Return to Video

Waarom statistiek leuk is

  • 0:01 - 0:04
    In 2003
  • 0:04 - 0:06
    voerde de Britse regering een enquête uit.
  • 0:07 - 0:11
    Die enquête mat de rekenvaardigheden
  • 0:11 - 0:12
    van de bevolking.
  • 0:12 - 0:14
    Ze waren geschokt toen ze ontdekten
  • 0:14 - 0:17
    dat van elke 100 volwassenen
    in de beroepsbevolking
  • 0:17 - 0:20
    er 47 nog niet de eenvoudigste
    rekenvaardigheden hadden.
  • 0:21 - 0:25
    'Level 1'-rekenvaardigheden
    in het VK zijn niet echt gevorderd.
  • 0:25 - 0:29
    Het gaat om breuken,
    percentages en decimalen.
  • 0:29 - 0:33
    Dus dit cijfer baarde de regering zorgen.
  • 0:33 - 0:35
    Het beleid werd veranderd,
  • 0:35 - 0:37
    er werden investeringen gedaan
  • 0:37 - 0:40
    en in 2011 voerden ze
    de enquête opnieuw uit.
  • 0:40 - 0:42
    Raad eens wat er met dat cijfer gebeurde?
  • 0:44 - 0:45
    Het was gegroeid naar 49.
  • 0:45 - 0:47
    (Gelach)
  • 0:47 - 0:49
    Toen ik dit cijfer noemde
    in een financieel dagblad,
  • 0:49 - 0:51
    grapte één van onze lezers:
  • 0:51 - 0:55
    "Dit cijfer is alleen een schok
    voor 51 procent van de bevolking."
  • 0:55 - 0:57
    (Gelach)
  • 0:57 - 1:00
    Maar ik geef de voorkeur
    aan de reactie van een leerling
  • 1:00 - 1:04
    toen ik deze informatie
    op een school presenteerde.
  • 1:04 - 1:05
    Ze stak haar hand op en zei:
  • 1:05 - 1:08
    "Hoe weten we dat degene
    die dat cijfer heeft bedacht
  • 1:08 - 1:09
    niet bij die 49 procent hoort?"
  • 1:09 - 1:11
    (Gelach)
  • 1:11 - 1:15
    Er is dus een probleem met rekenen,
  • 1:15 - 1:17
    want dit zijn belangrijke
    levensvaardigheden
  • 1:17 - 1:21
    en voor veel van de veranderingen
    die we deze eeuw willen inbrengen,
  • 1:21 - 1:23
    moeten we beter kunnen
    omgaan met nummers.
  • 1:23 - 1:25
    Dit is niet alleen een Engels probleem.
  • 1:25 - 1:30
    De OESO publiceerde dit jaar cijfers
    over rekenvaardigheden onder jongeren
  • 1:30 - 1:33
    en bovenaan stonden de Verenigde Staten:
  • 1:33 - 1:38
    bijna 40 procent van de jongeren
    in de VS hebben slechte rekenvaardigheden.
  • 1:38 - 1:39
    Engeland staat er ook bij,
  • 1:39 - 1:44
    maar er zijn zeven OESO landen
    met cijfers boven de 20 procent.
  • 1:45 - 1:47
    Dat is een probleem,
    omdat het niet zo hoeft te zijn.
  • 1:47 - 1:49
    Als je helemaal rechts
    in de grafiek kijkt,
  • 1:49 - 1:52
    zie je Nederland en Korea
    onder de 10 procent.
  • 1:52 - 1:57
    Dus er is zeker een probleem
    met rekenvaardigheden om op te lossen.
  • 1:58 - 2:00
    Dit zijn nuttige onderzoeken,
  • 2:00 - 2:06
    maar we lopen het risico
    mensen in te delen in twee categorieën,
  • 2:06 - 2:08
    in twee soorten mensen:
  • 2:08 - 2:12
    zij die goed zijn met cijfers,
    die ermee om kunnen gaan,
  • 2:12 - 2:14
    en zij die dat niet zijn.
