-
Title:
Het geheime wapen waarmee dinosauriërs de wereld veroverden
-
Description:
Iedereen heeft wel theorieën gehoord over het uitsterven van de dinosauriërs -- maar hoe kwam het eigenlijk dat ze zo lang dominant waren? (Hint: het heeft niets te maken met hun afmetingen, snelheid, punten of veren.) Reis met paleontoloog Emma Schachner terug in de tijd, naar 200 miljoen jaar voor de dinosauriërs uitstierven, voor een luchtige blik op hun geschiedenis.
-
Speaker:
Emma Schachner
-
We weten waarom de dino's
zijn uitgestorven.
-
Ik ga nu vertellen over iets
-
wat ruim 200 miljoen jaar
daarvoor is gebeurd.
-
Dit verhaal gaat terug naar het begin,
-
toen de dinosauriërs
pas op aarde verschenen.
-
Een van de grootste vragen
in de evolutiebiologie
-
is waarom de dino's zo succesvol waren.
-
Hoe konden ze zo lang
wereldwijd zo dominant zijn?
-
Als mensen zich dat afvragen,
-
denken ze vaak aan de grootste
of de kleinste dinosauriër
-
of aan de snelste
-
of aan die met de meeste veren
-
of aan pantsers, punten en tanden.
-
Maar misschien lag het
aan hun inwendige anatomie.
-
Een soort van geheim wapen.
-
Mijn collega's en ik denken
dat het aan de longen ligt.
-
Ik ben paleontoloog
en vergelijkend anatoom
-
en ik wil graag begrijpen
-
hoe hun longen de dinosauriërs hielpen
de aarde over te nemen.
-
Dus we springen
ruim 200 miljoen jaar terug
-
naar het Trias.
-
De leefomstandigheden waren bar.
-
Er waren geen bloeiende planten,
-
dus er was geen gras.
-
Stel je dus een landschap voor
vol pijnbomen en varens.
-
Er waren in die tijd
ook kleine hagedissen,
-
zoogdieren, insecten
-
en carnivore en herbivore reptielen
-
die streden om dezelfde hulpbronnen.
-
Wat we moeten weten,
-
is dat het zuurstofgehalte in de lucht
naar schatting slechts 15 procent was.
-
In onze tijd is het 21 procent.
-
Het was dus van cruciaal belang
voor de dino's dat ze konden ademen
-
in deze zuurstofarme omgeving,
-
zodat ze niet alleen konden overleven,
-
maar gedijen en diversifiëren.
-
Hoe kunnen we iets weten
over de longen van dinosauriërs
-
als we eigenlijk alleen maar
fossiele skeletten hebben?
-
Dat doen we door fylogenetische
classificatie van levende soorten.
-
Dat betekent dat we
de anatomie bestuderen,
-
in dit specifieke geval
de longen en het skelet,
-
van levende dieren die afstammen
van de dinosauriërs.
-
We keken naar de anatomie van vogels,
-
die rechtstreeks afstammen
van de dinosauriërs
-
en naar de anatomie van krokodilachtigen,
-
die nauw verwant zijn aan de dino's
-
en naar de anatomie
van hagedissen en schildpadden,
-
die we kunnen beschouwen
als hun neven en nichten.
-
Die anatomische gegevens
passen we toe op de fossielen
-
en zo kunnen we de longen
van dinosauriërs reconstrueren.
-
In dit specifieke geval
-
lijkt het skelet van dinosauriërs
het meest op dat van vogels van nu.
-
Omdat de dinosauriërs in die tijd
concurreerden met de zoogdieren,
-
is het belangrijk om te begrijpen
hoe de longen van zoogdieren werken.
-
Om aanschouwelijk te maken
hoe longen werken,
-
gebruiken we mijn hond, Mila van Troje,
-
wier schoonheid 1000 koekjes opleverde,
-
als model.
-
(Gelach)
-
Dit verhaal speelt zich af
in een borstholte.
-
Stel je de ribbenkast van een hond voor.
-
Bedenk dat de wervelkolom
-
volledig horizontaal loopt.
-
Zo ziet de wervelkolom eruit
van alle dieren die we gaan bespreken,
-
of ze nou op twee benen
of vier benen liepen.
-
Klim nu de denkbeeldige ribbenkast in
en kijk dan omhoog.
-
Dat is de bovenkant van de borstholte.
-
Daar komt de bovenkant van de longen
rechtstreeks in contact
-
met de ribben en de wervels.
-
Op die plek speelt dit verhaal zich af.
-
Probeer de longen van een hond
voor je te zien.
-
Van buitenaf gezien is het net
een grote opblaasbare zak.
-
Alle onderdelen van de zak
zetten uit bij het inademen
-
en krimpen in bij het uitademen.
-
In die zak zitten een aantal
zich vertakkende buisjes.
-
Die buisjes worden
de bronchiale boom genoemd.
-
Door die buisjes wordt ingeademde zuurstof
naar de longblaasjes vervoerd.
-
De zuurstof passeert een dun membraan
en komt via diffusie in de bloedbaan.
-
Nu komt er een belangrijk punt.
-
De hele zoogdierlong is beweeglijk.
-
Ze is tijdens het ademhalen
voortdurend in beweging.
