Return to Video

Lesson 26 - Babies, children and fathers - give a beef to a baby it will die - The Pioneer School

  • 0:00 - 0:04
    Welkom bij deze les 26
    in de "Pioneer School".
  • 0:04 - 0:06
    Ik ben erg enthousiast
    over deze les
  • 0:06 - 0:08
    waar ik een beetje verder ga dan
  • 0:08 - 0:10
    waar ik de vorige keer was,
  • 0:10 - 0:15
    maar we gaan het hebben over
    de verschillende niveaus.
  • 0:15 - 0:16
    Sommige mensen worden
    niet opnieuw geboren
  • 0:16 - 0:18
    en wat ze nodig hebben is anders
  • 0:18 - 0:21
    dan wat wedergeboren
    gelovigen nodig hebben.
  • 0:21 - 0:25
    En nogmaals, jonge
    mannen in het geloof.
  • 0:25 - 0:28
    Ze hebben iets anders nodig
    dan wedergeboren gelovigen.
  • 0:28 - 0:31
    En vaders, ze hebben weer
    iets heel anders nodig.
  • 0:31 - 0:35
    En we moeten dat begrijpen en
    als ik vandaag naar de kerk kijk
  • 0:35 - 0:41
    geven we op veel plaatsen
    rundvlees aan baby's.
  • 0:41 - 0:47
    Als je rundvlees aan een baby serveert,
    weet je zeker dat die baby gaat sterven.
  • 0:47 - 0:50
    Of we geven melk
    aan jonge mannen.
  • 0:50 - 0:54
    Dan kun je er zeker van zijn dat
    die jongeman niet zal groeien
  • 0:54 - 0:57
    en een vader wordt, door
    alleen maar melk te drinken.
  • 0:57 - 1:01
    En na een korte tijd zal
    hij misschien sterven
  • 1:01 - 1:03
    omdat hij meer nodig
    heeft dan melk.
  • 1:03 - 1:07
    Hij heeft vast voedsel nodig
    om te groeien en te overleven.
  • 1:07 - 1:11
    En het is zo belangrijk als we het
    hebben over het maken van kerken
  • 1:11 - 1:14
    of kerken bouwen,
    of mensen bouwen,
  • 1:14 - 1:17
    mensen laten opgroeien,
    discipelen maken,
  • 1:17 - 1:19
    dat we weten dat er
    verschillende niveaus zijn.
  • 1:19 - 1:22
    We weten waar mensen zijn,
    dus we kunnen effectief zijn
  • 1:22 - 1:26
    in het discipelen van hen, effectief
    zijn in hen op te laten groeien.
  • 1:26 - 1:29
    En ik denk dat je dit onderwijs geweldig zult
    vinden, waar ik het hier over ga hebben.
  • 1:29 - 1:30
    God zegene je!
  • 1:31 - 1:41
    Zie ook: reformatie.nu
    thelastreformation.com
  • 1:44 - 1:48
    Hallo daar allemaal en
    welkom bij deze 26e les
  • 1:48 - 1:50
    van de "Pioneer School".
  • 1:50 - 1:53
    Ik ben heel enthousiast over
    wat God aan het doen is.
  • 1:53 - 1:57
    God openbaart nu heel veel
    dingen als het gaat om de kerk.
  • 1:58 - 2:01
    We hebben gezien dat veel mensen over
    de hele wereld worden gekickstart.
  • 2:01 - 2:03
    We hebben veel mensen
    gezien die God ontmoetten.
  • 2:03 - 2:06
    We hebben mensen gezien die zich
    bekeerden en gedoopt werden.
  • 2:06 - 2:08
    Mensen leerden de zieken
    genezen, demonen uitdrijven.
  • 2:08 - 2:11
    En we hebben God geweldige
    dingen zien doen.
  • 2:11 - 2:14
    En het blijft maar groeien
    en groeien en groeien.
  • 2:15 - 2:17
    Maar er is meer.
  • 2:17 - 2:20
    Er is meer te leren.
    Er is meer te doen.
  • 2:20 - 2:23
    Vooral als het gaat om de kerk,
  • 2:23 - 2:27
    als het gaat om te
    zien wat Gods idee was,
  • 2:27 - 2:30
    als het gaat om
    nieuwtestamentische kerken.
  • 2:30 - 2:34
    En de laatste keer dat ik ben
    begonnen met lesgeven over kerken,
  • 2:34 - 2:36
    en ik ga deze keer door,
  • 2:36 - 2:39
    en ik ben er erg
    enthousiast over, omdat:
  • 2:39 - 2:42
    Ik heb hier veel
    onthullingen over ervaren.
  • 2:42 - 2:45
    Er zijn dingen die ik nog nooit
    eerder zo duidelijk heb gezien
  • 2:45 - 2:48
    en we leren veel dingen.
  • 2:48 - 2:50
    Dus ik ben enthousiast
    om dit met je te delen.
  • 2:50 - 2:55
    De vorige keer spraken we een
    beetje over kerk als een familie.
  • 2:55 - 2:57
    Kerk zou een
    familie moeten zijn,
  • 2:57 - 2:59
    geen weeshuis.
  • 2:59 - 3:04
    En de laatste keer sprak ik over het
    verschil tussen een weeshuis en een gezin,
  • 3:04 - 3:09
    waar we in het weeshuis een paar
    leiders en veel kinderen hebben.
  • 3:09 - 3:14
    Leiders die het werk doen en daarna
    naar huis gaan naar hun eigen kinderen.
  • 3:15 - 3:18
    Dat is zoals de institutionele
    kerk van vandaag,
  • 3:18 - 3:21
    waar we de priester hebben
    die komt en het werk doet,
  • 3:21 - 3:24
    met veel mensen die
    zitten en luisteren.
  • 3:24 - 3:27
    Dan hebben we het gezin
  • 3:28 - 3:30
    waar we ouders hebben,
  • 3:30 - 3:34
    waar de ouders er zijn om de
    kinderen te laten groeien.
  • 3:34 - 3:39
    Ouders zijn er om kinderen te krijgen
    en kinderen op te laten groeien
  • 3:39 - 3:41
    en van huis weggaan.
  • 3:41 - 3:45
    En daar heb ik het de vorige keer
    over gehad, waar ik ook over sprak.
  • 3:46 - 3:52
    Om deel te worden van een gezin,
    moet je in dat gezin worden geboren.
  • 3:52 - 3:56
    Om deel van de kerk te worden moet
    je echt opnieuw geboren worden.
  • 3:56 - 4:00
    Je moet dezelfde geest hebben,
    maar ook hetzelfde DNA,
  • 4:00 - 4:04
    dezelfde visie, hetzelfde idee.
  • 4:04 - 4:06
    Anders kun je de
    eenheid niet ervaren,
  • 4:06 - 4:11
    in een familie die God
    wil dat we ervaren.
  • 4:11 - 4:12
    Maar daar heb ik de vorige
    keer over gesproken.
  • 4:12 - 4:16
    Ik heb erover gesproken dat er
    verschillende families zijn.
  • 4:16 - 4:18
    Er zijn gezinnen
    zonder kinderen,
  • 4:18 - 4:21
    er zijn gezinnen met
    kinderen, met baby's,
  • 4:21 - 4:24
    er zijn gezinnen
    met grotere kinderen
  • 4:24 - 4:25
    en er zijn grootouders.
  • 4:25 - 4:31
    Dat is anders. Je kunt niet dezelfde
    methode voor iedereen gebruiken.
  • 4:31 - 4:37
    Je kunt niet hetzelfde programma
    gebruiken, omdat elk gezin anders is.
  • 4:38 - 4:41
    Het hangt ervan af of er
    baby's zijn of geen baby's,
  • 4:41 - 4:44
    of kleine baby's, of grote
    kinderen, enzovoorts.
  • 4:44 - 4:48
    Maar dat heb ik de vorige
    keer allemaal gezegd.
  • 4:48 - 4:51
    En als je het onderwijs van de
    vorige keer niet hebt gezien,
  • 4:51 - 4:54
    moedig ik je aan om naar binnen
    te gaan en het te bekijken.
  • 4:54 - 4:59
    Maar kerk gaat over het
    laten groeien van mensen.
  • 5:00 - 5:04
    Het gaat over mensen laten groeien,
    mensen opnieuw geboren laten worden,
  • 5:04 - 5:10
    en ze dan te laten opgroeien
    van baby's tot kinderen,
  • 5:10 - 5:14
    naar vaders of ouders.
  • 5:14 - 5:17
    Kerk gaat niet alleen
    over het hebben van leden.
  • 5:17 - 5:19
    Kerk gaat niet over het
    bijeenbrengen van mensen.
  • 5:19 - 5:23
    Ik heb veel kerken ontmoet
    waar ze mensen bijeenbrengen,
  • 5:23 - 5:28
    maar de trieste waarheid is dat
    die mensen die ze bijeenbrengen
  • 5:28 - 5:31
    na 10, 15 jaar in die kerk,
  • 5:31 - 5:34
    het nog steeds baby's zijn,
  • 5:34 - 5:35
    spirituele baby's.
  • 5:36 - 5:39
    Na 10, 15 jaar
    hebben ze nog steeds
  • 5:39 - 5:44
    andere mensen nodig om
    hen te komen voeden.
  • 5:44 - 5:46
    En dat is verkeerd!
  • 5:46 - 5:48
    Dit is niet waarvoor
    God ons heeft geroepen.
  • 5:48 - 5:51
    God riep ons om mensen
    te laten groeien,
  • 5:51 - 5:53
    waardoor ze volwassen worden.
  • 5:53 - 5:56
    En we moeten dat begrijpen.
  • 5:56 - 6:00
    We moeten ook de verschillende niveaus
    begrijpen waarop mensen zich bevinden.
  • 6:00 - 6:03
    Omdat als je een
    grote biefstuk neemt
  • 6:04 - 6:07
    en je geef een groot stuk
    biefstuk aan een baby,
  • 6:07 - 6:09
    dan zal die baby doodgaan.
  • 6:10 - 6:14
    Als je een volwassene
    melk geeft,
  • 6:14 - 6:19
    misschien kan die volwassen persoon
    voor een korte tijd op melk overleven,
  • 6:19 - 6:23
    maar na verloop van tijd zal
    die volwassene ook doodgaan,
  • 6:23 - 6:25
    en die volwassene
    zal niet groeien.
  • 6:26 - 6:29
    Baby's hebben melk nodig.
  • 6:29 - 6:33
    Volwassen mensen
    hebben rundvlees nodig.
  • 6:33 - 6:35
    Ze hebben vast voedsel nodig.
  • 6:35 - 6:38
    En als we dat niet begrijpen,
  • 6:38 - 6:41
    als we niet begrijpen op welk
    niveau gemeenschappen zitten,
  • 6:41 - 6:46
    als we niet begrijpen op welk
    niveau mensen zich bevinden,
  • 6:46 - 6:50
    dan zullen we niet effectief zijn
    in het laten groeien van mensen.
  • 6:50 - 6:55
    We zullen niet effectief zijn in het
    doen van kerken of gemeenschappen
  • 6:55 - 6:58
    op de manier waarop God
    wil dat wij het doen.