  • 2:14 - 2:16
    Wat ik hier vandaag wil zeggen
  • 2:16 - 2:19
    is dat dit een verkeerd onderscheid is.
  • 2:20 - 2:21
    Het is geen onveranderlijk paar.
  • 2:21 - 2:25
    Je hoeft geen fantastische
    rekenvaardigheden te hebben
  • 2:25 - 2:27
    om te genieten van cijfers,
  • 2:27 - 2:30
    en dat moet het uitgangspunt
    zijn van onze reis.
  • 2:30 - 2:35
    En volgens mij kan je
    aan die reis beginnen
  • 2:35 - 2:36
    door te kijken naar statistiek.
  • 2:36 - 2:40
    Ik zal meteen toegeven dat de statistiek
  • 2:40 - 2:41
    een imagoprobleem heeft.
  • 2:41 - 2:42
    (Gelach)
  • 2:42 - 2:44
    Het is het wiskundeonderdeel
  • 2:44 - 2:47
    dat zelfs wiskundigen
    niet echt leuk vinden.
  • 2:47 - 2:51
    Als de rest van de wiskunde
    over precisie en zekerheid gaat,
  • 2:51 - 2:53
    is statistiek het tegenovergestelde.
  • 2:54 - 2:58
    Ik ben zelf ook pas later bekeerd
    tot de wereld van statistiek.
  • 2:58 - 3:01
    Als je aan mijn docenten zou vragen
  • 3:01 - 3:05
    in welke twee vakgebieden
    ik het minste zou gaan uitblinken,
  • 3:05 - 3:08
    hadden ze gezegd:
    statistiek en programmeren.
  • 3:08 - 3:11
    En toch sta ik hier,
    met statistische grafieken,
  • 3:11 - 3:12
    zelf geprogrammeerd.
  • 3:13 - 3:14
    Waardoor ben ik zo veranderd?
  • 3:15 - 3:18
    Waarom vond ik statistiek
    ineens interessant?
  • 3:18 - 3:20
    Het komt omdat statistiek
    echt over ons gaat.
  • 3:21 - 3:23
    Als je naar de etymologie
    van 'statistiek' kijkt,
  • 3:23 - 3:26
    is het de wetenschap van de gegevens
  • 3:26 - 3:29
    van de staat of de gemeenschap
    waar wij in leven.
  • 3:29 - 3:32
    Dus statistiek gaat over ons als groep,
  • 3:32 - 3:34
    niet over ons als individuen.
  • 3:34 - 3:35
    Omdat we sociale dieren zijn,
  • 3:35 - 3:39
    delen we deze fascinatie
    voor hoe we in de groep passen,
  • 3:39 - 3:40
    hoe we met anderen omgaan.
  • 3:41 - 3:44
    En statistiek is het krachtigst
  • 3:44 - 3:45
    als het verrassend is.
  • 3:45 - 3:49
    En er zijn meerdere
    fantastische enquêtes uitgevoerd
  • 3:49 - 3:50
    door Ipsos MORI, de afgelopen jaren.
  • 3:50 - 3:53
    Één enquête onder
    1.000 volwassenen in het VK
  • 3:53 - 3:57
    stelde de vraag:
    "Van elke 100 mensen in Engeland en Wales,
  • 3:57 - 3:59
    hoeveel daarvan zijn moslim?"
  • 3:59 - 4:02
    Het gemiddelde antwoord in deze enquête,
  • 4:02 - 4:05
    wat representatief zou moeten zijn
    voor de hele bevolking, was 24.
  • 4:05 - 4:09
    Dat dachten mensen.
  • 4:09 - 4:12
    Britse mensen denken
    dat 24 van elke 100 mensen moslim zijn.
  • 4:12 - 4:17
    Officiële cijfers laten zien
    dat het er ongeveer 5 zijn.
  • 4:18 - 4:22
    Er is dus een groot verschil
    tussen wat we denken, onze perceptie,
  • 4:22 - 4:24
    en de statistische realiteit.
