkeerd is.
  • 2:25 - 2:28
    Hersentraining zal de uitvoerende functie
    niet in brede zin verbeteren,
  • 2:28 - 2:32
    omdat deze hiermee
    slechts beperkt uitgeoefend wordt,
  • 2:32 - 2:36
    buiten de context waarin we
    deze daadwerkelijk gebruiken.
  • 2:37 - 2:40
    Ook al beheers je die oefen-app
    op je telefoon volledig,
  • 2:40 - 2:44
    dat zal er nog niet voor zorgen dat je
    geen J d'O meer over je Cheerios giet.
  • 2:44 - 2:45
    (Gelach)
  • 2:45 - 2:47
    Als je de controlefunctie
    écht wil verbeteren,
  • 2:47 - 2:49
    zodat het je leven beïnvloedt,
  • 2:49 - 2:53
    dan zal je de invloed van context
    moeten leren begrijpen.
  • 2:54 - 2:56
    Laat me een voorbeeld geven.
  • 2:56 - 2:58
    Er is een goede test
    die we in het lab toepassen
  • 2:58 - 3:00
    om de functie te meten bij jonge kinderen:
  • 3:00 - 3:03
    de 'dimensionale kaartsortering'.
  • 3:04 - 3:07
    Hierbij moeten kinderen kaarten
    op een bepaalde manier sorteren --
  • 3:07 - 3:09
    bijvoorbeeld op vorm --
  • 3:09 - 3:12
    steeds weer, tot het een gewoonte wordt.
  • 3:12 - 3:14
    Dan wordt hen gevraagd te switchen
  • 3:14 - 3:17
    en dezelfde kaarten
    op een andere manier te sorteren,
  • 3:17 - 3:18
    bijvoorbeeld op kleur.
  • 3:19 - 3:22
    Heel jonge kinderen vinden dit lastig.
  • 3:22 - 3:26
    Drie- en vierjarigen blijven de kaarten
    vaak op de oude manier sorteren,
  • 3:26 - 3:29
    ongeacht hoe vaak je ze eraan herinnert
    wat de nieuwe taak is.
  • 3:30 - 3:33
    (Video) Vrouw: Blauw gaat hierin.
    Rood gaat hierin.
  • 3:33 - 3:35
    Hier heb je een blauwe.
  • 3:35 - 3:37
    Oké, nu gaan we
    een ander spelletje spelen.
  • 3:37 - 3:40
    We gaan niet meer het kleurenspel spelen.
  • 3:40 - 3:42
    Nu gaan we het vormspel spelen.
  • 3:42 - 3:43
    In dit spel
  • 3:43 - 3:46
    moeten alle sterren hierheen
    en alle vrachtwagens hierheen, oké?
  • 3:46 - 3:48
    Sterren hier, vrachtwagens hier.
  • 3:48 - 3:49
    Waar komen de sterren?
  • 3:51 - 3:52
    En de vrachtwagens?
  • 3:52 - 3:54
    Uitstekend.
  • 3:54 - 3:56
    Oké, sterren hier, vrachtwagens hier.
  • 3:56 - 3:57
    Hier is een vrachtwagen.
  • 3:59 - 4:00
    (Gelach)
  • 4:00 - 4:03
    Sterren komen hier,
    vrachtwagens komen hier.
  • 4:03 - 4:04
    Hier is een ster.
  • 4:05 - 4:08
    (Gelach)
  • 4:08 - 4:09
    Het is dus heel boeiend
  • 4:10 - 4:14
    en heel duidelijk wanneer ze faalt
    haar controlefunctie te gebruiken.
  • 4:14 - 4:15
    Maar het zit zo:
  • 4:15 - 4:18
    we kunnen haar trainen
    op deze en soortgelijke taken
  • 4:18 - 4:20
    en uiteindelijk zou ze er beter in worden,
  • 4:20 - 4:21
    maar betekent dat
  • 4:21 - 4:24
    dat daarmee ook haar controlefunctie
    buiten het lab verbetert?
  • 4:24 - 4:28
    Nee, want in de echte wereld
    heeft ze deze functie nodig
  • 4:28 - 4:31
    voor veel meer dan alleen
    wisselen tussen vorm en kleur.