  • 6:58 - 7:00
    Dus ik hoop dat je
    klaar bent voor deze les
  • 7:00 - 7:05
    waarin ik ga praten over de verschillende
    niveaus waarop mensen zich bevinden,
  • 7:05 - 7:07
    als het gaat over niet wedergeboren
    zijn, als het gaat om baby's,
  • 7:07 - 7:11
    als het gaat om jongeren
    en als het gaat om vaders.
  • 7:11 - 7:16
    En dan zal ik daar vandaag over praten en
    dan zullen we het later allemaal samenvoegen.
  • 7:16 - 7:20
    En onthoud, als ik het heb
    over kerken en gemeenschappen,
  • 7:21 - 7:24
    zoals ik heb besproken in
    een van de andere lessen,
  • 7:24 - 7:29
    het is erg simpel. Kerk gaat
    over het liefhebben van God,
  • 7:29 - 7:32
    het liefhebben van je buren
    en het maken van discipelen.
  • 7:32 - 7:36
    Gemeenschappen, kerken.
    Het gaat niet om gebouwen,
  • 7:36 - 7:41
    het gaat niet over personeel, het gaat niet
    over het programma, het gaat niet over budget.
  • 7:42 - 7:45
    Je kunt personeel, programma's,
    gebouwen en budget hebben,
  • 7:45 - 7:48
    zonder een Nieuwtestamentische
    kerk te hebben.
  • 7:49 - 7:52
    Je kunt dat alles hebben
    zonder echt van God te houden,
  • 7:52 - 7:55
    je buren lief te hebben
    en discipelen te maken.
  • 7:55 - 7:57
    Dus ik hoop dat je
    daar klaar voor bent.
  • 7:57 - 7:58
    Maar ik zal bidden.
  • 7:58 - 8:01
    God, we danken U
    voor wat U doet.
  • 8:01 - 8:02
    We danken U voor
    Uw Heilige Geest
  • 8:02 - 8:06
    en we danken U voor deze waarheid
    die we in Uw Woord lezen.
  • 8:06 - 8:08
    Ik bidt dat U me zult
    helpen dit woord te delen
  • 8:08 - 8:11
    en ik bidt voor iedereen die
    naar dit onderwijs luistert
  • 8:11 - 8:13
    dat het een openbaring
    voor hen zal zijn,
  • 8:13 - 8:15
    dat U hun ogen gaat openen,
  • 8:15 - 8:18
    U helpt ze om de
    waarheid te zien
  • 8:18 - 8:20
    en deze waarheid
    zal hen bevrijden
  • 8:20 - 8:23
    en maak hen effectief in het
    laten groeien van mensen,
  • 8:23 - 8:27
    maak ze effectief in het
    maken van discipelen.
  • 8:27 - 8:31
    Kom met uw Heilige Geest en
    help ons dit te begrijpen
  • 8:31 - 8:34
    in de Naam van Jezus. Amen.
  • 8:35 - 8:39
    Dus ik hoop dat je er klaar voor bent.
    Dit was een kleine introductie.
  • 8:39 - 8:44
    Ik zal beginnen te zeggen, dat om deel te
    gaan uitmaken van het Koninkrijk van God,
  • 8:44 - 8:49
    moet een persoon eerst natuurlijk
    opnieuw geboren worden.
  • 8:49 - 8:55
    En ik zal hier een vers
    lezen van Johannes 1: 12-13.
  • 8:56 - 9:02
    Wie hem wel ontvingen. (En
    dat is Jezus Christus).
  • 9:02 - 9:09
    en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht
    gegeven om kinderen van God te worden (NBV).
  • 9:09 - 9:15
    Dus, iedereen die Hem gelooft, in
    Jezus gelooft, in Zijn naam gelooft,
  • 9:15 - 9:19
    Gaf Hij het recht om
    kinderen van God te worden.
  • 9:19 - 9:23
    Die waren geboren,
    niet uit bloed.
  • 9:24 - 9:28
    Niet uit de wil van het vlees.
    Niet uit de wil van de mens.
  • 9:28 - 9:30
    maar uit God.
  • 9:31 - 9:38
    Iedereen is de schepping van God, maar
    om deel te worden van Gods familie,
  • 9:38 - 9:44
    om kinderen van God te worden,
    moet je opnieuw geboren worden.
  • 9:45 - 9:48
    Wanneer begint
    het discipelschap?
  • 9:50 - 9:53
    Echt discipelschap begint op de een of andere
    manier wanneer mensen opnieuw worden geboren.
  • 9:53 - 9:58
    Natuurlijk begint het discipelschap
    al voordat mensen wedergeboren zijn.
  • 9:58 - 10:02
    Maar om echt dit leven
    binnen te komen en te leven
  • 10:02 - 10:05
    en echt te werken met mensen
  • 10:05 - 10:07
    en ze te laten opgroeien,
  • 10:07 - 10:10
    moeten ze opnieuw
    geboren worden.
  • 10:11 - 10:13
    Je zou op een of andere manier
    met mensen kunnen gaan zitten,
  • 10:13 - 10:17
    en het evangelie kunnen delen,
    en een soort discipelschap doen.
  • 10:17 - 10:20
    Maar je moet begrijpen dat wanneer
    mensen niet wedergeboren zijn,
  • 10:21 - 10:23
    zijn ze nog steeds blind.
  • 10:23 - 10:27
    Er zijn spirituele dingen
    die ze niet begrijpen.
  • 10:27 - 10:31
    Ze kunnen het niet begrijpen
    met het menselijke denken.
  • 10:31 - 10:34
    Ze zijn geestelijk blind.
  • 10:34 - 10:38
    En 1 Korintiërs 1:18 zegt:
  • 10:38 - 10:43
    De boodschap over het kruis is
    dwaasheid voor wie verloren gaan.
  • 10:43 - 10:48
    maar voor ons die worden gered
    is het de kracht van God (NBV).
  • 10:48 - 10:53
    En Jezus Zelf zei dat je het
    Koninkrijk van God niet kunt zien
  • 10:53 - 10:55
    als je niet wedergeboren bent.
  • 10:55 - 10:59
    Dus de boodschap van het
    kruis, de geestelijke dingen
  • 10:59 - 11:03
    zijn dwaasheid voor hen
    die niet wedergeboren zijn.
  • 11:04 - 11:06
    En we moeten dat begrijpen.
  • 11:06 - 11:10
    Ik herinner me nog dat ik,
    voordat ik opnieuw geboren was,
  • 11:10 - 11:14
    Ik herinner me dat ik bij mijn vriend kwam,
    ik heb een vriend, zijn naam was Tommy
  • 11:14 - 11:16
    en hij had zijn Bijbel
    op het bed liggen.
  • 11:16 - 11:19
    En hij vertelde hoe hij
    zojuist God had ervaren.
  • 11:19 - 11:22
    En ik vertelde hem dat
    hij gehersenspoeld was,
  • 11:22 - 11:26
    dat hij deel uitmaakte van een sekte en
    dat mensen daar op zijn geld uit waren,
  • 11:26 - 11:28
    en hij zou dat allemaal
    moeten vermijden,
  • 11:28 - 11:30
    het waren Jehova's
    getuigen zei hij
  • 11:30 - 11:35
    en ik heb hem veel dingen
    verteld omdat ik kritisch was,
  • 11:35 - 11:37
    omdat ik volwassen ben
    geworden en kritisch ben.
  • 11:37 - 11:39
    En ik zag het niet.
  • 11:39 - 11:43
    En ik geloofde ten volle dat
    Tommy gehersenspoeld was.
  • 11:43 - 11:46
    Ik geloofde in één keer
    dat hij in een sekte was,
  • 11:46 - 11:50
    zoals Jehova's getuigen en dat hij
    van dat alles weg moest blijven.
  • 11:51 - 11:53
    Toen beleefde ik
    de nieuwe geboorte.
  • 11:54 - 11:57
    Toen werden mijn
    ogen echt geopend.
  • 11:57 - 12:00
    En ik kwam thuis bij mijn vader en
    ik zei: "Vader, ik heb God ontmoet!"
  • 12:00 - 12:03
    En mijn vader zei: "Torben,
    je bent gehersenspoeld.
  • 12:03 - 12:05
    Het is een sekte. Het is
    als Jehova's getuigen.
  • 12:05 - 12:08
    Ze zijn alleen op je geld uit.
    Je moet daar bij wegblijven".
  • 12:08 - 12:12
    En mijn vader vertelde me dat.
    En ik zei tegen mijn vader:
  • 12:12 - 12:16
    "Maar ik zei dat ook tegen Tommy, maar...
    maar het is goed, ik zie het nu.
  • 12:16 - 12:17
    Dit is de waarheid".
  • 12:18 - 12:22
    En hij begreep niet
    dat het zo was.
  • 12:22 - 12:24
    Hij zag dat niet als de waarheid
  • 12:24 - 12:27
    omdat zijn ogen nog steeds
    geestelijk gesloten waren.
  • 12:28 - 12:31
    Maar een paar jaar later
    werden zijn ogen geopend.
  • 12:31 - 12:36
    Hij werd opnieuw geboren
    en hij begreep het ook,
  • 12:36 - 12:39
    omdat hij nu
    opnieuw was geboren.
  • 12:39 - 12:42
    En als je opnieuw geboren bent.
  • 12:42 - 12:44
    Toen ik opnieuw geboren werd.
  • 12:45 - 12:50
    Ik had vanaf het begin
    honger naar de melk.
  • 12:50 - 12:55
    Ik had een honger naar de waarheid,
    had een honger naar het Woord van God.
  • 12:56 - 12:58
    Het is als in het natuurlijke,
    wanneer een baby wordt geboren,
  • 12:58 - 13:02
    de baby heeft honger naar melk.
  • 13:02 - 13:08
    Als de baby geen melk krijgt,
    begint de baby te huilen.
  • 13:08 - 13:11
    Dus ik had de honger
    naar het Woord van God
  • 13:11 - 13:17
    en ik kon niet doorgaan met
    zondigen zoals ik eerder deed.
  • 13:17 - 13:20
    Waarom? Omdat ik
    wedergeboren was.
  • 13:21 - 13:27
    En de brief van Johannes,
    1 Johannes 3, 7-10 zegt dit...
  • 13:28 - 13:32
    Kleine kinderen, laat
    niemand u misleiden.
  • 13:32 - 13:37
    We moeten voorzichtig zijn, niet
    misleid te worden in dit alles.
  • 13:37 - 13:41
    Hoe het is om opnieuw geboren te zijn.
    Wie de kinderen van God zijn en wie niet.
  • 13:42 - 13:49
    Kleine kinderen, laat niemand u misleiden:
    wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige,
  • 13:50 - 13:54
    en wie zondigt komt
    uit de duivel voort,
  • 13:54 - 13:57
    want de duivel heeft
    vanaf het begin gezondigd.
  • 13:57 - 14:02
    De Zoon van God is dan ook verschenen om
    de daden van de duivel teniet te doen.
  • 14:02 - 14:12
    Wie uit God geboren
    is zondigt niet,
  • 14:12 - 14:20
    want Gods zaad is blijvend in hem.
    Hij kán zelfs niet zondigen,
  • 14:21 - 14:26
    want hij is uit God geboren.
    Door dit, en dan lezen we:
  • 14:26 - 14:31
    Hieraan is te zien
    wie kinderen van God
  • 14:31 - 14:34
    en wie kinderen
    van de duivel zijn:
  • 14:35 - 14:40
    wie niet rechtvaardig leeft,
    komt niet uit God voort.