  • 4:24 - 4:25
    Ik vind dat interessant.
  • 4:25 - 4:29
    Waar komt deze misvatting vandaan?
  • 4:29 - 4:31
    Ik was zo blij met deze enquête
  • 4:31 - 4:35
    dat ik ze gebruikte in presentaties.
    Ik verwees er constant naar.
  • 4:35 - 4:36
    Ik gaf een presentatie
  • 4:36 - 4:38
    op St. Paul's School for Girls
    in Hammersmith,
  • 4:38 - 4:40
    en ik had net zo'n publiek als nu,
  • 4:40 - 4:44
    behalve dat het bestond
    uit meisjes uit de bovenbouw.
  • 4:44 - 4:47
    En ik zei: "Meiden,
  • 4:48 - 4:52
    hoeveel tienermeisjes denken jullie
    dat het Britse volk denkt
  • 4:52 - 4:54
    dat er elk jaar zwanger worden?"
  • 4:54 - 4:57
    En de meisjes kregen
    bijna een beroerte toen ik zei
  • 4:57 - 5:01
    dat het Britse volk denkt
    dat 15 van elke 100 tienermeisjes
  • 5:01 - 5:03
    elk jaar zwanger worden.
  • 5:03 - 5:06
    En ze hadden het recht om boos te zijn,
  • 5:06 - 5:08
    want eigenlijk zou ik
    bijna 200 rondjes moeten hebben
  • 5:08 - 5:10
    om er één in te kleuren,
  • 5:10 - 5:13
    gebaseerd op de officiële cijfers.
  • 5:13 - 5:16
    En net als rekenvaardigheden,
    is dit niet alleen een Engels probleem.
  • 5:16 - 5:21
    Ipsos MORI heeft dit onderzoek
    ook in andere landen uitgevoerd.
  • 5:21 - 5:24
    Zo vroegen ze Saudiërs:
  • 5:24 - 5:26
    "Van elke 100 volwassenen in het land,
  • 5:26 - 5:29
    hoeveel van hen zijn er te dik?"
  • 5:31 - 5:36
    En het gemiddelde antwoord van de Saudiërs
    was meer dan een kwart.
  • 5:36 - 5:38
    Dat dachten ze.
  • 5:38 - 5:40
    Meer dan een kwart
    van de volwassenen is te dik.
  • 5:40 - 5:45
    De officiële cijfers, echter,
    laten zien dat het eerder driekwart is.
  • 5:45 - 5:46
    (Gelach)
  • 5:47 - 5:49
    Dus weer een groot verschil.
  • 5:49 - 5:53
    De volgende vind ik leuk.
    Ze vroegen in Japan:
  • 5:53 - 5:55
    "Van elke 100 Japanners,
  • 5:55 - 5:58
    hoeveel van hen wonen op het platteland?"
  • 5:59 - 6:03
    Het gemiddelde antwoord
    was net iets meer dan de helft.
  • 6:03 - 6:08
    Ze dachten dat 56 van elke 100 Japanners
    op het platteland woonden.
  • 6:08 - 6:09
    Het officiële cijfer is 7.
  • 6:10 - 6:15
    Er zijn dus grote verschillen,
    wat sommigen verrassend vinden,
  • 6:15 - 6:17
    maar niet verrassend
    voor hen die bekend zijn
  • 6:17 - 6:22
    met het werk van Daniel Kahneman,
    de Nobelprijs-winnende econoom.
  • 6:22 - 6:27
    Hij en zijn collega, Amos Tversky, deden
    jarenlang onderzoek naar het verschil
  • 6:27 - 6:30
    tussen wat mensen denken en de realiteit,
  • 6:30 - 6:34
    het feit dat mensen eigenlijk
    slecht zijn in intuïtieve statistiek.
  • 6:34 - 6:35
    Dat komt door verschillende dingen.
  • 6:35 - 6:39
    Individuele ervaringen
    kunnen onze ideeën beïnvloeden,
  • 6:39 - 6:43
    net als het feit dat de media
    alleen bijzondere dingen rapporteren
  • 6:43 - 6:44
    en niet de normale dingen.