  • 4:31 - 4:34
    Daar moet ze schakelen
    tussen optellen en vermenigvuldigen,
  • 4:34 - 4:37
    of tussen spelen en opruimen,
  • 4:37 - 4:40
    of tussen denken over eigen gevoelens
    en denken aan haar vriendin.
  • 4:40 - 4:42
    En succes in de echte wereld
  • 4:42 - 4:45
    hangt af van dingen
    als hoe gemotiveerd je bent
  • 4:45 - 4:47
    en wat je collega's doen.
  • 4:47 - 4:50
    En het hangt ook af
    van de strategieën die je toepast
  • 4:50 - 4:54
    bij het inzetten van je controlefunctie
    in een bepaalde situatie.
  • 4:55 - 4:58
    Wat ik wil aangeven
    is dat die context er echt toe doet.
  • 4:59 - 5:02
    Laat me je een voorbeeld geven
    vanuit mijn onderzoek.
  • 5:02 - 5:06
    Onlangs heb ik een aantal kinderen
    de klassieke marshmallow-test laten doen,
  • 5:06 - 5:09
    een meting die gaat
    over uitstel van beloning
  • 5:09 - 5:12
    die waarschijnlijk veel
    van de controlefunctie vraagt.
  • 5:13 - 5:15
    Wellicht heb je er al van gehoord,
  • 5:15 - 5:17
    maar kinderen krijgen een keuze.
  • 5:17 - 5:19
    Of ze krijgen nu direct één marshmallow,
  • 5:19 - 5:23
    of ze wachten tot ik in de andere kamer
    meer marshmallows gehaald heb
  • 5:23 - 5:25
    en mogen er dan twee hebben.
  • 5:25 - 5:29
    De meeste kinderen willen heel graag
    die tweede marshmallow hebben,
  • 5:29 - 5:33
    maar de vraag is:
    Hoe lang kunnen ze daarop wachten?
  • 5:33 - 5:34
    (Gelach)
  • 5:34 - 5:38
    Ik heb de test een draai gegeven
    om het effect van context te kunnen zien.
  • 5:39 - 5:42
    Ik vertelde elk kind
    dat ze in een groep zaten,
  • 5:42 - 5:43
    bijvoorbeeld de groene groep,
  • 5:43 - 5:47
    en gaf ze zelfs een groen t-shirt
    om aan te trekken.
  • 5:47 - 5:51
    En ik gaf aan: "Jouw groep
    wachtte op de tweede marshmallow,
  • 5:51 - 5:53
    en de andere groep, de oranje groep,
  • 5:53 - 5:54
    deed dat niet."
  • 5:54 - 5:56
    Of het tegenovergestelde:
  • 5:56 - 5:58
    "Jouw groep wachtte niet op de tweede
  • 5:58 - 6:00
    en de andere groep deed dat wel."
  • 6:00 - 6:02
    Dan liet ik het kind achter in de kamer
  • 6:02 - 6:05
    en hield ik via een webcam in de gaten
    hoe lang ze wachtten.
  • 6:06 - 6:10
    (Gelach)
  • 6:10 - 6:14
    Ik ontdekte dat de kinderen die geloofden
  • 6:14 - 6:16
    dat hun groep wachtte
    op twee marshmallows,
  • 6:16 - 6:19
    zelf ook meer geneigd waren te wachten.
  • 6:20 - 6:24
    Ze lieten zich dus beïnvloeden door
    een groep die ze nooit ontmoet hadden.
  • 6:24 - 6:26
    (Gelach)
  • 6:26 - 6:28
    Best cool, toch?
  • 6:28 - 6:30
    Met deze uitkomst
    wist ik echter nog steeds niet
  • 6:30 - 6:35
    of ze gewoon hun groep kopieerden,
    of dat het dieper ging.
  • 6:35 - 6:37
    Dus ik haalde er meer kinderen bij
  • 6:37 - 6:42
    en na de test liet ik hen foto's zien
    van een tweetal kinderen
  • 6:42 - 6:46
    en vertelde hen: "Een van deze kinderen
    houdt ervan dingen meteen te hebben,
  • 6:46 - 6:48
    zoals koekjes en stickers.
  • 6:48 - 6:49
    Het andere kind wacht graag,
  • 6:49 - 6:52
    zodat het meer van deze dingen krijgt."