  • 14:40 - 14:45
    Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder
    of zuster niet liefheeft (NBV).
  • 14:46 - 14:48
    En ik wil hiermee beginnen,
    omdat we moeten begrijpen
  • 14:48 - 14:50
    wat het is om opnieuw
    geboren te worden.
  • 14:50 - 14:56
    We moeten begrijpen wie volledig
    opnieuw geboren zijn en wie niet,
  • 14:56 - 15:00
    als we effectief willen zijn
    in het maken van discipelen.
  • 15:00 - 15:05
    De Bijbel maakt hier duidelijk
    dat niemand die uit God geboren is
  • 15:05 - 15:12
    een praktijk maakt van zondigen.
    Hij kan niet blijven zondigen.
  • 15:12 - 15:15
    Dat is niet hetzelfde dat hij
    niet valt en hij moet leren
  • 15:15 - 15:20
    omdat je moet leren, en je
    valt, en je maakt fouten
  • 15:20 - 15:26
    als een wedergeboren gelovige, maar je kunt
    niet de gewoonte hebben om te zondigen,
  • 15:26 - 15:28
    je kunt niet doorgaan
    met zondigen.
  • 15:28 - 15:35
    En hierdoor zien we wie kinderen
    van God zijn en wie niet.
  • 15:35 - 15:40
    En hierdoor herken je ook
    wie van hun broers houden,
  • 15:41 - 15:43
    die van genootschap houden.
  • 15:43 - 15:49
    En ik zou zeggen, toen ik opnieuw geboren
    werd, kon ik niet doorgaan met zondigen,
  • 15:51 - 15:54
    Ik hield van het Woord van God
  • 15:55 - 15:57
    en ik moest gewoon bij
    andere gelovigen zijn.
  • 15:57 - 16:00
    Ik hield van mijn broers.
    Ik had genootschap nodig.
  • 16:00 - 16:04
    Niemand hoefde te komen
    om mij dit te leren.
  • 16:05 - 16:09
    Niemand hoefde te komen en dat
    bij mij naar boven te brengen.
  • 16:09 - 16:12
    Omdat het van de Geest kwam.
  • 16:12 - 16:16
    De Geest in mij deed dat ik
    niet kon doorgaan met zondigen.
  • 16:16 - 16:19
    De Geest van God deed dat ik
    het Woord van God liefhad.
  • 16:19 - 16:23
    Ik zocht de waarheid en de Geest in
    mij deed dat ik van genootschap hield.
  • 16:23 - 16:28
    Ik wilde gemeenschap hebben
    met andere gelovigen.
  • 16:29 - 16:34
    Maar vandaag zie ik dat
    die dingen vaak ontbreken,
  • 16:34 - 16:36
    wanneer we mensen discipelen.
  • 16:36 - 16:38
    We proberen mensen te discipelen
  • 16:38 - 16:42
    die geen verlangen hebben
    naar het Woord van God,
  • 16:42 - 16:46
    we proberen mensen te discipelen
    die van hun zonden houden
  • 16:46 - 16:50
    en geen probleem hebben
    met een leven in zonde.
  • 16:51 - 16:55
    We proberen mensen te discipelen die in
    feite niet van Gemeenschappen houden,
  • 16:55 - 16:58
    en geen genootschap zoeken
    met andere gelovigen.
  • 16:58 - 17:01
    We noemen ze misschien
    de lauwe christenen,
  • 17:01 - 17:05
    maar laten we het gewoon noemen zoals
    het is, ze zijn niet wedergeboren.
  • 17:06 - 17:10
    Ze zijn niet volledig wedergeboren
    als ze die dingen niet hebben,
  • 17:10 - 17:16
    omdat we een boom kunnen
    herkennen aan zijn vruchten.
  • 17:16 - 17:19
    En als die vruchten
    er niet zijn,
  • 17:20 - 17:23
    dan is het geen goede boom,
    het is geen boom van God.
  • 17:23 - 17:26
    En in plaats van naar binnen te
    gaan en de vrucht te veranderen,
  • 17:27 - 17:30
    moeten we in de basis gaan,
    we moeten in de bron gaan.
  • 17:31 - 17:35
    Als die dingen in
    iemands leven ontbreken,
  • 17:37 - 17:40
    moeten we teruggaan
    naar het evangelie.
  • 17:40 - 17:43
    We moeten hen helpen om
    opnieuw geboren te worden,
  • 17:44 - 17:46
    want als ze dan
    opnieuw worden geboren,
  • 17:46 - 17:49
    wanneer ze echt de
    nieuwe geboorte ervaren,
  • 17:49 - 17:55
    die mensen zullen dit automatisch
    in zich naar boven brengen.
  • 17:55 - 17:59
    Door de Geest van God, kunnen
    ze niet blijven zondigen.
  • 17:59 - 18:04
    Door de Geest van God, hebben ze
    een verlangen naar de waarheid.
  • 18:05 - 18:10
    Door de Geest van God, verlangen ze
    naar genootschap met andere gelovigen.
  • 18:10 - 18:13
    Wanneer die drie dingen er zijn,
  • 18:14 - 18:18
    dan kunnen we met hen beginnen te werken,
    we kunnen beginnen hen te discipelen,
  • 18:18 - 18:21
    en het is veel gemakkelijker
    en ze zullen groeien.
  • 18:21 - 18:24
    Maar als die drie
    dingen er niet zijn,
  • 18:24 - 18:28
    kunnen we veel tijd
    besteden aan mensen,
  • 18:28 - 18:30
    die het eigenlijk niet willen.
  • 18:31 - 18:34
    Maar ik ga hier mee verder.
  • 18:34 - 18:39
    Er zijn mensen die nog
    niet zijn wedergeboren.
  • 18:39 - 18:46
    Ze zijn niet spiritueel en
    ze zijn misschien in de kerk.
  • 18:47 - 18:51
    En zij hebben geen honger
    naar God en Zijn Woord.
  • 18:51 - 18:56
    Ze hebben geen honger naar gerechtigheid
    en ze blijven in zonde leven
  • 18:57 - 19:03
    en zij hebben geen honger naar het lichaam.
    Ze houden niet van hun broers.
  • 19:05 - 19:10
    Wanneer we ze ontmoeten,
    moeten we weten waar ze zijn,
  • 19:10 - 19:12
    om effectief te zijn,
    om hen te helpen.
  • 19:12 - 19:15
    En wat hebben die mensen nodig?
  • 19:16 - 19:19
    Die mensen hebben meer nodig
    dan iemand die komt en ze oppakt
  • 19:19 - 19:22
    en zeg: kom op! Je moet naar
    naar het genootschap komen.
  • 19:22 - 19:26
    Ze hebben meer nodig dan te zeggen: kom op!
    We moeten je lesgeven.
  • 19:26 - 19:30
    En probeer de aspecten die
    ontbreken in te vullen.
  • 19:30 - 19:35
    Nee, die mensen die daar zijn,
    hebben het evangelie nodig.
  • 19:35 - 19:39
    Ze hebben iemand nodig die kan
    zien dat er iets ontbreekt.
  • 19:39 - 19:44
    In plaats van hen te blijven
    discipelen alsof ze al gelovig zijn,
  • 19:44 - 19:49
    moeten we zien wat er ontbreekt.
    Ze hebben het evangelie nodig
  • 19:49 - 19:51
    en ze moeten opnieuw
    geboren worden.
  • 19:51 - 19:53
    En wanneer ze volledig
    opnieuw geboren zijn,
  • 19:53 - 19:57
    zullen die dingen deel
    uitmaken van hun leven.
  • 19:57 - 20:01
    En ik heb dat gezien. Ik
    heb mensen in kerken gezien
  • 20:02 - 20:05
    die geen geestelijke dingen begrepen.
    Zij wilden het.
  • 20:05 - 20:09
    Ze denken dat ze gelovigen zijn. Andere
    mensen denken dat ze gelovigen zijn.
  • 20:09 - 20:12
    Ze denken dat ze wedergeboren zijn. Andere
    mensen denken dat ze opnieuw geboren zijn.
  • 20:12 - 20:16
    Maar we denken aan hen
    als lauwe christenen,
  • 20:16 - 20:18
    of opnieuw geboren christenen
    met slechte vruchten.
  • 20:19 - 20:22
    Maar toen we de tijd namen
    om met hen te gaan zitten,
  • 20:22 - 20:25
    om het evangelie aan hen uit te
    leggen en zij voor de eerste keer
  • 20:25 - 20:31
    echt begrijpen en echt opnieuw
    geboren worden... kaboom!
  • 20:32 - 20:35
    Die vruchten kwamen van nature.
  • 20:36 - 20:39
    Plotseling, na vele
    jaren in de kerk,
  • 20:39 - 20:41
    plotseling hebben ze een
    verlangen naar het Woord van God.
  • 20:41 - 20:43
    Ze hadden honger.
  • 20:43 - 20:46
    We hoefden niet te proberen
    om ze hongerig te maken.
  • 20:46 - 20:48
    Het kwam door de Geest.
  • 20:48 - 20:51
    Plotseling konden ze niet
    langer doorgaan met zondigen.
  • 20:51 - 20:54
    We hoefden niet de hele tijd
    dingen uit te leggen en te zeggen:
  • 20:54 - 20:57
    Doe dit niet en doe dit
    niet en dit is verkeerd.
  • 20:57 - 20:59
    Het kwam van nature
    door de Geest.
  • 20:59 - 21:04
    Plotseling wilden ze genootschap.
    Ze wilden bij anderen zijn.
  • 21:04 - 21:06
    We hoefden ze niet met
    de auto op te halen,
  • 21:06 - 21:09
    telkens als er een vergadering is en te
    zeggen: je moet naar de vergadering komen,
  • 21:09 - 21:12
    enzovoorts, omdat
    dit vermoeiend is.
  • 21:12 - 21:17
    Als je blijft proberen mensen te
    discipelen die het niet willen, ga je dood.
  • 21:17 - 21:21
    Je zult geen vrucht dragen
    en het is erg vermoeiend.
  • 21:22 - 21:24
    Maar wanneer ze
    opnieuw geboren worden,
  • 21:24 - 21:25
    komt het van nature.
  • 21:25 - 21:27
    En het kan tijd kosten,
  • 21:28 - 21:31
    om te gaan zitten en het
    evangelie aan hen uit te leggen.
  • 21:31 - 21:33
    Het kost tijd.
  • 21:33 - 21:38
    Maar ga niet verder en concentreer
    je op veel andere dingen,
  • 21:38 - 21:39
    ga terug naar het evangelie.
  • 21:39 - 21:42
    Help ze met die basis.
  • 21:42 - 21:45
    Dus dat is iets over
    opnieuw geboren worden
  • 21:45 - 21:47
    en ik zal het later
    allemaal samenvoegen,
  • 21:47 - 21:51
    dus het zal nog duidelijker
    zijn in de volgende lessen.
  • 21:51 - 21:54
    Dan hebben we mensen...
  • 21:55 - 21:59
    Ik wil het nog een keer zeggen.
    Ik kan een voorbeeld noemen:
  • 22:00 - 22:03
    Ik was enige tijd geleden in
    Canada en ik was in een kerk
  • 22:03 - 22:06
    waar ik een man ontmoette
    die in de kerk was.