  • 6:45 - 6:47
    Kahneman zei dat heel leuk:
  • 6:47 - 6:49
    "Soms zien we het overduidelijke niet"
  • 6:49 - 6:51
    - dus onze cijfers kloppen niet -
  • 6:51 - 6:53
    "maar soms zien we
    onze eigen blindheid niet."
  • 6:53 - 6:56
    En dat heeft enorme gevolgen
    voor het maken van beslissingen.
  • 6:56 - 6:59
    Ik zat ondertussen
    op het statistiekbureau
  • 6:59 - 7:01
    en ik vond dit erg interessant.
  • 7:01 - 7:03
    Ik zei dat dit een wereldwijd probleem is,
  • 7:03 - 7:06
    maar misschien is geografie wel het punt.
  • 7:06 - 7:10
    Al deze vragen gingen over
    hoe goed je je land kende.
  • 7:10 - 7:14
    In ons geval: hoe goed ken je
    64 miljoen mensen?
  • 7:14 - 7:16
    Niet erg goed, blijkt.
    Ik ben daar niet goed in.
  • 7:16 - 7:18
    Dus ik kreeg een idee:
  • 7:18 - 7:21
    ik zou deze aanpak overnemen
  • 7:21 - 7:23
    en toepassen op een lokale manier.
  • 7:23 - 7:24
    Is dit lokaal?
  • 7:24 - 7:26
    Als we de vraag anders stellen:
  • 7:26 - 7:28
    'Hoe goed ken je je eigen gebied?',
  • 7:28 - 7:30
    zouden de antwoorden dan beter kloppen?
  • 7:32 - 7:34
    Dus ik maakte een quiz:
  • 7:34 - 7:35
    hoe goed ken je je buurt?
  • 7:36 - 7:38
    Het is een simpele app.
  • 7:38 - 7:40
    Je typt een postcode in
  • 7:40 - 7:42
    en dan krijg je vragen
    gebaseerd op steekproefdata
  • 7:42 - 7:44
    van jouw buurt.
  • 7:44 - 7:46
    Ik heb tijdens het maken bewust geprobeerd
  • 7:46 - 7:51
    om het toegankelijk te maken
    voor zoveel mogelijk mensen,
  • 7:51 - 7:53
    niet alleen voor de 49 procent
    die goed zijn met cijfers.
  • 7:53 - 7:55
    Ik wilde dat iedereen meedeed.
  • 7:55 - 7:57
    Voor het ontwerp van de quiz
  • 7:57 - 8:00
    was ik geïnspireerd door de isotypen
  • 8:00 - 8:03
    van Otto Neurath uit de jaren 20 en 30.
  • 8:03 - 8:07
    Dit zijn manieren om cijfers weer te geven
  • 8:07 - 8:09
    met de herhaling van iconen.
  • 8:10 - 8:13
    De cijfers zijn er wel,
    maar op de achtergrond.
  • 8:13 - 8:16
    Het is dus een handige manier
    om kwantiteit weer te geven
  • 8:16 - 8:19
    zonder gebruik te maken
    van termen als percentage,
  • 8:19 - 8:20
    fracties en verhoudingen.
  • 8:20 - 8:22
    Hier is de quiz.
  • 8:22 - 8:24
    Het is zo ontworpen:
  • 8:24 - 8:27
    je ziet hier links
    de herhaalde iconen,
  • 8:27 - 8:30
    en een kaart met het gebied
    waar we je vragen over stellen
  • 8:30 - 8:31
    aan de rechterkant.
  • 8:31 - 8:32
    Er zijn zeven vragen.
  • 8:32 - 8:36
    Elke vraag kan beantwoord worden
    met een cijfer tussen nul en honderd
  • 8:36 - 8:38
    en aan het einde van de quiz
  • 8:38 - 8:41
    krijg je een totale score
    tussen de nul en de honderd.
