Return to Video

Christoph Adami: Leven vinden dat we ons niet kunnen voorstellen

  • 0:00 - 0:02
    Ik heb een rare loopbaan.
  • 0:02 - 0:05
    Dat weet ik omdat mensen als collega's
  • 0:05 - 0:07
    me zeggen: 'Chris, je hebt een rare loopbaan.'
  • 0:07 - 0:09
    (Gelach)
  • 0:09 - 0:11
    Ik begrijp ze
  • 0:11 - 0:13
    want ik ben mijn carrière begonnen
  • 0:13 - 0:15
    als theoretisch kernfysicus.
  • 0:15 - 0:17
    Ik zat al na te denken over quarks, gluonen
  • 0:17 - 0:19
    en botsingen met zware ijzerkernen
  • 0:19 - 0:21
    toen ik slechts 14 jaar oud was.
  • 0:21 - 0:24
    Nee, nee, ik was geen 14 jaar oud.
  • 0:25 - 0:27
    Maar daarna
  • 0:27 - 0:29
    had ik mijn eigen lab
  • 0:29 - 0:31
    in de afdeling voor computationele neurowetenschappen
  • 0:31 - 0:33
    en ik deed niet eens aan neurowetenschappen.
  • 0:33 - 0:36
    Later zou ik werken aan evolutionaire genetica
  • 0:36 - 0:38
    en systeembiologie.
  • 0:38 - 0:41
    Maar ik ga jullie vandaag over iets anders vertellen.
  • 0:41 - 0:43
    Ik ga jullie vertellen
  • 0:43 - 0:45
    over hoe ik iets heb geleerd over het leven.
  • 0:45 - 0:49
    Ik was eigenlijk raketwetenschapper.
  • 0:49 - 0:51
    Niet echt raketwetenschapper,
  • 0:51 - 0:53
    maar ik werkte
  • 0:53 - 0:55
    bij het Jet Propulsion Laboratory
  • 0:55 - 0:58
    in het zonnige Californië, waar het warm is.
  • 0:58 - 1:00
    Nu zit ik in het middenwesten
  • 1:00 - 1:02
    en daar is het koud.
  • 1:02 - 1:05
    Maar het was een spannende ervaring.
  • 1:05 - 1:08
    Op een dag komt een NASA-manager mijn kantoor binnen,
  • 1:08 - 1:11
    gaat zitten en zegt:
  • 1:11 - 1:13
    'Kun je ons alsjeblieft vertellen
  • 1:13 - 1:15
    hoe we op zoek kunnen gaan naar leven buiten de aarde?'
  • 1:15 - 1:17
    Dat kwam als een verrassing voor mij,
  • 1:17 - 1:19
    want ik was eigenlijk ingehuurd
  • 1:19 - 1:21
    om te werken aan kwantumberekening.
  • 1:21 - 1:23
    Toch had ik een heel goed antwoord.
  • 1:23 - 1:26
    Ik zei: 'Ik heb geen idee.'
  • 1:26 - 1:29
    hij vertelde me: 'Biosignaturen,
  • 1:29 - 1:31
    we moeten op zoek naar een biosignatuur.'
  • 1:31 - 1:33
    Ik weer: 'Wat is dat?'
  • 1:33 - 1:35
    Hij zei: 'Het is eender welk meetbaar fenomeen
  • 1:35 - 1:37
    dat ons in staat stelt om
  • 1:37 - 1:39
    de aanwezigheid van leven vast te stellen.'
  • 1:39 - 1:41
    Ik zei: 'Echt waar?
  • 1:41 - 1:43
    Is dat dan niet makkelijk?
  • 1:43 - 1:45
    Ik bedoel, we hebben hier leven.
  • 1:45 - 1:47
    Kun je daar geen definitie op toepassen
  • 1:47 - 1:51
    zoals bijvoorbeeld een Supreme Court-achtige definitie van leven?'
  • 1:51 - 1:53
    Toen ik er een beetje over had nagedacht, zei ik:
  • 1:53 - 1:55
    'Is het echt zo gemakkelijk?
  • 1:55 - 1:58
    Want ja, als je zoiets als dit ziet,
  • 1:58 - 2:00
    dan noem ik dat leven -
  • 2:00 - 2:02
    geen twijfel mogelijk.
  • 2:02 - 2:04
    Maar hier is iets.'
  • 2:04 - 2:07
    Hij dan: 'Goed, dat is ook leven. Dat weet ik.'
  • 2:07 - 2:09
    Maar als je denkt dat het leven ook is gedefinieerd
  • 2:09 - 2:11
    door dingen die sterven,
  • 2:11 - 2:13
    dan heb je geen geluk met dit ding
  • 2:13 - 2:15
    omdat dat eigenlijk een heel vreemd organisme is.