  • 22:06 - 22:08
    Hij is drie maanden
    in de kerk geweest.
  • 22:08 - 22:10
    En ik vroeg hem. Ik
    keek hem aan en zei:
  • 22:10 - 22:13
    En jij dan? Dus je
    hebt God ervaren?
  • 22:13 - 22:14
    En hij zei: Nee, nog niet.
  • 22:15 - 22:19
    Nog niet? Oké. Ben
    je in water gedoopt?
  • 22:19 - 22:20
    Nee.
  • 22:20 - 22:24
    Oké. Spreek je in tongen? Heb
    je de Heilige Geest ontvangen?
  • 22:24 - 22:25
    Nee.
  • 22:26 - 22:27
    En ik vroeg hem: waarom niet?
  • 22:27 - 22:30
    En hij zei: ik weet het niet.
  • 22:31 - 22:34
    Dus ging ik naar de leiders
    in de kerk en ik zei:
  • 22:34 - 22:36
    Ik heb hier een vraag.
    We hebben iemand hier
  • 22:36 - 22:38
    die al drie maanden
    bij jullie is.
  • 22:39 - 22:42
    Hij is niet in water gedoopt. Hij is
    niet gedoopt met de Heilige Geest.
  • 22:42 - 22:44
    Hij heeft God nog niet ervaren.
  • 22:44 - 22:46
    Hij is niet wedergeboren.
    Waarom niet?
  • 22:47 - 22:50
    En de mensen daar in de
    kerk, de leiding, zeiden:
  • 22:50 - 22:51
    We weten het niet.
  • 22:52 - 22:53
    Ik zei wat?!
  • 22:53 - 22:58
    Ze hadden het idee dat de mensen
    gewoon naar onze Gemeenschappen komen,
  • 22:58 - 22:59
    dat het dan automatisch gebeurt,
  • 22:59 - 23:02
    dan zal God ze opnieuw
    geboren krijgen.
  • 23:02 - 23:04
    Dit is onze taak.
  • 23:04 - 23:09
    Het is onze taak om zorg te dragen voor
    de mensen waarmee we in contact staan.
  • 23:09 - 23:12
    We kunnen niet van hen
    verwachten dat ze het zelf doen.
  • 23:12 - 23:17
    Dus als we mensen zien die het
    willen, of op zoek zijn naar God,
  • 23:17 - 23:20
    dan moeten we met
    hen gaan zitten,
  • 23:20 - 23:24
    en hen het evangelie
    beter uitleggen.
  • 23:24 - 23:26
    En ik heb in les 8 over
    het evangelie uitgelegd
  • 23:26 - 23:28
    hoe je het evangelie deelt.
  • 23:28 - 23:32
    En wat deed ik die dag op die bijeenkomst?
    Ik zei tegen iedereen:
  • 23:32 - 23:35
    Luister. Ik neem deze kerel nu.
  • 23:35 - 23:37
    Ik ga met hem gaan zitten.
    Ik ga het evangelie delen,
  • 23:37 - 23:39
    waar jullie allemaal bij zijn.
  • 23:40 - 23:42
    En wat ik vandaag
    met hem zal doen,
  • 23:42 - 23:44
    je had het drie maanden
    geleden moeten doen.
  • 23:44 - 23:46
    En die dag ging
    ik met hem zitten.
  • 23:46 - 23:48
    Ik heb het evangelie
    met hem gedeeld.
  • 23:48 - 23:51
    Hij bekeerde zich nadat hij
    het evangelie had gehoord.
  • 23:51 - 23:55
    Hoe kun je je bekeren als
    niemand je vertelt wat zonde is?
  • 23:55 - 23:57
    Hij werd in water gedoopt.
  • 23:57 - 23:59
    Hoe kun je dat doen
    als we het niet doen?
  • 23:59 - 24:02
    En ik legde mijn handen op hem
    en hij ontving de Heilige Geest.
  • 24:02 - 24:04
    Die dag werd hij wedergeboren.
  • 24:04 - 24:08
    En hij kreeg het vuur
    als nooit tevoren.
  • 24:08 - 24:10
    Zijn leven is veranderd.
  • 24:11 - 24:16
    De trieste waarheid is, als ik daar die dag
    niet was geweest en het niet had gedaan,
  • 24:16 - 24:19
    misschien na twee, drie
    maanden meer in de kerk,
  • 24:19 - 24:21
    zou hij gedacht hebben:
    Oké, God wil me niet,
  • 24:21 - 24:23
    er is niks gebeurd. Die
    mensen staan in brand.
  • 24:23 - 24:27
    Die mensen hebben een ijver voor God.
    Die mensen verlangen naar God.
  • 24:27 - 24:29
    Ik heb het niet. Misschien
    is er iets mis met mij.
  • 24:29 - 24:31
    En dan zou hij weer
    zijn afgedwaald.
  • 24:31 - 24:35
    En ik heb dat gezien. Ik heb
    mensen naar de kerk zien komen,
  • 24:35 - 24:41
    in de kerk zijn, en na
    een tijdje in de kerk,
  • 24:41 - 24:43
    komen ze gewoon weer naar buiten
  • 24:43 - 24:48
    omdat niemand de tijd nam om ze
    echt opnieuw geboren te krijgen.
  • 24:48 - 24:51
    En het is zo belangrijk
    om dit te begrijpen.
  • 24:53 - 24:58
    Maar als mensen niet willen luisteren,
    als mensen de boodschap niet willen,
  • 24:58 - 25:02
    als mensen niet willen gaan zitten
    en het evangelie niet willen horen,
  • 25:02 - 25:05
    dan komt er een moment dat
    we niet achter hen aanrennen.
  • 25:06 - 25:08
    Neem het stof van
    je handen en voeten
  • 25:08 - 25:10
    en ga verder, ga verder.
  • 25:10 - 25:13
    Omdat je geen mensen kunt
    discipelen die het niet willen.
  • 25:14 - 25:17
    En ik heb mensen in de kerk
    gezien die jaren gebruikten,
  • 25:17 - 25:20
    om mensen proberen te discipelen
    die het eigenlijk niet willen.
  • 25:20 - 25:23
    Jezus is radicaal. Jezus
    zei zoiets in Mattheüs 7.
  • 25:23 - 25:24
    Hij zei dit (NBV):
  • 25:24 - 25:30
    Vers 6: Geef wat heilig
    is niet aan de honden
  • 25:30 - 25:34
    en gooi je parels
    niet voor de zwijnen;
  • 25:34 - 25:38
    die zouden ze maar met hun poten vertrappen,
    zich omkeren en jullie verscheuren.
  • 25:39 - 25:40
    Dit zegt Jezus.
  • 25:41 - 25:42
    Wat bedoelt hij daarmee?
  • 25:42 - 25:46
    Wat bedoelt hij met het niet
    geven aan honden wat heilig is
  • 25:46 - 25:50
    en werp geen parels
    voor varkens?
  • 25:50 - 25:52
    Omdat ze je zullen
    vertrappen en je aanvallen.
  • 25:52 - 25:57
    Wat Hij bedoelt is dat,
    biedt niet aan wat heilig is
  • 25:57 - 26:01
    aan mensen die het
    niet waarderen.
  • 26:01 - 26:05
    Biedt niet wat heilig is aan
    mensen aan die het niet waarderen.
  • 26:05 - 26:08
    Omdat ze zich dan tegen je zullen
    keren en je zullen aanvallen.
  • 26:08 - 26:17
    De honden en zwijnen zijn hier het
    beeld van een wereldlijke man of vrouw
  • 26:18 - 26:21
    die niet waardeert
    wat je ze geeft.
  • 26:22 - 26:25
    Een hond maakt het niet uit als
    het voedsel dat je hem geeft
  • 26:25 - 26:29
    komt van de chef in
    een groot restaurant
  • 26:29 - 26:31
    of komt uit de vuilnisbak.
  • 26:31 - 26:33
    En parels, als je die geeft.
  • 26:34 - 26:40
    En varkens, als je ze parels geeft,
    waarderen ze de waarde daarvan niet.
  • 26:41 - 26:46
    Op dezelfde manier kunnen we
    onze tijd beter niet gebruiken.
  • 26:46 - 26:54
    Onze energie, ons geld, aan
    mensen die het niet willen.
  • 26:54 - 26:56
    En daar zit een vrijheid in.
  • 26:56 - 27:00
    Als je discipelen wilt maken
    en effectief wilt zijn,
  • 27:01 - 27:04
    die mensen die het
    willen, help ze, ga ver,
  • 27:04 - 27:07
    ga de hele weg, leg je
    leven voor hen neer,
  • 27:07 - 27:10
    geef je geld ervoor, geef ze
    alles wat ze nodig hebben,
  • 27:10 - 27:14
    die mensen die het willen,
    help ze, help ze, help ze.
  • 27:14 - 27:20
    Maar die mensen die het niet
    waarderen en niet willen,
  • 27:21 - 27:25
    haal het stof van je
    voeten en ga verder.
  • 27:25 - 27:29
    Anders zul je uiteindelijk
    veel tijd doorbrengen,
  • 27:30 - 27:34
    aan mensen die geen
    enkele vrucht dragen.
  • 27:34 - 27:37
    Dit is dus gewoon belangrijk,
    maar we willen doorgaan.
  • 27:37 - 27:39
    Dus er zijn mensen die
    niet wedergeboren zijn
  • 27:39 - 27:41
    en je kunt de boom
    kennen aan de vruchten.
  • 27:41 - 27:43
    Als ze die ijver niet hebben,
  • 27:43 - 27:48
    als zij niet dat verlangen hebben
    naar het Woord van God en dat alles,
  • 27:48 - 27:53
    verlangen naar genootschap en gerechtigheid,
    geef hun dan het evangelie, help hen.
  • 27:53 - 27:57
    Als ze het evangelie niet
    willen ontvangen, ga dan verder.
  • 27:57 - 28:01
    Maar wanneer ze opnieuw geboren worden.
    Ze zijn nu opnieuw geboren.
  • 28:02 - 28:07
    Maar ze zijn als baby's. Ze
    zijn als kleine kinderen.
  • 28:07 - 28:10
    En sommigen van degenen die opnieuw geboren
    zijn hebben een religieuze achtergrond
  • 28:10 - 28:12
    dus ze weten meer dan anderen
  • 28:12 - 28:16
    en sommige mensen komen
    totaal van buiten de kerk.
  • 28:19 - 28:26
    En we hebben ook mensen in de kerk die...
    velen die niet wedergeboren zijn,
  • 28:26 - 28:31
    en natuurlijk... Ze zijn wedergeboren,
    maar het zijn nog steeds zuigelingen.
  • 28:31 - 28:33
    Ze zijn nog steeds
    geestelijk onvolwassen
  • 28:33 - 28:37
    en daarom zien we vaak
    ook problemen in kerken.
  • 28:37 - 28:41
    Paulus heeft dat feitelijk
    in 1 Korinthiërs besproken.
  • 28:41 - 28:48
    In vers 3 zegt hij: Maar, broeders en zusters, ik
    kon tot u niet spreken als tot geestelijke mensen.
  • 28:48 - 28:53
    Ik sprak tot mensen van deze wereld, tot niet
    meer dan kinderen in het geloof in Christus.