  • 8:41 - 8:43
    Omdat dit TEDxExeter is,
  • 8:43 - 8:45
    dacht ik dat we de quiz
    even konden bekijken
  • 8:45 - 8:48
    met de eerste paar vragen over Exeter.
  • 8:48 - 8:49
    De eerste vraag is:
  • 8:49 - 8:52
    "Van elke 100 mensen,
    hoeveel zijn er jonger dan 16?"
  • 8:53 - 8:56
    Ik ken Exeter niet zo goed,
    dus ik moest raden,
  • 8:56 - 8:59
    maar je krijgt nu een idee
    van hoe de quiz werkt.
  • 8:59 - 9:03
    Je sleept het schuifje
    om de icoontjes te markeren
  • 9:03 - 9:05
    en je klikt op 'Inleveren'
    om te antwoorden,
  • 9:05 - 9:09
    en dan animeren we het verschil
    tussen jouw antwoord en de realiteit.
  • 9:09 - 9:13
    Het blijkt dat ik
    slecht geraden heb: vijf.
  • 9:13 - 9:15
    Wat is de volgende vraag?
  • 9:15 - 9:17
    Deze vraagt wat de gemiddelde leeftijd is,
  • 9:17 - 9:19
    zodat de helft van de mensen jonger is
  • 9:19 - 9:21
    en de andere helft ouder.
  • 9:21 - 9:24
    En ik dacht 35 -
    dat klinkt als middelbare leeftijd.
  • 9:24 - 9:26
    (Gelach)
  • 9:28 - 9:30
    Maar eigenlijk is Exeter
    ongelofelijk jong,
  • 9:30 - 9:35
    en ik had de impact
    van de universiteit onderschat.
  • 9:35 - 9:37
    De vragen worden steeds moeilijker.
  • 9:37 - 9:39
    Deze vraagt naar eigenwoningbezit.
  • 9:40 - 9:44
    Van elke 100 huishoudens,
    hoeveel hebben er een hypotheek of lening?
  • 9:44 - 9:45
    Ik heb me hier ingedekt,
  • 9:45 - 9:48
    want ik wilde er niet
    meer dan 50 naast zitten.
  • 9:48 - 9:50
    (Gelach)
  • 9:50 - 9:53
    En ze worden moeilijker, deze vragen,
  • 9:53 - 9:55
    want in je eigen gebied,
    als je in een gemeenschap bent,
  • 9:56 - 10:01
    met dingen als leeftijd --
    je kan de leeftijd van mensen nog aflezen.
  • 10:01 - 10:03
    Als je gewoon om je heenkijkt,
    dan zie je dat wel.
  • 10:03 - 10:07
    Iets als eigenwoningbezit
    is veel moeilijker te zien,
  • 10:07 - 10:09
    dus vallen we terug
    op onze eigen heuristiek,
  • 10:09 - 10:14
    onze eigen vooroordelen
    over hoeveel mensen een huis hebben.
  • 10:14 - 10:17
    Toen we deze quiz publiceerden,
  • 10:17 - 10:21
    waren de data van de steekproeven
    alweer een aantal jaar oud.
  • 10:21 - 10:24
    Er waren al apps
    waarin je een postcode kon invullen
  • 10:25 - 10:27
    en de statistieken
    van jaren terug kon zien.
  • 10:27 - 10:28
    Dus eigenlijk
  • 10:28 - 10:31
    was dit allemaal wat gedateerd,
    niet per se nieuw.
  • 10:31 - 10:35
    Maar ik wilde graag weten
    wat voor reactie we zouden krijgen
  • 10:35 - 10:38
    door een spel te maken
    van de data die we hebben,
  • 10:38 - 10:39
    met animaties
  • 10:39 - 10:43
    en door in te spelen
    op de vooroordelen van de mensen.
  • 10:44 - 10:47
    Hun reacties blijken, ehm...
  • 10:48 - 10:50
    talrijker dan ik had verwacht.
  • 10:50 - 10:54
    Ik had al heel lang de wens
    om een statistiekwebsite te doen crashen
  • 10:54 - 10:55
    door vraag van het publiek.
