Ik wilde al psycholoog worden sinds ik een puber was en ik heb jarenlang dat ene doel nagestreefd. Ik opende mijn privépraktijk zodra ik een vergunning had. Het was een riskante zet, om geen dagtaak in een ziekenhuis of kliniek te nemen, maar binnen een jaar liep mijn praktijk vrij goed en ik verdiende meer geld dan ik ooit eerder had verdiend. Maar ik was dan ook mijn hele leven al een full-time student. (Gelach) Ook bij McDonald's zou ik meer verdiend hebben dan ik ooit had gedaan. Het eind van mijn eerste jaar was op een vrijdagavond in juli. Ik liep naar huis, naar mijn appartement, en stapte de lift in met een buurman die arts was op de spoedafdeling. De lift ging omhoog, begon toen te schudden en bleef tussen twee verdiepingen steken. En deze man die met noodsituaties omging voor de kost begon op de knoppen te drukken, op de deur te bonzen en hij riep: "Dit is mijn nachtmerrie, dit is mijn nachtmerrie!" En ik dacht: en dat ... is mijn nachtmerrie. (Gelach) Ik voelde me daarna echt vreselijk. Omdat ik niet in paniek was en ik wist wat ik moest zeggen om hem te kalmeren. Ik was gewoon te uitgeput om het te doen; ik kon niets meer geven en dat bracht me in de war. Mijn droom was tenslotte werkelijkheid geworden, dus waarom was ik dan niet gelukkig? Waarom voelde ik me zo opgebrand? Een paar vreselijke weken lang vroeg ik mezelf af of ik een fout had gemaakt. Wat als ik het verkeerde beroep had gekozen? Wat als ik mijn hele leven de verkeerde carrière had nagestreefd? Maar toen realiseerde ik me dat ik nog steeds van psychologie hield. Het probleem was niet het werk dat ik in mijn praktijk deed. Het waren de uren die ik doorbracht met piekeren over werk als ik thuis was. Ik deed elke avond de deur van mijn praktijk dicht, maar de deur in mijn gedachten bleef wijd openstaan en de stress bleef binnenstromen. Dat is interessant aan werkstress. We voelen er niet veel van als we aan het werk zijn. We hebben het te druk. We ervaren het pas als we niet aan het werk zijn, als we pendelen, als we thuis zijn, als we proberen bij te tanken. Het is belangrijk om te herstellen in onze vrije tijd, om te ontstressen en dingen te doen waarvan we genieten, en het grootste obstakel daarvan is het herkauwen, het piekeren. Want elke keer dat we dat doen, activeren we onze stressreactie. 'Herkauwen' betekent opnieuw kauwen. Het woord verwijst naar de manier waarop koeien hun voedsel verteren. Voor degenen die niet vertrouwd zijn met de ins en outs van koeienvertering, koeien kauwen, slikken hun voedsel in, dan geven ze het over en kauwen het opnieuw. (Gelach) Het is walgelijk! (Gelach) Maar het functioneert voor koeien. (Gelach) Het werkt niet voor mensen. Want de dingen die wij herkauwen, zijn de vervelende dingen, verontrustende dingen, en we doen het op een manier die allesbehalve productief is. We blijven urenlang geobsedeerd door niet uitgevoerde taken, of we maken ons zorgen over spanningen met een collega, of over de toekomst, of we twijfelen aan beslissingen die we hebben gemaakt. Er is veel onderzoek gedaan naar hoe we denken over werk als we niet aan het werk zijn en de conclusies zijn verontrustend. Piekeren over het werk, dezelfde gedachten en zorgen keer op keer herhalen, verstoort aanzienlijk ons vermogen om te herstellen in onze vrije tijd. Hoe meer we piekeren over ons werk als we thuis zijn, des te meer kans we hebben op slaapstoornissen, we eten ongezonder en zijn in een slechtere stemming. Het kan zelfs het risico op hart- en vaatziekten verhogen en ons executief functioneren aantasten, vaardigheden die we nodig hebben om ons werk goed te kunnen doen. Om nog maar te zwijgen van de tol die het eist van onze relaties en gezinsleven, omdat de mensen om ons heen kunnen zien dat we afwezig en bezorgd zijn. Deze onderzoeken kwamen tot de conclusie dat peinzen over het werk als we thuis