  • 6:52 - 6:53
    Vervolgens vroeg ik hen:
  • 6:53 - 6:55
    "Welke van deze kinderen vind je leuker
  • 6:55 - 6:57
    en met wie zou je willen spelen?"
  • 6:58 - 7:02
    Wat ik ontdekte, was dat kinderen
    die geloofden dat hun groep wachtte,
  • 7:02 - 7:05
    een voorkeur hadden voor andere kinderen
    die graag op dingen wachten.
  • 7:06 - 7:10
    Weten wat hun groep deed, zorgde ervoor
    dat ze het wachten meer waardeerden.
  • 7:11 - 7:13
    En niet alleen dat,
  • 7:13 - 7:15
    ze gebruikten de functie waarschijnlijk
  • 7:15 - 7:18
    om strategieën te bedenken
    om het wachten gemakkelijker te maken,
  • 7:18 - 7:22
    zoals op hun handen zitten,
    of zich afwenden van de marshmallow,
  • 7:22 - 7:25
    of een liedje zingen ter afleiding.
  • 7:25 - 7:26
    (Gelach)
  • 7:28 - 7:32
    Dit alles laat zien
    hoeveel context ertoe doet.
  • 7:32 - 7:36
    Het is niet zo dat de één een betere
    controlefunctie had dan de ander,
  • 7:36 - 7:39
    maar de context kan wel helpen
    deze beter in te zetten.
  • 7:40 - 7:44
    Wat betekent dit nou
    voor jou en je kinderen?
  • 7:44 - 7:47
    Laten we zeggen dat je graag
    Spaans zou willen leren.
  • 7:47 - 7:49
    Je zou je context kunnen veranderen
  • 7:49 - 7:53
    en jezelf kunnen omringen
    met anderen die dit ook willen leren
  • 7:53 - 7:56
    en nog beter is het als dit
    mensen zijn die je graag mag.
  • 7:56 - 7:59
    Dan raak je extra gemotiveerd
    je controlefunctie in te zetten.
  • 8:00 - 8:04
    Of laten we zeggen dat je je kind
    wil helpen met haar wiskundehuiswerk.
  • 8:04 - 8:08
    Je zou haar manieren kunnen leren
    voor gebruik van de functie
  • 8:08 - 8:10
    in die specifieke context,
  • 8:10 - 8:13
    zoals het opbergen van haar telefoon
    voordat ze gaat studeren
  • 8:13 - 8:16
    of het inplannen van een beloning
    na een uur studeren.
  • 8:17 - 8:20
    Ik wil niet doen alsof context
    het enige belangrijke is.
  • 8:20 - 8:25
    De controlefunctie is erg complex
    en wordt gevormd door talloze factoren.
  • 8:25 - 8:27
    Maar onthoud wel
  • 8:27 - 8:29
    dat als je je controlefunctie
    wil verbeteren
  • 8:29 - 8:32
    in een bepaald aspect van je leven,
  • 8:32 - 8:34
    zoek dan niet naar snelle oplossingen.
  • 8:34 - 8:35
    Denk na over de context
  • 8:35 - 8:38
    en hoe je je doelen
    belangrijker kan maken voor jezelf;
  • 8:38 - 8:40
    hoe je strategieën kan inzetten
  • 8:40 - 8:42
    om jezelf te helpen
    in die bepaalde situatie.
  • 8:43 - 8:49
    De oude Grieken zeiden dit
    nog het best: "Ken uzelf."
  • 8:49 - 8:53
    En belangrijk onderdeel hiervan
    is weten hoe context jouw gedrag vormt
  • 8:53 - 8:57
    en hoe je deze kennis
    kan inzetten ter verbetering.
  • 8:57 - 8:58
    Dank jullie wel.
  • 8:58 - 9:01
    (Applaus)
Title:
Hoe de controlefunctie van jouw hersenen werkt -- en hoe je deze kan verbeteren
Speaker:
Sabine Doebel
Description:

De controlefunctie van je hersenen gebruik je dagelijks. Deze bepaalt hoe je oplet, plant en je impulsen beheerst. Kun je deze functie ook verbeteren? Cognitieve wetenschapper Sabine Doebel onderzoekt de factoren die van invloed zijn op de controlefunctie van je brein - en hoe je deze functie kunt gebruiken om slechte gewoonten te doorbreken en je doelen te bereiken.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
09:15

Dutch subtitles

Revisions