  • 2:15 - 2:17
    Het groeit op tot het volwassen stadium,
  • 2:17 - 2:20
    maakt dan een Benjamin Buttonfase door,
  • 2:20 - 2:22
    gaat achteruit en achteruit
  • 2:22 - 2:24
    totdat het weer als een klein embryo is
  • 2:24 - 2:27
    en groeit dan weer terug, terug naar beneden en weer terug - als een jojo.
  • 2:27 - 2:29
    Het sterft nooit.
  • 2:29 - 2:31
    Het is leven,
  • 2:31 - 2:33
    maar geen leven
  • 2:33 - 2:36
    zoals wij het ons voorstelden.
  • 2:36 - 2:38
    Dan zie je zoiets.
  • 2:38 - 2:40
    Hij : 'Mijn God, wat voor een levensvorm is dat?'
  • 2:40 - 2:42
    Weet iemand dat?
  • 2:42 - 2:45
    Het is eigenlijk geen leven, het is een kristal.
  • 2:45 - 2:47
    Als je eenmaal op zoek gaat
  • 2:47 - 2:49
    naar kleinere en kleinere dingen --
  • 2:49 - 2:51
    Deze persoon
  • 2:51 - 2:54
    schreef er een heel artikel en zei: 'Hè, dit zijn bacteriën.'
  • 2:54 - 2:56
    Maar als je een beetje dichterbij gaat kijken,
  • 2:56 - 2:59
    zie je dat dit ding veel te klein is om dat te zijn.
  • 2:59 - 3:01
    Hij was ervan overtuigd
  • 3:01 - 3:03
    maar de meeste mensen in feite niet.
  • 3:03 - 3:05
    Toen kwam NASA natuurlijk
  • 3:05 - 3:07
    ook met een grote aankondiging.
  • 3:07 - 3:09
    President Clinton gaf zelfs een persconferentie
  • 3:09 - 3:11
    over deze verbazingwekkende ontdekking
  • 3:11 - 3:14
    van leven in een meteoriet van Mars.
  • 3:14 - 3:18
    Vandaag is dat zwaar omstreden.
  • 3:18 - 3:21
    Als les uit al deze foto's
  • 3:21 - 3:23
    kan je besluiten het toch niet zo gemakkelijk is.
  • 3:23 - 3:25
    Misschien heb ik toch wel
  • 3:25 - 3:27
    een definitie van leven nodig
  • 3:27 - 3:29
    om dat soort onderscheid maken.
  • 3:29 - 3:31
    Kan het leven worden gedefinieerd?
  • 3:31 - 3:33
    Hoe zou je dat doen?
  • 3:33 - 3:35
    Je kan natuurlijk
  • 3:35 - 3:37
    de Encyclopaedia Britannica openslaan op de L.
  • 3:37 - 3:40
    Natuurlijk doe je dat niet. Je zoekt het ergens op in Google.
  • 3:40 - 3:43
    Dan zou je toch iets zou moeten vinden.
  • 3:43 - 3:45
    Je vindt wat
  • 3:45 - 3:47
    en alles dat we al kennen,
  • 3:47 - 3:49
    gooi je weg.
  • 3:49 - 3:51
    Dan kun iets als dit vinden.
  • 3:51 - 3:53
    Het zegt iets ingewikkelds
  • 3:53 - 3:55
    met veel, veel concepten.
  • 3:55 - 3:57
    Wie op aarde zou zoiets
  • 3:57 - 3:59
    ingewikkelds, complex
  • 3:59 - 4:02
    en zinloos neerschrijven?
  • 4:02 - 4:06
    In feite is het een reeks echt belangrijke concepten.
  • 4:06 - 4:09
    Ik haal er een paar woorden uit.
  • 4:09 - 4:11
    Het geven van dergelijke definities
  • 4:11 - 4:13
    steunt op dingen die niet gebaseerd zijn
  • 4:13 - 4:16
    op aminozuren of bladeren
  • 4:16 - 4:18
    of iets dat we kennen,
  • 4:18 - 4:20
    maar in feite alleen maar op processen.
  • 4:20 - 4:22
    Dit komt eigenlijk uit een boek
  • 4:22 - 4:25
    dat ik schreef en dat gaat over kunstmatig leven.
  • 4:25 - 4:27
    Dat verklaart waarom
  • 4:27 - 4:30
    die NASA-manager uiteindelijk in mijn kantoor belandde.
  • 4:30 - 4:33
    Ze dachten dat we met dergelijke concepten
  • 4:33 - 4:35
    misschien een vorm van leven
  • 4:35 - 4:37
    zouden kunnen produceren.