  • 10:55 - 10:57
    (Gelach)
  • 10:57 - 11:00
    Deze URL bevat de woorden
    'statistiek', 'gov' en 'UK',
  • 11:00 - 11:04
    de drie minst populaire
    woorden in een URL.
  • 11:04 - 11:08
    En het frappante feit is
    dat de website crashte
  • 11:08 - 11:10
    om kwart voor 10 's avonds,
  • 11:10 - 11:13
    want mensen waren echt
    met deze data bezig
  • 11:13 - 11:15
    uit eigen vrije wil,
  • 11:15 - 11:17
    in hun eigen vrije tijd.
  • 11:17 - 11:19
    Ik vond het interessant om te zien
  • 11:19 - 11:23
    dat er ongeveer
    een kwart miljoen mensen waren
  • 11:23 - 11:26
    die de quiz binnen 48 uur
    na lancering speelden.
  • 11:26 - 11:30
    Er kwam een enorme discussie op gang,
    online, op sociale media,
  • 11:30 - 11:32
    waar vooral duidelijk werd
  • 11:32 - 11:36
    dat mensen het leuk vonden
    om hun eigen vooroordelen te zien,
  • 11:36 - 11:39
    en ik had eigenlijk niet
    op beter kunnen hopen,
  • 11:39 - 11:40
    op een bepaalde manier.
  • 11:41 - 11:44
    Ik vond het ook leuk
    dat mensen het naar politici stuurden.
  • 11:44 - 11:46
    Hoe goed ken je het gebied
    dat je vertegenwoordigt?
  • 11:46 - 11:48
    (Gelach)
  • 11:48 - 11:49
    En om het af te maken,
  • 11:50 - 11:52
    als we teruggaan naar
    die twee soorten mensen,
  • 11:52 - 11:55
    dacht ik dat het interessant
    zou zijn om te zien
  • 11:55 - 11:57
    hoe mensen die goed zijn met cijfers
    deze quiz zouden maken.
  • 11:57 - 12:00
    De nationale statisticus
    van Engeland en Wales, John Pullinger,
  • 12:01 - 12:03
    van hem zou je een goede score verwachten.
  • 12:04 - 12:06
    Hij scoorde 44 voor zijn eigen gebied.
  • 12:06 - 12:08
    (Gelach)
  • 12:08 - 12:13
    Jeremy Paxman - toegegeven,
    met een glas wijn - 36.
  • 12:14 - 12:16
    Nog slechter.
  • 12:16 - 12:19
    Het laat zien dat cijfers
    ons allemaal kunnen inspireren.
  • 12:19 - 12:20
    Ze kunnen ons verrassen.
  • 12:20 - 12:22
    We praten zo vaak over statistiek
  • 12:22 - 12:24
    als de wetenschap van onzekerheid.
  • 12:24 - 12:26
    Mijn laatste gedachte van vandaag is:
  • 12:26 - 12:29
    statistiek is de wetenschap van ons.
  • 12:29 - 12:32
    En daarom zouden we gefascineerd
    moeten zijn door cijfers.
  • 12:32 - 12:33
    Dankjewel.
  • 12:33 - 12:37
    (Applaus)
Title:
Waarom statistiek leuk is
Speaker:
Alan Smith
Description:

Denk je dat je goed bent in het raden van statistieken? Je overschat jezelf. Of we nou denken dat we een wiskundeknobbel hebben of niet, onze vaardigheid om cijfers te begrijpen en ermee te werken is erg gelimiteerd, volgens datavisualisatie-expert Alan Smith. In deze beeldige presentatie onderzoekt Smith het verschil tussen wat we weten en wat we denken te weten.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
12:49
Peter van de Ven accepted Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Peter van de Ven edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Isabel Van Oorschot edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Isabel Van Oorschot edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Isabel Van Oorschot edited Dutch subtitles for Why we're so bad at statistics
Show all

Dutch subtitles

Revisions