  • 28:53 - 29:00
    Ik heb u melk gegeven, geen vast
    voedsel; daar was u niet aan toe.
  • 29:00 - 29:06
    Dus, Paulus begreep dat wanneer
    hij mensen in kerken toesprak,
  • 29:06 - 29:09
    er waren mensen die
    volwassen waren,
  • 29:09 - 29:11
    er waren mensen die
    als vaders zijn,
  • 29:11 - 29:16
    maar er waren ook mensen die als
    baby's waren, zoals kleine kinderen.
  • 29:16 - 29:20
    En wat hij zei, wat
    hij de baby's kon geven
  • 29:20 - 29:26
    was niet hetzelfde als hij de
    meer volwassen mensen kon geven.
  • 29:26 - 29:28
    Ik ga gewoon verder.
    Hebreeën 5...
  • 29:28 - 29:33
    Het zegt dit: Vanaf vers 11.
  • 29:35 - 29:39
    Hierover valt nog veel te zeggen, maar
    het is moeilijk aan u uit te leggen,
  • 29:39 - 29:42
    omdat u traag van
    begrip bent geworden.
  • 29:43 - 29:48
    Werkelijk, u had toch inmiddels
    allemaal leraar moeten zijn!
  • 29:48 - 29:51
    Werkelijk, u had toch inmiddels
    allemaal leraar moeten zijn!
  • 29:51 - 29:54
    Je had andere mensen
    moeten onderwijzen.
  • 29:55 - 30:00
    In plaats daarvan hebt u er zelf een
    nodig om u opnieuw de grondslagen
  • 30:00 - 30:06
    van het woord van God bij te brengen.
    Je hebt melk nodig, geen vast voedsel.
  • 30:06 - 30:18
    Wie melk drinkt is nog een klein kind en heeft geen weet
    van de draagwijdte van de verkondigde gerechtigheid.
  • 30:18 - 30:27
    Vast voedsel is voor volwassenen; hun
    zintuigen zijn door ervaring geoefend
  • 30:28 - 30:34
    en zij zijn in staat onderscheid te
    maken tussen goed en kwaad (NBV).
  • 30:35 - 30:41
    Dus hier zien we in deze tekst
    dat er baby's in Christus zijn,
  • 30:42 - 30:46
    er zijn kinderen, er zijn
    mensen die volwassener zijn,
  • 30:47 - 30:50
    er zijn mensen die in
    de tijd die voorbij is,
  • 30:51 - 30:57
    anderen hadden moeten onderwijzen, maar die
    mensen hebben het in plaats daarvan nodig,
  • 30:58 - 31:00
    dat andere mensen
    hen onderwijzen.
  • 31:00 - 31:05
    Die mensen die volwassen zouden
    moeten zijn, zijn nog steeds baby's.
  • 31:05 - 31:08
    Ze hebben melk nodig. Ze zijn
    ongeschoold in rechtschapenheid.
  • 31:08 - 31:13
    Ze kunnen nog steeds geen onderscheid
    maken tussen goed en kwaad.
  • 31:13 - 31:15
    En dit is onze taak.
  • 31:16 - 31:20
    Het is onze taak mensen
    te laten groeien.
  • 31:22 - 31:24
    Een gezonde gemeenschap,
  • 31:27 - 31:32
    is geen gezonde gemeenschap
    met veel onvolwassen baby's
  • 31:32 - 31:35
    die al vele, vele
    jaren onvolwassen zijn.
  • 31:36 - 31:43
    Een gezonde gemeenschap is een
    gemeenschap waar die baby's opgroeien
  • 31:43 - 31:47
    en ze worden volwassen.
    Ze groeien op in Christus
  • 31:47 - 31:51
    en ze zijn geen baby's meer.
    Ze zijn niet meer ongeschoold,
  • 31:51 - 31:58
    als het gaat om gerechtigheid. Ze zijn
    nu klaar om andere mensen te onderwijzen.
  • 31:59 - 32:02
    En dit is wat de hele
    visie en het idee is,
  • 32:02 - 32:06
    niet alleen met de vijfvoudige
    bediening, die ik nu ga lezen,
  • 32:06 - 32:11
    maar het hele idee met de kerk,
    het hele idee met samenkomen,
  • 32:11 - 32:13
    is om mensen te laten groeien.
  • 32:13 - 32:17
    Niet alleen in aantallen groeien,
    maar ook in kwaliteit groeien.
  • 32:18 - 32:22
    Dat mensen die niet wedergeboren zijn.
    Die worden opnieuw geboren.
  • 32:22 - 32:28
    Maar ze gaan niet verder als baby's.
    Ze groeien op en worden jonge mannen
  • 32:28 - 32:31
    en dan groeien ze op
    en worden ze vaders.
  • 32:31 - 32:33
    En dan krijgen ze zelf baby's.
  • 32:34 - 32:36
    En die baby's groeien
    en worden jonge mannen
  • 32:37 - 32:41
    en ze groeien op en worden
    vaders en ze krijgen weer baby's.
  • 32:41 - 32:42
    Zoals in het natuurlijke.
  • 32:44 - 32:48
    Laten we hier Efeziërs
    4: 11-16 lezen.
  • 32:49 - 32:57
    En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en
    profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren,
  • 32:58 - 33:05
    Er zijn meerdere gaven. Maar God gaf gaven, en
    daarom lezen we in vers 12, waarom ze kwamen.
  • 33:05 - 33:11
    om de heiligen toe te rusten
    voor het werk in zijn dienst.
  • 33:11 - 33:16
    Zo wordt het lichaam
    van Christus opgebouwd,
  • 33:16 - 33:22
    totdat wij allen samen door ons geloof en door
    onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen,
  • 33:22 - 33:28
    de eenheid van de volmaakte mens, van de tot
    volle wasdom gekomen volheid van Christus.
  • 33:29 - 33:33
    Dus groeien we op tot
    een volwassen mens.
  • 33:33 - 33:38
    tot de eenheid van de volmaakte mens, van de
    tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.
  • 33:39 - 33:50
    Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die
    stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien,
  • 33:50 - 33:56
    als mensen listig en doortrapt anderen
    op een dwaalspoor willen brengen.
  • 33:56 - 33:59
    Dan zullen we, door ons aan de waarheid
    te houden en elkaar lief te hebben,
  • 33:59 - 34:06
    samen volledig toe groeien naar
    hem die het hoofd is: Christus.
  • 34:07 - 34:11
    Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam
    samenhang, en wordt het ondersteund
  • 34:11 - 34:12
    en bijeengehouden door
    alle gewrichtsbanden.
  • 34:12 - 34:19
    Ieder deel draagt naar vermogen
    bij tot de groei van het lichaam,
  • 34:19 - 34:26
    dat zo zichzelf
    opbouwt door de liefde.
  • 34:26 - 34:27
    En ik wil het uitleggen.
  • 34:27 - 34:33
    Dus waarom zijn we samen? We zijn samen
    voor de uitrusting van de heiligen.
  • 34:33 - 34:37
    Dus wij, als het lichaam
    van Christus, groeien op,
  • 34:37 - 34:44
    dus we zijn volwassen in
    Christus, niet langer kinderen.
  • 34:44 - 34:46
    Wat is het met kinderen?
  • 34:46 - 34:52
    Kinderen worden van de ene
    naar de andere kant gegooid,
  • 34:52 - 34:54
    elke keer als er
    nieuw onderwijs is.
  • 34:54 - 34:58
    Ze kunnen goed en kwaad niet onderscheiden.
    Ze raken in de war.
  • 34:58 - 35:01
    Dus we moeten het
    lichaam op laten groeien.
  • 35:02 - 35:05
    En dit is wat het is.
  • 35:05 - 35:09
    Als je naar baby's kijkt.
    Baby's worden opnieuw geboren.
  • 35:09 - 35:12
    Het zijn baby's. Het
    zijn kleine kinderen.
  • 35:12 - 35:15
    Ze zijn nog steeds ongeschoold
    in rechtschapenheid.
  • 35:15 - 35:21
    Ze zijn wedergeboren, maar
    ze zijn nog niet volwassen.
  • 35:21 - 35:24
    Ze worden opnieuw geboren en ze hebben
    een honger naar het Woord van God.
  • 35:24 - 35:29
    Ze worden opnieuw geboren en ze
    hebben honger naar gerechtigheid.
  • 35:29 - 35:31
    Ze zijn er nog steeds
    ongeschoold in.
  • 35:31 - 35:36
    Ze zijn wedergeboren. Ze hebben honger
    naar gemeenschap met andere gelovigen,
  • 35:36 - 35:40
    maar ze zijn nog steeds
    nog niet volwassen.
  • 35:40 - 35:44
    En degenen die als baby's zijn,
  • 35:45 - 35:48
    ze moeten leren waar ze zijn.
  • 35:48 - 35:50
    Je geeft ze geen groot
    stuk biefstuk en zegt:
  • 35:50 - 35:54
    Pak aan. Eet dit.
    Zie je volgende week.
  • 35:54 - 36:02
    Wanneer mensen net als baby's zijn,
    hebben ze melk nodig, geen vast voedsel.
  • 36:03 - 36:08
    Ze hebben nog steeds andere mensen
    nodig om hen te onderwijzen,
  • 36:08 - 36:12
    andere mensen om hen te voeden.
  • 36:13 - 36:17
    Dan, zoals we eerder lazen,
    hebben we iets genaamd
  • 36:17 - 36:21
    jonge mannen of meer volwassen
    mensen, kinderen of jonge mannen.
  • 36:21 - 36:27
    Er zijn jonge mannen. Ze
    kunnen zelfstandig eten
  • 36:27 - 36:33
    en ze leren nu om God te
    kennen en te vertrouwen.
  • 36:37 - 36:41
    Dus die jonge mannen, ze
    kunnen zichzelf voeden,
  • 36:43 - 36:46
    ze kunnen vast voedsel aan en ze
    zijn op de een of andere manier
  • 36:46 - 36:51
    in staat goed en kwaad te onderscheiden.
    Ze groeien nu op.
  • 36:52 - 36:57
    Wat ze nodig hebben. Ze
    hebben training nodig.
  • 36:57 - 37:00
    Ze hebben geen melk nodig zoals eerder.
    Ze hebben training nodig.
  • 37:00 - 37:05
    Ze hebben hulp nodig om vaders
    in het geloof te worden.
  • 37:06 - 37:10
    En ik wil een andere tekst gebruiken waarin
    je over die verschillende niveaus leest
  • 37:10 - 37:13
    zodat je het kunt begrijpen
    en dan zal ik het samenvoegen.
  • 37:14 - 37:16
    Van 1 Johannes 2.
  • 37:18 - 37:19
    Johannes zegt hier:
  • 37:20 - 37:26
    Kinderen, ik schrijf u (baby's).
  • 37:26 - 37:37
    Kinderen, ik schrijf u dat uw zonden
    u vergeven zijn omwille van zijn naam.
  • 37:37 - 37:42
    Ik schrijf u, ouderen: u kent
    hem die er is vanaf het begin.
  • 37:42 - 37:48
    Ik schrijf u, jongeren: u hebt hem
    die het kwaad zelf is overwonnen.
  • 37:48 - 37:52
    Ik schrijf u, ouderen: u kent
    hem die er is vanaf het begin.