-
Dus dat dunne membraan,
de bloed-luchtbarrière,
-
mag niet te dun zijn, want dan breekt het.
-
We komen straks terug
op die bloed-luchtbarrière.
-
Volgen jullie het nog?
-
Nu gaan we naar de vogels
en dat wordt bizar.
-
Dus hou je vast.
-
(Gelach)
-
Vogels zijn heel anders dan zoogdieren.
-
We gaan vogels als model gebruiken
-
om dinosauruslongen te reconstrueren.
-
Bij vogels
-
stroomt de lucht door de long heen,
maar de long zet niet uit en krimpt niet.
-
De long beweegt niet.
-
Ze heeft de structuur
van een stevige spons.
-
Ze is stijf en wordt van boven en opzij
omsloten door de ribbenkast
-
en aan de onderkant
door een horizontaal membraan.
-
De lucht stroomt maar één kant op,
-
door een soort flexibele zakken
-
die zich vertakken
van de bronchiale boom
-
buiten de long zelf
-
en die 'luchtzakken' worden genoemd.
-
Deze zeer fragiele constructie
wordt op haar plaats gehouden
-
door een serie gevorkte ribben
-
aan de bovenkant van de borstholte.
-
Bij veel vogelsoorten
-
zie je uitstulpingen vanuit de long
-
en de luchtzakken
-
die doordringen in het skeletweefsel,
-
doorgaans de wervels, soms de ribben,
-
die zo het ademhalingsapparaat
op zijn plaats houden.
-
Dit heet 'vertebrale pneumaticiteit'.
-
Die gevorkte ribben
en die vertebrale pneumaticiteit,
-
daar kunnen we naar zoeken bij fossielen.
-
Als je dat in skeletten terugvindt,
-
wijst dat erop dat delen
van het ademhalingsapparaat van dino's
-
onbeweeglijk waren.
-
Een onbeweeglijk ademhalingsapparaat
-
zorgde dat de bloed-luchtbarrière
dunner kon worden,
-
het dunne membraan waardoor
zuurstof de bloedbaan bereikt.
-
De onbeweeglijkheid maakte dit mogelijk,
want een dunne barrière is fragiel
-
en die zou scheuren als de longen
bij het ademhalen bewogen,
-
zoals bij zoogdieren gebeurt.
-
Waarom interesseert dit ons?
-
Wat maakt het eigenlijk uit?
-
Zuurstofdiffusie is makkelijker
bij een dun membraan
-
en een dun membraan
verbetert de ademhaling
-
in zuurstofarme omstandigheden
-
zoals die zich voordeden in het Trias.
-
Dus als dinosauriërs inderdaad
zulk soort longen hadden,
-
waren ze beter toegerust om te ademen
dan alle andere dieren,
-
de zoogdieren inbegrepen.
-
Weten jullie nog dat we
via fylogenetische classificatie
-
de anatomie van huidige
dieren bestudeerden
-
en die toepasten op fossiele vondsten?
-
De gevorkte ribben van de huidige vogels
vormden de eerste aanwijzing.
-
Het merendeel van de dinosauriërs
heeft gevorkte ribben.
-
Het bovenste gedeelte
van de longen van dinosauriërs
-
was dus onbeweeglijk,
-
net als bij de vogels van nu.
-
De tweede aanwijzing
was vertebrale pneumaticiteit.
-
Dat komt voor bij sauropoda
en theropoda,
-
de groep dinosauriërs
die roofdieren bevat
-
en waaruit de vogels zijn ontstaan.
-
Hoewel we geen gefossiliseerd
longweefsel van dinosauriërs vinden,
-
geeft vertebrale pneumaticiteit ons wel
aanwijzingen over hoe de long werkte
-
in deze dieren.
-
Long- of luchtzakweefsel
drong in de wervels door,
-
zodat die hol werden,
net als bij vogels nu,
-
en het zette delen
van het ademhalingsapparaat vast,
-
zodat het onbeweeglijk werd.
-
De combinatie van gevorkte ribben
-
en vertebrale pneumaticiteit
-
zorgde voor een star, stijf skelet
-
dat het ademhalingsapparaat
op zijn plaats hield,
-
zodat zich een superdunne, superfragiele
bloed-luchtbarrière kon ontwikkelen,
-
zoals we die nu in vogels zien.
-
Als blijkt dat de longen
van dino's vast zaten,
-
konden ze dus longen ontwikkelen
-
waarmee ze konden ademen
-
in de zuurstofarme
atmosfeer van het Trias.
-
Met zo'n rigide borstkas
konden dinosauriërs
-
zich veel beter aanpassen
dan andere soorten, met name zoogdieren,
-
die zich met hun flexibele longen
-
niet konden aanpassen aan de zuurstofarme
atmosfeer van het Trias.
-
Dit kan weleens
het geheime wapen zijn geweest
-
dat de dinosauriërs hun voordeel gaf.
-
Dit is een goed uitgangspunt
-
om de hypotheses over diversificatie
van dinosauriërs te testen.
-
Dit is het verhaal van het begin
van de dinosauriërs
-
en het is nog maar het begin
van ons onderzoek naar dit onderwerp.
-
Dank jullie wel.
-
(Applaus)