zijn ons emotionele welzijn schaadt, denken over werk op een creatieve of probleemoplossende manier doet dat niet. Dit soort denken veroorzaakt namelijk geen emotioneel leed en, nog belangrijker, we hebben er controle over. We kunnen beslissen of we een e-mail beantwoorden of dat pas de volgende dag doen, en of we willen brainstormen over opwindende werkprojecten. Maar piekeren gebeurt onbewust. Het dringt onze gedachten binnen. Het verschijnt onverwacht in ons hoofd als we dat niet willen. Het maakt ons van streek als we niet van streek willen zijn. Het prikkelt ons als we niet geprikkeld willen worden. En het is erg moeilijk te weerstaan, omdat het denken aan al onze onvoltooide taken urgent lijkt. Bezorgd zijn over de toekomst lijkt noodzakelijk. Piekeren voelt altijd alsof we iets belangrijks aan het doen zijn, terwijl we in feite iets schadelijks doen. En we doen het allemaal veel vaker dan we ons realiseren. Toen ik een burn-out had, besloot ik om een week lang een dagboek bij te houden en precies op te schrijven hoeveel tijd ik aan het piekeren was. En ik was geschokt door de resultaten. Meer dan 30 minuten 's avonds als ik in slaap probeerde te vallen. Het hele traject van en naar mijn praktijk -- dat was 45 minuten per dag. 20 minuten lang volledig afwezig tijdens een etentje bij een collega thuis. Daar ben ik daarna trouwens nooit meer uitgenodigd. En 90 minuten tijdens een 'talentenjacht' van een vriend die toevallig 90 minuten lang duurde. (Gelach) Dat was die week bijna 14 uur. Zoveel 'downtime' verloor ik aan iets wat in feite mijn stress verhoogde. Probeer een week een dagboek bij te houden. En kijk hoeveel tijd je eraan verspilt. Zo besefte ik dat ik nog steeds van mijn werk hield. Maar het piekeren maakte die liefde kapot en het maakte ook mijn privéleven kapot. Dus las ik elk onderzoek dat ik kon vinden en ging ik de strijd aan met mijn overpeinzingen. Je gewoontes veranderen is moeilijk. Het vergde veel inzet om mezelf iedere keer te betrappen op dat herkauwen en om die nieuwe gewoontes consequent vol te houden. Maar uiteindelijk lukte dat. Ik won de strijd tegen het piekeren. En nu ben ik hier om je uit te leggen hoe jij jouw strijd kunt winnen. Ten eerste heb je duidelijke grenzen nodig. Je moet bepalen wanneer je 's avonds afsluit, wanneer je stopt met werken. En je moet je daar precies aan houden. Ik besloot voor mezelf dat ik om 20.00 uur klaar was. En ik dwong mezelf ertoe om me daar aan te houden. Nu vragen mensen me vaak: "Echt? Beantwoordde je geen enkele e-mail na 20.00 uur? Keek je zelfs niet op je telefoon?" Nee, niet éénmaal. Omdat het de jaren negentig was, hadden we nog geen smartphones. (Gelach) Ik kocht mijn eerste smartphone in 2007. De iPhone was net op de markt en ik wilde een coole en hippe telefoon. En dus kocht ik een Blackberry. (Gelach) Ik was super opgewonden; mijn eerste gedachte was: nu kan ik overal mijn e-mails ontvangen. En 24 uur later was ik zo van 'ik ontvang mijn e-mails waar ik ook ben.' (Gelach) Ik bedoel, overpeinzingen bestrijden was al moeilijk genoeg als ze je gedachten binnendringen. Maar nu hebben ze dit Trojaanse paard, onze telefoons, om zich in te verstoppen. En elke keer als we na werktijd op onze telefoon kijken, kunnen we herinnerd worden aan werk en kunnen overpeinzingen naar buiten glippen en onze avond of weekend verpesten. Dus zodra je stopt met werken, schakel dan ook je e-mailberichten uit. En als je je e-mails moet checken, beslis dan wannéér je dat doet, zodat het je plannen niet verstoort, en doe het alléén dan. Mobiele telefoons zijn één manier waarop technologie piekeren mogelijk maakt; er is een nog groter gevecht op komst. Het aantal telewerkers is met 115 procent toegenomen de afgelopen tien jaar. En de verwachting is dat het nog drastischer zal toenemen in de toekomst. We verliezen steeds vaker onze