  • 37:52 - 37:57
    Ik schrijf u, jongeren: u hebt hem
    die het kwaad zelf is overwonnen.
  • 37:57 - 38:02
    Kinderen, ik schrijf u
    dus dat u de Vader kent.
  • 38:02 - 38:07
    En hij gaat door: Ouderen, u schrijf ik:
    u kent hem die er is vanaf het begin.
  • 38:07 - 38:12
    Jongeren, u schrijf
    ik: u bent sterk,
  • 38:12 - 38:16
    het woord van God blijft in u,
    en u hebt het kwaad overwonnen.
  • 38:16 - 38:22
    Dit zijn de dingen waar Johannes het
    over heeft en spreekt over het leven.
  • 38:22 - 38:25
    Ik heb dit aan je
    geschreven, jonge kinderen.
  • 38:25 - 38:27
    Ik heb dit aan je
    geschreven, jonge mannen.
  • 38:27 - 38:31
    Ik heb dit aan je
    geschreven, vaders.
  • 38:31 - 38:35
    En een van de dingen die hij
    zei over vaders hier is dat,
  • 38:35 - 38:41
    U vaders, u kent Hem, die
    vanaf het begin is geweest.
  • 38:41 - 38:45
    Of zei met andere woorden.
    Jij kent God,
  • 38:45 - 38:47
    en heb Hem al heel lang gekend.
  • 38:48 - 38:50
    Je hebt een relatie met God.
  • 38:50 - 38:51
    Je kent God echt.
  • 38:51 - 38:56
    Je bent hier al een lange
    tijd, dus je ziet dingen
  • 38:56 - 38:57
    die kinderen niet zien.
  • 38:57 - 39:01
    Je begrijpt dingen die
    baby's niet begrijpen.
  • 39:01 - 39:06
    Je bent nu een vader. Je bent
    nu, zoals ik hier schreef,
  • 39:06 - 39:09
    je bent nu volwassen
    in het geloof.
  • 39:09 - 39:13
    En andere mensen
    kijken nu naar je op
  • 39:14 - 39:20
    en als vaders heb je
    je eigen kinderen.
  • 39:21 - 39:25
    Wat hebben vaders nodig?
    Ze hebben geen melk nodig.
  • 39:25 - 39:30
    Ze moeten worden aangemoedigd om daar
    te zijn voor de volgende generatie.
  • 39:30 - 39:42
    Vaders moeten anderen helpen op te staan
    om zoals zij in het geloof te zijn.
  • 39:45 - 39:50
    Jij die deze video ziet,
    is een van die vier.
  • 39:50 - 39:53
    Misschien zie je deze video en
    ben je nog niet wedergeboren.
  • 39:53 - 39:55
    Hoe weet je of je
    wedergeboren bent?
  • 39:55 - 39:58
    Heb je de vrucht van
    iemand die wedergeboren is?
  • 39:59 - 40:02
    Zo niet, dan moet je
    opnieuw geboren worden.
  • 40:02 - 40:04
    Het is meer dan alleen: Oh, nu
    moet ik mezelf bij elkaar brengen
  • 40:04 - 40:06
    en ik moet een verlangen
    hebben naar het Woord van God
  • 40:06 - 40:09
    en ik moet mezelf bij elkaar brengen, ik
    moet liefde hebben voor de gemeenschap,
  • 40:09 - 40:11
    Ik moet mezelf echt
    bij elkaar brengen,
  • 40:11 - 40:15
    en... en... en... en een verlangen
    naar gerechtigheid krijgen.
  • 40:15 - 40:19
    Nee, je hebt het evangelie nodig.
    Je moet opnieuw geboren worden.
  • 40:19 - 40:22
    Omdat, de Geest dit dan
    allemaal in je doet.
  • 40:23 - 40:29
    Maar jij die wedergeboren bent,
    wanneer je een spirituele baby bent,
  • 40:29 - 40:32
    en dat heeft niets te maken met
    hoe oud je in je leeftijd bent.
  • 40:32 - 40:35
    Dat heeft te maken met hoe
    oud je geestelijk bent,
  • 40:36 - 40:40
    je hebt iets nodig dat anders
    is dan wat vaders nodig hebben
  • 40:40 - 40:42
    en jonge mannen nodig hebben.
  • 40:43 - 40:48
    Jonge mannen, als je de basis
    hebt begrepen, ben je opgegroeid,
  • 40:48 - 40:53
    als jonge man heb je ook
    iets anders nodig dan baby's.
  • 40:53 - 40:56
    En opnieuw, en
    opnieuw, met vaders.
  • 40:56 - 41:00
    En wat belangrijk is met het leven
    hier is dat we moeten begrijpen
  • 41:00 - 41:03
    waar mensen zijn.
  • 41:04 - 41:07
    We moeten begrijpen waar
    ze zijn in hun leven.
  • 41:07 - 41:11
    Paulus was duidelijk
    met wie hij sprak.
  • 41:11 - 41:16
    En we kunnen hetzelfde
    niet eisen van een baby
  • 41:16 - 41:18
    zoals we die van
    een jonge man eisen.
  • 41:19 - 41:22
    Ik heb net een kleinzoon, David.
  • 41:23 - 41:28
    Als hij gewoon in zijn luier zit
    en plast, zijn we opgewonden:
  • 41:28 - 41:33
    Hé, hij plast in zijn luier! Hij is een jongen.
    Hij is nog geen jaar oud.
  • 41:33 - 41:36
    We eisen niet veel van hem.
  • 41:37 - 41:42
    Wij zorgen voor hem. We
    geven hem veel dingen.
  • 41:42 - 41:45
    We geven hem geen rundvlees.
    Hij barbecuet niet met ons.
  • 41:45 - 41:48
    Hij is daar, maar we
    geven hem iets anders.
  • 41:48 - 41:54
    Maar wat hij eet, als we dat
    aan onze tienerdochter geven
  • 41:54 - 41:59
    die is zestien jaar oud, binnenkort
    zeventien, zij zal verhongeren.
  • 41:59 - 42:01
    Ze zal er niet door groeien.
  • 42:01 - 42:04
    Er komt een tijd
    dat ze ermee stopt
  • 42:04 - 42:07
    als ze dat alleen maar
    opnieuw en opnieuw eet.
  • 42:07 - 42:11
    En sommige kerken doen
    hetzelfde allemaal opnieuw
  • 42:11 - 42:16
    en ze hebben echt een goede focus
    om mensen naar de kerk te brengen
  • 42:16 - 42:20
    en ze zijn misschien goed in het
    opnieuw laten geboren worden van mensen,
  • 42:20 - 42:25
    maar die mensen hebben meer
    nodig dat iedere keer hetzelfde
  • 42:25 - 42:27
    Wat nu als ze wedergeboren zijn?
  • 42:28 - 42:29
    Ze hebben iets anders nodig.
  • 42:30 - 42:33
    En dit is wat ik geloof dat...
  • 42:33 - 42:36
    In plaats van de kerk als
    een instelling te zien
  • 42:36 - 42:41
    met veel verschillende kinderen zou
    de kerk als een familie moeten zijn
  • 42:41 - 42:46
    waar we vaders hebben, we hebben
    baby's en we hebben kinderen.
  • 42:47 - 42:51
    En mensen begrijpen dat. En het
    maakt deel uit van waar we zijn
  • 42:51 - 42:54
    en dan helpen we
    mensen waar ze zijn.
  • 42:54 - 42:57
    Wij helpen mensen waar ze zijn,
  • 42:57 - 43:00
    omdat het anders is
    wat ze nodig hebben.
  • 43:00 - 43:05
    Laten we baby's nemen. Wat
    doen we als we baby's hebben?
  • 43:05 - 43:07
    Wanneer mensen opnieuw
    worden geboren.
  • 43:08 - 43:12
    Wat ze nodig hebben - ze hebben nodig...
    Ik heb hier iets opgeschreven,
  • 43:12 - 43:15
    ze hebben de tijd nodig om te groeien.
    Het kost tijd om te groeien.
  • 43:18 - 43:22
    We eisen niet te veel van hen.
  • 43:22 - 43:29
    Ze hebben nog steeds geen vaardigheden, ze
    hebben melk nodig en ze ervaren veel aanvallen.
  • 43:29 - 43:31
    Ze hebben Satan nog
    niet overwonnen.
  • 43:31 - 43:34
    Ik zal later komen om
    'Satan te overwinnen'.
  • 43:37 - 43:40
    Baby's hebben tijd
    nodig om te groeien.
  • 43:40 - 43:43
    Ze maken fouten.
  • 43:43 - 43:49
    Ze zijn nog steeds ongeschoold
    als het gaat om gerechtigheid.
  • 43:51 - 43:54
    Het is zo belangrijk voor ons die
    volwassener zijn in het geloof
  • 43:54 - 43:59
    dat we ons herinneren
    hoe het was in het begin,
  • 43:59 - 44:01
    dat we niet vergeten
    waar we vandaan komen.
  • 44:02 - 44:06
    Ik heb een hoge standaard
    boven mezelf, in mijn leven nu.
  • 44:06 - 44:09
    Ik heb een hoge standaard met enkele
    van de jonge mensen waarmee we werken,
  • 44:09 - 44:11
    die sterk zijn in het geloof,
  • 44:11 - 44:15
    maar jonge mensen
    maken fouten, baby's.
  • 44:16 - 44:19
    Ze worden aangevallen.
  • 44:19 - 44:22
    We moeten hen helpen. We
    hebben veel geduld nodig.
  • 44:23 - 44:27
    En ze gaan weer zondigen.
    Ze zullen in zonde vallen.
  • 44:27 - 44:32
    Ze gaan vechten. Ze
    gaan gekke dingen doen.
  • 44:32 - 44:36
    Maar het zijn baby's. Wat kunnen
    we nog meer van hen verwachten?
  • 44:37 - 44:42
    En we moeten dat accepteren. We moeten
    mensen tijd geven om te groeien.
  • 44:43 - 44:47
    We moeten niet te
    veel van hen te eisen.
  • 44:48 - 44:54
    Dus, heb ze nodig. Net als Paulus,
    toen hij schreef aan baby's,
  • 44:54 - 44:58
    kinderen, kleine kinderen, hij zei...
    nee niet Paulus. Johannes, sorry.
  • 44:58 - 45:01
    In Johannes, waarover we
    eerder lazen, zei hij:
  • 45:01 - 45:04
    Je zonden zijn vergeven.
  • 45:05 - 45:09
    We moeten mensen helpen begrijpen
    dat hun zonden zijn vergeven.
  • 45:09 - 45:13
    We moeten hen helpen te begrijpen
    wie zij in Christus zijn.
  • 45:13 - 45:16
    En wanneer zij dan zondigen
    en iets verkeerds doen,
  • 45:16 - 45:19
    dan is er weer vergeving
    en kom gewoon weer boven,
  • 45:19 - 45:23
    sta weer op. We
    moeten dat begrijpen.
  • 45:23 - 45:28
    Omdat ze in zonde zullen vallen.
    Ze gaan vechten.
  • 45:28 - 45:30
    Ze worden aangevallen.
  • 45:30 - 45:33
    Dan moeten we ze het
    Woord van God geven.