  • 4:37 - 4:40
    Misschien vraag je jezelf wel af:
  • 4:40 - 4:42
    'Wat in hemelsnaam is kunstmatig leven?'
  • 4:42 - 4:44
    Ik leg even uit
  • 4:44 - 4:46
    hoe dit alles tot stand kwam.
  • 4:46 - 4:49
    Het begon al een tijdje geleden
  • 4:49 - 4:51
    toen iemand een van de eerste
  • 4:51 - 4:53
    succesvolle computervirussen schreef.
  • 4:53 - 4:56
    Degenen onder jullie die nog niet oud genoeg zijn,
  • 4:56 - 4:59
    weten niet hoe deze infectie werkte -
  • 4:59 - 5:01
    namelijk door middel van deze diskettes.
  • 5:01 - 5:04
    Maar het interessante aan deze computervirusinfecties
  • 5:04 - 5:06
    was dat, als je keek naar de snelheid
  • 5:06 - 5:08
    waarmee deze infectie om zich heen greep,
  • 5:08 - 5:10
    zij het piekend gedrag vertoonde
  • 5:10 - 5:13
    dat we zo goed kennen van een griepvirus.
  • 5:13 - 5:15
    Door deze wapenwedloop
  • 5:15 - 5:18
    tussen hackers en besturingssysteemontwerpers
  • 5:18 - 5:20
    gaan die dingen op en neer.
  • 5:20 - 5:22
    Het resultaat is een soort boom des levens
  • 5:22 - 5:24
    van deze virussen,
  • 5:24 - 5:27
    een fylogenie die heel erg lijkt
  • 5:27 - 5:30
    op het type van leven dat we kennen, althans op het virale niveau.
  • 5:30 - 5:33
    Is dat dan leven? Niet wat mij betreft.
  • 5:33 - 5:36
    Waarom? Omdat deze zaken niet op zichzelf evolueren.
  • 5:36 - 5:38
    In feite zijn er hackers nodig om ze te schrijven.
  • 5:38 - 5:42
    Maar het idee werd al snel een klein beetje verder uitgewerkt
  • 5:42 - 5:45
    toen een wetenschapper van het Wetenschappelijk Instituut dit bedacht:
  • 5:45 - 5:48
    'Waarom gaan we niet proberen om deze kleine virussen
  • 5:48 - 5:50
    in kunstmatige werelden binnen de computer
  • 5:50 - 5:52
    te laten evolueren?'
  • 5:52 - 5:54
    Dat was Steen Rasmussen.
  • 5:54 - 5:56
    Hij ontwierp dit systeem maar het werkte niet echt,
  • 5:56 - 5:59
    omdat zijn virussen voortdurend bezig waren elkaar te vernietigen.
  • 5:59 - 6:02
    Maar er was nog een andere wetenschapper die dit volgde, een ecoloog.
  • 6:02 - 6:05
    Hij zei: 'Ik weet hoe dit op te lossen.'
  • 6:05 - 6:07
    Hij schreef het Tierra-systeem.
  • 6:07 - 6:10
    Volgens mij een van de eerste
  • 6:10 - 6:12
    echt kunstmatige levende systemen -
  • 6:12 - 6:15
    behalve het feit dat deze programma's niet echt groeiden in complexiteit.
  • 6:15 - 6:18
    Vanuit deze basis
  • 6:18 - 6:20
    begon ik eraan te werken.
  • 6:20 - 6:22
    Ik besloot om een systeem te creëren
  • 6:22 - 6:24
    met alle nodige eigenschappen
  • 6:24 - 6:27
    om complexiteit te laten evolueren,
  • 6:27 - 6:30
    om voortdurend meer en meer complexe problemen te laten evolueren.
  • 6:30 - 6:33
    Natuurlijk had ik hierbij hulp nodig, omdat ik niet weet hoe code te schrijven.
  • 6:33 - 6:35
    Twee studenten
  • 6:35 - 6:38
    van het California Institute of Technology werkten bij mij.
  • 6:38 - 6:41
    Charles Offria aan de linkerkant, Titus Brown aan de rechterkant.
  • 6:41 - 6:44
    Ze zijn nu respectabele professoren
  • 6:44 - 6:46
    aan de Michigan State University,
  • 6:46 - 6:48
    maar ik kan jullie verzekeren dat wij indertijd
  • 6:48 - 6:50
    een allesbehalve respectabel team waren.
  • 6:50 - 6:52
    Ik ben echt blij dat er geen foto's meer bestaan
  • 6:52 - 6:55
    over hoe wij gedrieën toen te keer gingen.