fysieke grens tussen werk en thuis. En dat betekent dat herinneringen aan werk in staat zijn om overal in huis het piekeren uit te lokken. Als de fysieke grens tussen werk en thuis ontbreekt, moeten we een psychologische grens creëren. We moet onze gedachten misleiden en werk- en privéplekken en -tijden definiëren. En dat doe je zo. Creëer allereerst een echte werkplek thuis, ook al is het maar een klein plekje, en probeer alleen daar te werken. Werk niet op de bank in de woonkamer of op bed, want dat zijn echt plekken die gelinkt moeten worden aan wonen en ... slapen. (Gelach) Vervolgens, als je vanuit huis werkt, draag dan kleding die je alleen draagt als je werkt. En verkleed je dan aan het eind van de dag en gebruik muziek en verlichting om de sfeer te veranderen tussen werk en thuis. Maak er een ritueel van. Sommigen vinden dat misschien onnozel. Maar omkleden en ander licht zullen mijn gedachten overtuigen dat ik niet meer aan het werk ben. Geloof me, je gedachten trappen erin. Want wij zijn echt slim en onze gedachten zijn echt dom. (Gelach) Gedachten laten zich vaak leiden door willekeurige verbanden. Daarom begon de hond van Pavlov te kwijlen als hij een bel hoorde. En daarom beginnen TED-sprekers te zweten als ze een rode cirkel zien. (Gelach) Deze dingen helpen, maar overpeinzingen blijven je gedachten binnendringen. En als dat gebeurt, dan moet je ze veranderen in productief denken, zoals problemen oplossen. Mijn patiënte Sally is een goed voorbeeld. Sally kreeg een unieke promotie, maar daar hing een prijskaartje aan. Ze kon haar dochter niet meer elke dag van school ophalen en dat brak haar hart. Dus bedacht ze een plan. Elke dinsdag en donderdag vertrok Sally eerder van het werk, haalde haar dochter op van school, speelde met haar, maakte haar eten klaar, stopte haar in bad en daarna in bed. En dan ging ze terug naar kantoor en werkte door tot na middernacht om de achterstand in te halen. Maar het dagboek van Sally's overpeinzingen liet zien dat ze bijna elke minuut van de kwaliteitstijd met haar dochter aan het piekeren was over hoeveel werk ze nog moest doen. Piekeren weerhoudt ons vaak van het genieten van onze kostbaarste momenten. Sally's gepieker -- 'ik heb zoveel werk te doen' -- kom heel vaak voor. En zoals al het gepieker, is het nutteloos en schadelijk, want op het werk denken we nooit aan alle dingen die we nog moeten doen. Daar denken we aan als we niet op het werk zijn, als we proberen te ontspannen of zinvolle dingen te doen, zoals spelen met onze kinderen of een gezellige avond met onze partner doorbrengen. Om piekeren om te zetten in een productieve gedachte moet je het zien als een probleem dat moet worden opgelost. De probleem oplossende versie van 'ik heb nog zoveel werk te doen' is een plannende vraag. Zoals 'Hoe kan ik taken waar ik bezorgd over ben in mijn planning opnemen?' Of 'Hoe kan ik mijn planning aanpassen om die dringende taak eerst af te handelen?' Of zelfs 'Wanneer heb ik 15 minuten om mijn planning te bekijken?' Dat zijn allemaal problemen die kunnen worden opgelost. 'Ik heb zoveel werk te doen' is dat niet. De strijd aangaan met piekeren is moeilijk, maar als je je aan je grenzen houdt, als je een ritueel maakt van de overgang van werk naar thuis, als je oefent om het piekeren om te zetten in productief denken, dan zal het je lukken. Piekeren verbannen heeft mijn privéleven aanzienlijk verbeterd, maar wat het nog meer heeft verbeterd, waren de vreugde en voldoening die ik uit mijn werk haal. De basis voor het creëren van een gezond evenwicht tussen werk en privéleven vind je niet in het echte leven. Dat zit in je hoofd. Het is het piekeren. Als je je stress wilt verminderen en de kwaliteit van je bestaan wilt verbeteren, hoef je niet per se je uren of werk aan te passen. Je moet gewoon je manier van denken veranderen. Bedankt. (Applaus)