  • 45:34 - 45:37
    Maar ze hebben melk nodig. We kunnen ze
    niet gewoon de Bijbel geven en zeggen:
  • 45:37 - 45:40
    Hier is de Bijbel. Ga
    naar huis en lees het.
  • 45:40 - 45:43
    Iemand heeft tegen me gezegd
    toen ik opnieuw werd geboren:
  • 45:44 - 45:46
    Torben, ga de Bijbel lezen.
  • 45:46 - 45:49
    Ik ging naar huis om de Bijbel te lezen.
    Ik heb de Bijbel nooit eerder geopend.
  • 45:49 - 45:53
    Dus ik begon in Rechters. Ik opende
    Rechters in het Oude Testament
  • 45:53 - 45:55
    omdat ik wilde lezen
    over de Dag des Oordeels
  • 45:55 - 45:58
    en ik dacht daarover
    te zullen lezen.
  • 45:58 - 46:01
    Ik wist niet dat er het Nieuwe
    en het Oude Testament was.
  • 46:01 - 46:05
    Ik wist niet dat de evangeliën op de een
    of andere manier vóór het kruis waren,
  • 46:05 - 46:08
    en daarom zag je niet
    het volledige leven daar,
  • 46:08 - 46:13
    maar dit gaat over Jezus en hoe
    Hij leerde hoe je Hem moet volgen.
  • 46:13 - 46:16
    Ik wist niets van de Heilige Geest
    en het Nieuwe Verbond aan het kruis
  • 46:16 - 46:19
    en het boek Handelingen,
    waar het boek over gaat.
  • 46:19 - 46:24
    Ik kende Romeinen niet en hoe Romeinen
    in de brieven zaten, en dat allemaal.
  • 46:24 - 46:28
    Ik wist het niet. Mensen weten
    het niet als we ze niet helpen.
  • 46:29 - 46:33
    Dus, ik zou zeggen, als we iemand hebben
    die nieuw is in het geloof als een baby,
  • 46:33 - 46:35
    introduceer de Bijbel bij hen.
  • 46:35 - 46:38
    Lees de Bijbel met hen.
  • 46:38 - 46:43
    Leg uit waar het Oude Verbond is,
    waar het Nieuwe Verbond begint.
  • 46:43 - 46:46
    Leg ze uit over Jezus'
    Woord, wat Hij zegt.
  • 46:46 - 46:50
    Ga terug naar Jezus. Leg
    uit over de nieuwe geboorte
  • 46:50 - 46:54
    en leg ze uit over het boek
    Handelingen en vroege christenen,
  • 46:54 - 46:59
    Romeinen, dat allemaal. Help ze.
    Introduceer ze in de Bijbel.
  • 46:59 - 47:04
    Lees de Bijbel met hen.
    Praat erover met ze.
  • 47:05 - 47:08
    En ik schreef hier ook
    dat ze worden aangevallen.
  • 47:08 - 47:10
    Ze hebben Satan nog
    niet overwonnen.
  • 47:10 - 47:12
    We moeten begrijpen...
  • 47:14 - 47:17
    Wanneer mensen wedergeboren
    zijn, haat Satan dat
  • 47:18 - 47:22
    en hij is erg snel in het
    aanvallen in het begin.
  • 47:22 - 47:26
    En we zien dat met Mozes,
    we zien dat met Jezus.
  • 47:26 - 47:30
    Zodra Mozes werd geboren,
    probeerde farao, in die tijd,
  • 47:30 - 47:35
    hij probeerde alle baby's te
    vermoorden omdat...
  • 47:35 - 47:38
    Hij heeft eigenlijk alle baby's gedood.
    Hij wilde Mozes vermoorden.
  • 47:38 - 47:42
    We zagen hetzelfde met Jezus omdat
    Mozes natuurlijk een beeld van Jezus is.
  • 47:42 - 47:44
    Maar Jezus en zijn
    ouders, moesten
  • 47:44 - 47:50
    naar Egypte vluchten, om te ontsnappen,
    zodat Hij niet gedood zal worden.
  • 47:51 - 47:57
    Satan haat ons. Satan haat mensen
    wanneer ze opnieuw geboren worden.
  • 47:57 - 48:03
    En daarom is er in het
    begin een extra aanval.
  • 48:03 - 48:07
    En ik was onder veel geestelijke
    aanvallen toen ik wedergeboren werd.
  • 48:08 - 48:13
    En er was een tijd, de eerste, zou ik
    zeggen, de eerste drie, vier maanden.
  • 48:13 - 48:19
    waar ik dichtbij was om weer weg
    te vallen, en opnieuw en opnieuw.
  • 48:20 - 48:21
    Het was moeilijk.
  • 48:21 - 48:27
    Het was moeilijk toen ik thuis kwam, ik
    kwam terug naar mijn oude vrienden op school
  • 48:27 - 48:29
    en ze wilden gaan
    drinken en ik dacht:
  • 48:29 - 48:33
    Ja, het is verkeerd, maar ik heb niet gezegd.
    Oké, ik wil gaan drinken met jou.
  • 48:33 - 48:34
    Oh nee, ik wil niet
    drinken, maar...
  • 48:34 - 48:37
    Het was moeilijk. Er
    was een strijd gaande.
  • 48:37 - 48:40
    En ik heb fouten gemaakt
    omdat ik nog een baby was.
  • 48:40 - 48:43
    Ik was een baby, ik was
    ongeschoold in rechtschapenheid.
  • 48:43 - 48:45
    Wat heb ik nodig in mijn leven?
  • 48:45 - 48:47
    Ik had mensen nodig die
    me konden adviseren.
  • 48:47 - 48:49
    Ik had mensen nodig
    die me konden helpen.
  • 48:49 - 48:52
    Ik had mensen nodig die
    met me konden bidden,
  • 48:52 - 48:53
    die voor mij konden bidden.
  • 48:54 - 48:59
    En dat herinner ik me. Ik herinner het me dat
    in een kerk die we een paar jaar geleden hadden.
  • 48:59 - 49:03
    We zagen drie jonge
    mensen tot Christus komen.
  • 49:03 - 49:05
    En zij kwamen in
    onze gemeenschap.
  • 49:06 - 49:10
    En na een korte tijd in onze
    gemeenschap, na een maand of twee,
  • 49:10 - 49:13
    plotseling verdwenen ze allemaal.
    Fiu! Ze zijn allemaal weer weg.
  • 49:14 - 49:16
    En we vroegen ons
    af: waar zijn ze?
  • 49:16 - 49:18
    Ze zijn gewoon verdwenen.
  • 49:18 - 49:23
    En ik en mijn vriend, we kwamen bij elkaar
    en zeiden: Nee, laten we voor ze bidden.
  • 49:23 - 49:26
    Satan is een leugenaar. Hij
    zal deze keer niet winnen.
  • 49:26 - 49:29
    Dus namen we autoriteit
    in de Geest en baden we.
  • 49:29 - 49:33
    En wij bevalen Satan om hen nu
    te verlaten in de naam van Jezus.
  • 49:33 - 49:36
    We bidden voor die jonge
    mensen, we bidden dat Satan
  • 49:36 - 49:39
    hen zal verlaten, dat wat
    God is begonnen zal uitkomen
  • 49:39 - 49:43
    en elke aanval zal gaan, en we waren
    aan het bidden en bidden en bidden
  • 49:43 - 49:45
    voor die jonge mensen.
  • 49:46 - 49:51
    Die avond hadden we een huisbijeenkomst
    in onze woonkamer, huis,
  • 49:51 - 49:54
    en iemand klopte op de
    deur en ik opende de deur
  • 49:54 - 49:55
    en het was een van hen.
  • 49:55 - 49:59
    En ik dacht: hallo, het is
    zo goed om je weer te zien.
  • 49:59 - 50:01
    Ik was verrast dat
    hij hier was en zei:
  • 50:01 - 50:05
    Je weet dat we vanavond een samenkomst hebben.
    En hij zei als:
  • 50:05 - 50:07
    Nee, ik wist gewoon
    dat ik moest komen.
  • 50:07 - 50:09
    Oké, kom binnen.
  • 50:09 - 50:12
    Vijf minuten later klopt
    het weer op de deur.
  • 50:12 - 50:14
    Ik opende. Het was
    de andere jongen.
  • 50:14 - 50:18
    Hoi! Ja, ik voelde me zo sterk
    dat ik vanavond moest komen.
  • 50:18 - 50:22
    Oké, kom binnen. Vijf minuten
    later, de derde jongen.
  • 50:22 - 50:26
    Alle drie kwamen. Ze hebben
    niet met elkaar gepraat,
  • 50:26 - 50:28
    wisten niet dat het
    een vergadering was,
  • 50:28 - 50:33
    maar alle drie voelden op hetzelfde
    moment alleen dat ze moesten komen.
  • 50:33 - 50:38
    En ze zijn alle drie in een grote,
    grote, grote aanval geweest.
  • 50:38 - 50:42
    Satan kwam met schuld,
    met twijfel, met angst,
  • 50:42 - 50:44
    en ze werden aangevallen.
  • 50:45 - 50:50
    Wij die sterk zijn,
    moeten hun lasten dragen.
  • 50:50 - 50:52
    Wij die sterk zijn,
    moeten hen helpen.
  • 50:52 - 50:55
    Wij die God kennen, we moeten
    hen er door heen bidden.
  • 50:56 - 51:00
    We moeten bij hen zijn. We moeten
    beter zijn om voor hen te zorgen.
  • 51:00 - 51:05
    Geef niet op als ze het moeilijk
    hebben, omdat ze het moeilijk hebben.
  • 51:05 - 51:08
    Ze zullen opnieuw en
    opnieuw worstelen.
  • 51:08 - 51:11
    Dus het zijn nog steeds baby's.
    Ze zijn nog jong.
  • 51:11 - 51:14
    Ze hebben veel tijd nodig. Ze
    hebben tijd nodig om te groeien.
  • 51:14 - 51:17
    Ze hebben het nodig dat we niet
    te veel van hen afhankelijk zijn,
  • 51:17 - 51:20
    maar we geven ze de tijd
    om God te leren kennen,
  • 51:20 - 51:24
    zij hebben geen vaardigheid in gerechtigheid.
    Ze vallen nog steeds in zonde,
  • 51:24 - 51:27
    ze maken fouten. Ze
    hebben melk nodig.
  • 51:27 - 51:31
    Ze hebben ons nodig om hen te leren
    en te helpen en ze worden aangevallen.
  • 51:31 - 51:34
    Dus ze hebben ons nodig
    om voor hen te bidden.
  • 51:34 - 51:37
    Vergeet dat niet wanneer
    je met mensen werkt.
  • 51:38 - 51:42
    Dan hebben we de kleintjes.
  • 51:42 - 51:48
    De jongeren, wat we eerder hebben
    gelezen, sterk en hebben Satan overwonnen.
  • 51:48 - 51:52
    Dus ze hebben nu de
    eerste aanval overwonnen,
  • 51:52 - 51:56
    in die tijd toen ze worstelden
    met Satan die achter hen aan zat,
  • 51:56 - 51:57
    ze hebben dat overwonnen.
  • 51:57 - 52:01
    Je bent niet bang meer dat ze
    vandaag plotseling zullen verdwijnen
  • 52:01 - 52:07
    of morgen of volgende week. Waarom?