  • 6:55 - 6:57
    Maar hoe ziet dit systeem eruit?
  • 6:57 - 7:00
    Ik kan niet ingaan op de details,
  • 7:00 - 7:02
    maar wat je hier ziet is een deel van de ingewanden.
  • 7:02 - 7:04
    Ik wil de aandacht vestigen op
  • 7:04 - 7:06
    dit type van de populatiestructuur.
  • 7:06 - 7:09
    Er zitten ongeveer 10.000 programma's in.
  • 7:09 - 7:12
    Alle verschillende stammen weergegeven in verschillende kleuren.
  • 7:12 - 7:15
    Er zijn groepen die boven op elkaar groeien,
  • 7:15 - 7:17
    omdat ze zich verspreiden.
  • 7:17 - 7:19
    Telkens er een programma is
  • 7:19 - 7:21
    dat beter is in overleven in deze wereld,
  • 7:21 - 7:23
    door welke mutatie dan ook die het heeft verworven,
  • 7:23 - 7:26
    gaat het zich verspreiden over de anderen en worden de anderen tot uitsterven gedreven.
  • 7:26 - 7:29
    Ik ga jullie een film tonen waar dit dynamisch wordt voorgesteld.
  • 7:29 - 7:32
    Dit soort experimenten begon
  • 7:32 - 7:34
    met programma's die we zelf schreven.
  • 7:34 - 7:36
    We schrijven onze eigen spullen, repliceren ze
  • 7:36 - 7:38
    en zijn zeer trots op onszelf.
  • 7:38 - 7:41
    We zetten ze in en wat je meteen ziet,
  • 7:41 - 7:44
    is dat er golven van innovatie plaatsvinden.
  • 7:44 - 7:46
    Tussen haakjes, dit is zeer versneld,
  • 7:46 - 7:48
    je ziet hier een duizend generaties per seconde.
  • 7:48 - 7:50
    Maar het systeem begint met:
  • 7:50 - 7:52
    'Wat voor een stom stuk code is dit?
  • 7:52 - 7:54
    Dat kan snel op allerlei manieren
  • 7:54 - 7:56
    worden verbeterd.'
  • 7:56 - 7:58
    Je ziet golven van nieuwe types
  • 7:58 - 8:00
    die het halen op andere types.
  • 8:00 - 8:03
    Dit soort activiteiten gaat voor een tijdje door
  • 8:03 - 8:07
    totdat de meest eenvoudige dingen zijn overgenomen door deze programma's.
  • 8:07 - 8:11
    Dan zie je een soort stasis aankomen
  • 8:11 - 8:13
    waar het systeem in wezen wacht
  • 8:13 - 8:16
    op een nieuw type van innovatie, zoals dit,
  • 8:16 - 8:18
    dat zich weer gaat verspreiden
  • 8:18 - 8:20
    over alle andere innovaties die ervoor bestonden
  • 8:20 - 8:23
    en zijn eerdere genen begint te wissen,
  • 8:23 - 8:27
    totdat er een nieuw type met een hoger niveau van complexiteit is bereikt.
  • 8:27 - 8:30
    Dit proces blijft maar doorgaan.
  • 8:30 - 8:32
    Wat we hier zien,
  • 8:32 - 8:34
    is een systeem dat leeft op een manier
  • 8:34 - 8:36
    die erg lijkt op het leven dat we kennen.
  • 8:36 - 8:40
    Maar wat de NASA-mensen me echt hadden gevraagd,
  • 8:40 - 8:42
    was: 'Hebben deze jongens
  • 8:42 - 8:44
    een biosignatuur?
  • 8:44 - 8:46
    Kunnen we dit soort van leven meten?
  • 8:46 - 8:48
    Want als we dat kunnen,
  • 8:48 - 8:51
    hebben we misschien kans om elders leven te ontdekken
  • 8:51 - 8:53
    zonder vooroordelen
  • 8:53 - 8:55
    over dingen als aminozuren.'
  • 8:55 - 8:58
    Ik zei: ‘Misschien moeten we
  • 8:58 - 9:00
    een biosignatuur construeren
  • 9:00 - 9:03
    gebaseerd op leven als universeel proces.
  • 9:03 - 9:05
    In feite moet ze misschien gebruik maken
  • 9:05 - 9:07
    van de concepten die ik heb ontwikkeld
  • 9:07 - 9:09
    alleen maar om vast te leggen
  • 9:09 - 9:11
    hoe een eenvoudig levend systeem zou kunnen zijn.'
  • 9:11 - 9:13
    Wat ik bedacht -
  • 9:13 - 9:17
    ik moet jullie eerst een inleiding tot het idee geven
  • 9:17 - 9:20
    en misschien zou dat een betekenisdetector worden,
  • 9:20 - 9:23
    in plaats van een levendetector.
  • 9:23 - 9:25
    De manier waarop we dat zouden doen:
  • 9:25 - 9:27
    ik wil te weten komen hoe ik tekst
  • 9:27 - 9:29
    die door een miljoen apen is getypt, kan onderscheiden
  • 9:29 - 9:32
    van tekst zoals hij in onze boeken staat.
  • 9:32 - 9:34
    Ik zou het graag doen op zo'n manier
  • 9:34 - 9:36
    dat ik de taal niet moeten kunnen lezen,
  • 9:36 - 9:38
    want ik weet zeker dat ik dat niet zal kunnen.
  • 9:38 - 9:40
    Als ik maar weet dat er een soort alfabet is.
  • 9:40 - 9:43
    Ik zou een grafiek maken van de frequentie van
  • 9:43 - 9:45
    hoe vaak
  • 9:45 - 9:47
    elk van de 26 letters van het alfabet voorkomt
  • 9:47 - 9:50
    in een tekst geschreven door willekeurige apen.
  • 9:50 - 9:52
    Natuurlijk zou elk van deze letters
  • 9:52 - 9:54
    ongeveer even frequent voorkomen.
  • 9:54 - 9:58
    Als je nu kijkt naar dezelfde verdeling in Engelse teksten,
  • 9:58 - 10:00
    dan ziet het er zo uit.
  • 10:00 - 10:03
    Dat blijft praktisch hetzelfde voor alle Engelse teksten.
  • 10:03 - 10:05
    Bij Franse, Italiaanse of Duitse teksten
  • 10:05 - 10:07
    ziet het er een beetje anders uit.
  • 10:07 - 10:10
    Ze hebben allemaal hun eigen type frequentieverdeling,
  • 10:10 - 10:12
    maar het blijft hetzelfde.
  • 10:12 - 10:15
    Het maakt niet uit of je nu schrijft over politiek of over wetenschap.
  • 10:15 - 10:18
    Het maakt niet uit of het een gedicht
  • 10:18 - 10:21
    of een wiskundige tekst is.
  • 10:21 - 10:23
    Het is een herhaalbare signatuur
  • 10:23 - 10:25
    en ze is zeer stabiel.
  • 10:25 - 10:27
    Zolang onze boeken zijn geschreven in het Engels -
  • 10:27 - 10:30
    omdat mensen ze herschrijven en kopiëren -
  • 10:30 - 10:32
    vinden we die frequentie daar terug.
  • 10:32 - 10:34
    Dat inspireerde me om
  • 10:34 - 10:37
    dit idee te gebruiken,
  • 10:37 - 10:39
    niet om willekeurige teksten te onderscheiden
  • 10:39 - 10:41
    van teksten met betekenis,
  • 10:41 - 10:45
    maar eerder om uit te vinden of er betekenis schuilt
  • 10:45 - 10:47
    in de biomoleculen van het leven.
  • 10:47 - 10:49
    Maar eerst moet ik vragen:
  • 10:49 - 10:52
    wat zijn deze bouwstenen, zoals het alfabet, die ik liet zien?
  • 10:52 - 10:55
    Het blijkt dat we vele verschillende alternatieven hebben
  • 10:55 - 10:57
    voor zo'n set bouwstenen.
  • 10:57 - 10:59
    We kunnen aminozuren,
  • 10:59 - 11:02
    nucleïnezuren, carbonzuren of vetzuren gebruiken.
  • 11:02 - 11:05
    De chemie is extreem rijk en ons lichaam maakt gebruik van veel van die zaken.
  • 11:05 - 11:08
    Om dit idee te testen,
  • 11:08 - 11:11
    namen we eerst een kijkje bij de aminozuren en enkele andere carbonzuren.
  • 11:11 - 11:13
    Hier is het resultaat.
  • 11:13 - 11:16
    Hier is in feite wat je krijgt
  • 11:16 - 11:19
    als je kijkt naar de verdeling van de aminozuren
  • 11:19 - 11:22
    op een komeet of in de interstellaire ruimte
  • 11:22 - 11:24
    of, in feite, in een laboratorium,
  • 11:24 - 11:26
    waar je heel zeker bent dat er in jouw oersoep
  • 11:26 - 11:28
    geen levend spul zit.
  • 11:28 - 11:31
    Meestal vind je wat glycine, alanine
  • 11:31 - 11:34
    en wat sporen van de andere aminozuren.