    Omdat ze die eerste hebben overwonnen...
  • 52:08 - 52:13
    laten we zeggen, het niveau van een baby zijn.
    Ze zijn nu jong.
  • 52:13 - 52:15
    Ze hebben dat overwonnen.
  • 52:15 - 52:17
    Dus ze zijn sterk en
    hebben Satan overwonnen.
  • 52:18 - 52:21
    Ze kunnen nu vast
    voedsel verwerken.
  • 52:22 - 52:25
    Je kunt dieper met hen gaan.
    Je kunt meer uitleggen.
  • 52:25 - 52:29
    Ze kunnen de Bijbel zelf
    op de betere manier lezen.
  • 52:29 - 52:32
    Ze kunnen begrijpen
    wat ze lezen.
  • 52:32 - 52:36
    Dus, in plaats van hen alleen les te
    geven, les te geven en les te geven,
  • 52:36 - 52:40
    kun je zeggen: Hé, probeer dit te lezen.
    Ga naar huis en lees dit.
  • 52:40 - 52:45
    Lees Romeinen, hoofdstuk dit
    en dit en dan, wat lees je?
  • 52:45 - 52:49
    Je kunt, in plaats van ze
    gewoon te leren alles te doen,
  • 52:49 - 52:53
    kun je ze het Woord geven en ze
    kunnen het Woord zelf opeten.
  • 52:53 - 52:56
    Ze leren nu
    geestelijk te groeien
  • 52:56 - 53:01
    en ze zijn meer afhankelijk
    van God en minder van jou.
  • 53:02 - 53:08
    En ik zou zeggen, als een
    baby, een baby moet...
  • 53:09 - 53:13
    Het is prima om een baby te leren
    dat ze van jou afhankelijk zijn.
  • 53:13 - 53:15
    Het zijn nog steeds baby's.
    Ze hebben je nodig.
  • 53:15 - 53:18
    Ze hebben volwassen
    mensen om hen heen nodig.
  • 53:18 - 53:21
    Maar nu, als ze opgroeien
    en jonger worden,
  • 53:21 - 53:26
    hoe ouder ze worden, hoe minder
    afhankelijk ze van je worden
  • 53:26 - 53:28
    en hoe afhankelijker
    ze worden van God.
  • 53:28 - 53:32
    En dit is hoe het in
    het natuurlijke is.
  • 53:32 - 53:36
    David, onze kleinzoon, hij is volledig
    afhankelijk van zijn vader en moeder,
  • 53:36 - 53:41
    maar mama en papa zijn niet zo
    afhankelijk van mij en mijn vrouw Lene,
  • 53:41 - 53:44
    omdat ze volwassen
    zijn geworden.
  • 53:44 - 53:48
    Dus er zijn die
    verschillende dingen.
  • 53:48 - 53:50
    Dan hebben we vaders.
  • 53:51 - 53:55
    En ik zou zeggen met kinderen,
    jonge kinderen, train ze,
  • 53:55 - 53:59
    geef ze actie, probeer ze
    uit, doe iets geks met hen.
  • 53:59 - 54:02
    Ik denk dat ze dit, echt
    meeneemt op een zendingsreis.
  • 54:03 - 54:05
    Neem ze in een auto, neem
    ze mee op een missie.
  • 54:05 - 54:10
    Neem ze mee backpacken. Ga
    de wereld in en ervaar dingen
  • 54:10 - 54:13
    waar ze echt leren en groeien.
  • 54:13 - 54:17
    Ik zal daar in de volgende
    les veel meer op ingaan
  • 54:17 - 54:20
    waar ik ga praten over
    hoe we de kerk doen.
  • 54:20 - 54:22
    Dan hebben we vaders.
  • 54:23 - 54:26
    Ze kunnen hun zintuigen gebruiken.
    Ze zijn echt volwassen
  • 54:26 - 54:31
    als het gaat om goed en slecht. Ze kunnen
    het goede onderscheiden van het kwade.
  • 54:31 - 54:34
    Ze kennen God. Ze kennen
    het grote plaatje.
  • 54:34 - 54:41
    Ze hebben veel geleerd. En nu
    krijgen ze hun eigen kinderen.
  • 54:41 - 54:44
    Mensen kijken naar hen op.
  • 54:44 - 54:51
    Ze hebben de vrucht van de Geest:
    liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid,
  • 54:51 - 54:55
    zachtheid, goedheid, geloof.
    Dat hebben we nodig.
  • 54:56 - 54:58
    We hebben vaders nodig.
  • 54:58 - 55:02
    We hebben niet veel leiders
    nodig, in de zin van de manier waarop
  • 55:02 - 55:05
    we kerk doen vandaag als een
    instelling waar de leider komt
  • 55:05 - 55:07
    en spreek en dan
    gaat hij naar huis.
  • 55:07 - 55:11
    We hebben vaders nodig. We hebben mensen
    nodig die Satan hebben overwonnen,
  • 55:11 - 55:14
    die sterk zijn in het geloof,
    die het grote plaatje zien,
  • 55:14 - 55:17
    die vervuld zijn van liefde,
    vreugde, vrede, lankmoedigheid,
  • 55:17 - 55:20
    zachtheid, goedheid, geloof.
  • 55:20 - 55:25
    Omdat ze, om vaders in de buurt
    te hebben, dan de kinderen,
  • 55:25 - 55:27
    jonge kinderen hebben
    iemand om naar op te kijken.
  • 55:30 - 55:32
    Dus ik hoop dat dit logisch is.
  • 55:32 - 55:34
    Ik weet dat er veel Bijbelteksten
    en veel dingen waren,
  • 55:34 - 55:38
    maar het is echt een belangrijke
    introductie tot sommige dingen
  • 55:38 - 55:40
    die ik later ga delen.
  • 55:40 - 55:46
    Dus, zoals we vorige keer
    zeiden, in een genootschap,
  • 55:46 - 55:49
    moeten we begrijpen
    waar die gemeenschap is.
  • 55:49 - 55:54
    We moeten begrijpen als dit een
    gemeenschap is zonder spirituele kinderen,
  • 55:54 - 55:57
    dan hebben ze een evangelist nodig
    om binnen te komen en hen te helpen
  • 55:57 - 55:59
    om spirituele
    kinderen te krijgen.
  • 55:59 - 56:03
    Maar we moeten ook weten of het
    een gemeenschap met veel baby's is.
  • 56:03 - 56:07
    Dan hebben we iemand nodig die
    kan komen om ze melk te geven.
  • 56:07 - 56:11
    Als je baby's hebt, ren dan niet de
    straat op om nieuwe baby's te vinden
  • 56:11 - 56:14
    en laat die baby's die je al
    hebt niet liggen en lijden.
  • 56:14 - 56:17
    Zorg dan voor de
    baby's die je hebt.
  • 56:17 - 56:24
    Als er mensen met kinderen zijn, dan
    hebben we mensen nodig om ze eruit te duwen
  • 56:24 - 56:27
    en laat ze minder afhankelijk van
    je zijn, meer afhankelijk van God
  • 56:27 - 56:31
    en opgroeien, zodat die kinderen volwassen
    kunnen worden en vader kunnen worden.
  • 56:31 - 56:35
    Elke gemeenschap heeft
    enkele van die niveaus.
  • 56:35 - 56:38
    Je bevindt je op
    een van die niveaus.
  • 56:38 - 56:44
    En ik denk, als we dit
    beginnen te begrijpen,
  • 56:44 - 56:48
    dan zouden we beter
    zijn in discipelschap,
  • 56:48 - 56:53
    omdat we geen melk geven aan jonge
    mannen die niet zullen groeien.
  • 56:54 - 56:59
    We geven geen rundvlees aan kleine
    baby's die eraan zullen sterven
  • 56:59 - 57:02
    en we proberen mensen niet
    te discipelen en op te geven
  • 57:02 - 57:05
    omdat ze er niet de
    vruchten er van hebben.
  • 57:06 - 57:10
    Dus ik hoop dat het logisch is.
    Dus, een kort einde.
  • 57:11 - 57:16
    Als we mensen ontmoeten en mensen
    discipelen die deze vruchten niet hebben,
  • 57:17 - 57:20
    help hen met het evangelie.
    Ga met ze zitten.
  • 57:20 - 57:24
    Introduceer het evangelie opnieuw.
    Leidt ze naar een waar berouw
  • 57:24 - 57:29
    en ware doop en ware Heilige Geest.
    Leid ze daar doorheen
  • 57:29 - 57:31
    want dan zullen ze
    die vrucht hebben.
  • 57:31 - 57:35
    Dan zullen ze nu de honger
    naar het Woord van God hebben,
  • 57:35 - 57:39
    de honger naar de gerechtigheid
    en liefde voor de gemeenschap.
  • 57:39 - 57:44
    Maar als mensen baby's zijn,
    geef ze dan melk, help ze,
  • 57:44 - 57:49
    wees geduldig met hen, houd van hen,
    stel hen voor aan het Woord van God,
  • 57:49 - 57:51
    maar zeg niet alleen: ga
    naar huis en lees dat.
  • 57:51 - 57:55
    Lees het Woord van God met hen.
    Verklaar het Woord van God.
  • 57:55 - 57:58
    Leg het ze uit zodat
    ze het begrijpen.
  • 57:58 - 58:01
    Je moet ze voeden. Ze
    kunnen zichzelf niet voeden.
  • 58:01 - 58:05
    En je moet ze de tijd
    geven om te groeien.
  • 58:05 - 58:09
    Je eist niet hetzelfde van een
    baby als van een jonge man.
  • 58:10 - 58:14
    En met de jonge mannen
    moeten ze actie ondernemen.
  • 58:14 - 58:18
    Ze hebben hulp nodig. Je leert
    ze niet en legt ze alles uit
  • 58:18 - 58:21
    alsof ze baby's zijn. Je
    geeft ze het Woord en zegt:
  • 58:21 - 58:26
    'Ga dat lezen.' Je helpt ze om
    meer afhankelijk te zijn van God
  • 58:26 - 58:31
    en minder aan jou. En je helpt
    hen op te groeien waardoor ze
  • 58:31 - 58:34
    vaders in het geloof worden en
    hun eigen kinderen krijgen.
  • 58:34 - 58:37
    Dus, dit was waar ik het
    deze keer over wilde hebben.
  • 58:37 - 58:43
    De volgende les zal ik proberen het samen
    te stellen en meer praktisch te zijn
  • 58:43 - 58:47
    en komen met voorbeelden
    van wat je kunt doen
  • 58:47 - 58:51
    wanneer je daar bent, wat je kunt
    doen, hoe je elkaar kunt ontmoeten,
  • 58:51 - 58:53
    hoe je mensen bij
    elkaar kunt brengen
  • 58:53 - 58:56
    en hoe je zo gemeenschappen
    kunt opzetten, zoals dit.
  • 58:56 - 58:57
    God zegene je!
  • 58:57 - 59:01
    En als je de laatste les niet
    hebt gezien, 25, zie dat,
  • 59:01 - 59:04
    en dan zijn we
    snel terug met 27.
  • 59:04 - 59:05
    God zegene je!
Title:
Lesson 26 - Babies, children and fathers - give a beef to a baby it will die - The Pioneer School
Description:

more » « less
Video Language:
English
Duration:
59:06

Dutch subtitles

Revisions