  • 11:34 - 11:37
    Dat is ook zeer herhaalbaar -
  • 11:37 - 11:40
    voor wat je kunt vinden in plaatsen op Aarde
  • 11:40 - 11:42
    waar er aminozuren zijn,
  • 11:42 - 11:44
    maar zonder leven.
  • 11:44 - 11:46
    Maar stel dat je wat vuil
  • 11:46 - 11:48
    opraapt en
  • 11:48 - 11:51
    in een spectrometer plaatst,
  • 11:51 - 11:53
    omdat er overal bacteriën zitten.
  • 11:53 - 11:55
    Of je onderzoekt wat water
  • 11:55 - 11:57
    dat krioelt van het leven,
  • 11:57 - 11:59
    met dezelfde methode.
  • 11:59 - 12:01
    Het spectrum ziet er dan compleet anders uit.
  • 12:01 - 12:05
    Natuurlijk is er nog steeds glycine en alanine,
  • 12:05 - 12:08
    maar in feite vind je dan deze zware moleculen, deze zware aminozuren,
  • 12:08 - 12:10
    die worden aangemaakt
  • 12:10 - 12:12
    omdat ze waardevol zijn voor organismen.
  • 12:12 - 12:14
    Enkele andere
  • 12:14 - 12:16
    die niet worden gebruikt in de set van 20,
  • 12:16 - 12:18
    zullen niet te zien zijn
  • 12:18 - 12:20
    in welke concentratie dan ook.
  • 12:20 - 12:22
    Dit blijkt ook uiterst herhaalbaar te zijn.
  • 12:22 - 12:25
    Het maakt niet uit wat voor soort sediment je gebruikt om te vermalen,
  • 12:25 - 12:28
    of het nu bacteriën of andere planten of dieren zijn.
  • 12:28 - 12:30
    Overal waar het leven is,
  • 12:30 - 12:32
    zal je deze verdeling aantreffen,
  • 12:32 - 12:34
    in tegenstelling tot die verdeling daar.
  • 12:34 - 12:37
    Het is niet alleen voor aminozuren aantoonbaar.
  • 12:37 - 12:39
    Nu kun je vragen:
  • 12:39 - 12:41
    Hoe zit het met deze Avidianen?
  • 12:41 - 12:45
    De Avidianen zijn de bewoners van deze computerwereld
  • 12:45 - 12:48
    waar ze perfect gelukkig repliceren en groeien in complexiteit.
  • 12:48 - 12:51
    Dit is de verdeling die je krijgt
  • 12:51 - 12:53
    als er geen leven is.
  • 12:53 - 12:56
    Ze hebben ongeveer 28 instructies.
  • 12:56 - 12:59
    Als je een systeem hebt waar de een wordt vervangen door de andere
  • 12:59 - 13:01
    is het net als bij apen die tikken op een typemachine.
  • 13:01 - 13:04
    Al deze instructies komen voor
  • 13:04 - 13:07
    met ongeveer gelijke frequentie.
  • 13:07 - 13:11
    Maar als je nu een set hebt van replicerende jongens
  • 13:11 - 13:13
    zoals in de video die je zag,
  • 13:13 - 13:15
    dan ziet het er zo uit.
  • 13:15 - 13:17
    Er zijn dus instructies
  • 13:17 - 13:19
    die zeer waardevol zijn voor deze organismen,
  • 13:19 - 13:22
    en hun frequentie zal hoog zijn.
  • 13:22 - 13:24
    Er zijn zelfs instructies
  • 13:24 - 13:26
    die je maar één keer gebruikt of nooit.
  • 13:26 - 13:28
    Dus zijn ze ofwel giftig
  • 13:28 - 13:32
    of moeten ze echt worden gebruikt op een lager niveau dan willekeurig.
  • 13:32 - 13:35
    In dat geval is hun frequentie lager.
  • 13:35 - 13:38
    Is dat nu echt een herhaalbare signatuur?
  • 13:38 - 13:40
    Ik kan je vertellen dat het zo is,
  • 13:40 - 13:43
    omdat dit type spectrum, net als wat je gezien hebt bij de boeken
  • 13:43 - 13:45
    en net als wat je hebt gezien bij aminozuren, zeer herhaalbaar is
  • 13:45 - 13:48
    zonder dat het uitmaakt hoe je het milieu verandert.
  • 13:48 - 13:50
    Het gaat een weerspiegeling zijn van zijn het milieu.
  • 13:50 - 13:52
    Daarom ga ik jullie nu een klein experiment tonen.
  • 13:52 - 13:54
    Ik moet uitleggen dat
  • 13:54 - 13:56
    de top van deze grafiek
  • 13:56 - 13:59
    de frequentieverdeling laat zien waar ik het over had.
  • 13:59 - 14:02
    Hier is het de levenloze omgeving
  • 14:02 - 14:04
    waar elke instructie
  • 14:04 - 14:06
    met een gelijke frequentie voorkomt.
  • 14:06 - 14:09
    Daar beneden toon ik
  • 14:09 - 14:12
    de mutatiesnelheid in de omgeving.
  • 14:12 - 14:15
    Ik begin met een zeer hoge mutatiesnelheid.
  • 14:15 - 14:17
    Als je er
  • 14:17 - 14:19
    een replicerend programma in gooit
  • 14:19 - 14:21
    dat anders graag zou opgroeien
  • 14:21 - 14:23
    om de hele wereld te vullen,
  • 14:23 - 14:27
    gaat het zo snel muteren dat het onmiddellijk doodgaat.
  • 14:27 - 14:29
    Er is dus geen leven mogelijk
  • 14:29 - 14:32
    bij deze mutatiesnelheid.
  • 14:32 - 14:36
    Maar dan ga ik het bij wijze van spreken op een klein vuurtje zetten
  • 14:36 - 14:38
    en dan stap je over de drempel voor levensvatbaarheid
  • 14:38 - 14:40
    waar het nu voor een replicator mogelijk zou zijn
  • 14:40 - 14:42
    om daadwerkelijk te leven.
  • 14:42 - 14:45
    We blijven dan doorgaan met deze jongens
  • 14:45 - 14:47
    de hele tijd in die soep te gooien.
  • 14:47 - 14:49
    Laten we eens kijken wat dat geeft.
  • 14:49 - 14:52
    Dus eerst, niets, niets, niets.
  • 14:52 - 14:54
    Te warm, te warm.
  • 14:54 - 14:57
    Nu wordt de levensvatbaarheidsdrempel bereikt,
  • 14:57 - 14:59
    de frequentieverdeling
  • 14:59 - 15:02
    verandert drastisch en stabiliseert.
  • 15:02 - 15:04
    En dan doe ik iets vervelends.
  • 15:04 - 15:07
    Ik voeg opnieuw warmte toe en nog eens en nog eens.
  • 15:07 - 15:10
    Natuurlijk bereikt het de levensvatbaarheidsdrempel.
  • 15:10 - 15:13
    Ik laat het jullie gewoon even opnieuw zien omdat het zo leuk is.
  • 15:13 - 15:15
    Je overschrijdt de levensvatbaarheidsdrempel en
  • 15:15 - 15:17
    de distributie verandert in 'levend!'
  • 15:17 - 15:20
    Maar zodra je de drempel
  • 15:20 - 15:22
    waar de mutatiesnelheid zo hoog is
  • 15:22 - 15:24
    dat je niet in staat bent tot zelfreproductie,
  • 15:24 - 15:27
    kan je de informatie
  • 15:27 - 15:29
    niet meer naar je nageslacht kopiëren
  • 15:29 - 15:31
    zonder zo veel fouten te maken
  • 15:31 - 15:34
    dat je vermogen om te repliceren verdwijnt.
  • 15:34 - 15:37
    Dan gaat die signatuur verloren.
  • 15:37 - 15:39
    Wat leren we hieruit?
  • 15:39 - 15:43
    Een aantal dingen.
  • 15:43 - 15:45
    Een ervan is
  • 15:45 - 15:48
    dat we in staat zijn om over het leven na te denken
  • 15:48 - 15:50
    in abstracte termen.
  • 15:50 - 15:52
    We praten dan niet over zaken als planten,
  • 15:52 - 15:54
    aminozuren,
  • 15:54 - 15:56
    of bacteriën.
  • 15:56 - 15:58
    We denken in termen van processen.
  • 15:58 - 16:01
    Dan kunnen we beginnen na te denken over het leven,
  • 16:01 - 16:03
    niet als iets dat specifiek is voor de Aarde,
  • 16:03 - 16:06
    maar als iets dat in feite overal kan bestaan.
  • 16:06 - 16:08
    Omdat het eigenlijk alleen maar vandoen heeft
  • 16:08 - 16:10
    met concepten van informatie,
  • 16:10 - 16:12
    van het opslaan van informatie
  • 16:12 - 16:14
    op fysische substraten.
  • 16:14 - 16:16
    Dat kunnen bits zijn of nucleïnezuren,
  • 16:16 - 16:18
    alles wat een alfabet kan vormen.
  • 16:18 - 16:20
    Er moet een of ander proces bestaan
  • 16:20 - 16:22
    zodat deze informatie lang kan worden opgeslagen.
  • 16:22 - 16:24
    Veel langer dan de tijd die nodig is
  • 16:24 - 16:28
    om de informatie teloor te laten gaan.
  • 16:28 - 16:30
    Als je dat kan doen,
  • 16:30 - 16:32
    dan heb je leven.
  • 16:32 - 16:34
    Het eerste wat we leren,
  • 16:34 - 16:37
    is dat het mogelijk is het leven te definiëren
  • 16:37 - 16:40
    in termen van alleen maar processen,
  • 16:40 - 16:42
    zonder ook maar te verwijzen naar
  • 16:42 - 16:44
    het soort dingen die ons dierbaar zijn,
  • 16:44 - 16:47
    voor zover de aard van het leven op aarde dat is.
  • 16:47 - 16:50
    In die zin brengt ons dat weer,
  • 16:50 - 16:53
    net zoals al onze wetenschappelijke ontdekkingen, of toch vele ervan -
  • 16:53 - 16:55
    een stapje verder in de continue onttroning van de mens -
  • 16:55 - 16:58
    van hoe we denken dat we speciaal zijn omdat we leven.
  • 16:58 - 17:01
    We kunnen leven maken. We kunnen leven maken in de computer.
  • 17:01 - 17:03
    Toegegeven, het is maar beperkt,
  • 17:03 - 17:06
    maar we hebben geleerd wat er nodig is
  • 17:06 - 17:08
    om het echt te construeren.
  • 17:08 - 17:11
    Eens we zover zijn,
  • 17:11 - 17:14
    is het niet zo'n moeilijke taak meer
  • 17:14 - 17:18
    om te zeggen dat, als we de fundamentele processen begrijpen
  • 17:18 - 17:21
    die niet verwijzen naar een bepaald substraat,
  • 17:21 - 17:23
    we kunnen proberen
  • 17:23 - 17:25
    om er voor andere werelden
  • 17:25 - 17:29
    achter te komen wat voor soort chemische alfabetten er zouden kunnen zijn.
  • 17:29 - 17:31
    We zullen genoeg te weten komen over de normale chemie,
  • 17:31 - 17:34
    de geochemie van de planeet,
  • 17:34 - 17:36
    zodat we zouden weten hoe deze verdeling eruit zou zien
  • 17:36 - 17:38
    bij afwezigheid van leven.
  • 17:38 - 17:41
    Dan kunnen we zoeken naar grote afwijkingen daarvan -
  • 17:41 - 17:44
    zo'n opvallend iets dat zegt:
  • 17:44 - 17:46
    'Deze chemische stof hoort daar niet.'
  • 17:46 - 17:48
    Dat betekent dan nog niet dat er leven is,
  • 17:48 - 17:50
    maar we zouden kunnen zeggen:
  • 17:50 - 17:53
    'In ieder geval ga ik deze chemische stof eens nader bekijken
  • 17:53 - 17:55
    om te zien waar ze vandaan komt.'
  • 17:55 - 17:57
    Dat zou ons een kans geven om
  • 17:57 - 17:59
    leven te ontdekken
  • 17:59 - 18:01
    ook als we het niet kunnen zien.
  • 18:01 - 18:04
    Dat is dus de enige boodschap
  • 18:04 - 18:06
    die ik voor jullie heb.
  • 18:06 - 18:08
    Leven zou wel eens minder mysterieus kunnen zijn
  • 18:08 - 18:10
    dan we denken
  • 18:10 - 18:14
    als we nadenken over hoe het zou zijn op andere planeten.
  • 18:14 - 18:17
    Als we het mysterieuze van het leven kunnen wegnemen,
  • 18:17 - 18:20
    dan denk ik dat het voor ons een beetje makkelijker
  • 18:20 - 18:22
    zal zijn om na te denken over hoe we leven
  • 18:22 - 18:25
    en hoe we misschien wel niet zo bijzonder zijn als we altijd gedacht hebben.
  • 18:25 - 18:27
    Ik hou het hierbij.
  • 18:27 - 18:29
    Dank u zeer.
  • 18:29 - 18:31
    (Applaus)
Title:
Christoph Adami: Leven vinden dat we ons niet kunnen voorstellen
Speaker:
Christoph Adami
Description:

Hoe kunnen we zoeken naar buitenaards leven als het helemaal niet lijkt op het leven dat wij kennen? Op TEDxUIUC laat Christoph Adami zien hoe hij zijn onderzoek over kunstmatig leven - zelf-replicerende computerprogramma's - gebruikt om een signatuur, een 'biomarker', te vinden die vrij is van onze vooroordelen van wat het leven is.

more » « less
Video Language:
English
Team:
closed TED
Project:
TEDTalks
Duration:
18:31
Rik Delaet added a translation

Dutch subtitles

Revisions