Plum Village, Frankrijk, zenmeester Thich Nhat Hanh beantwoord vragen. Hoe kan ik voorkomen dat mijn woede ontploft en anderen pijn doet? Geachte Thay, beste Sangha Soms komt er veel woede in me op. Ik probeer ze onder controle te houden, tot ze plots onploft. Alles komt er ineens uit. Ik weet niet waarom en ik kan het niet controleren. Wanneer mijn woede ontploft, kan ik anderen erg kwetsen. Ik heb geen medelijden met de ander. Nadat ik gekalmeerd ben en al mijn woede eruit is, dan pas heb ik medelijden, en weet ik dat ik de ander gekwetst heb. Op het moment zelf echter, ben ik machteloos. Wat kan ik hieraan doen? Geachte Thay, onze vriend... stelt ook een vraag over woede. Soms voelt ze veel woede opkomen. En ze wil die niet uiten. Dus probeert ze de woede te controleren, te onderdrukken, tot op het punt dat de woede ontploft. Dan kwetst ze anderen. En daar heeft ze spijt van. Ze voelt medelijden vanwege het lijden dat ze veroorzaakt heeft. Ze wil weten hoe ze dit beter kan doen. Is ze in staat om het lijden in de ander te zien? Kan ze het lijden in de ander zien? En wanneer? Voor of na de ontploffing? Ik zie hun lijden niet. De emotie blijft hevig. Wat kan ik doen? Onder controle houden is niet genoeg. Onder controle houden is onderdrukken. Onderdrukken is niet goed. Het gaat niet weg. Je pint het vast. Het is er nog steeds. Onderdrukken is niet goed. We moeten het omvormen. En daarvoor heb je medelijden nodig. Het enige tegengif voor woede en geweld is medelijden. Dat is de enige mogelijkheid. Maar hoe krijg je medelijden? Hoe de kracht van medelijden te scheppen? Dat is de hamvraag. Tijdens deze retraite hebben we geleerd ons lijden te herkennen. Iemands lijden is de oorzaak van zijn daden of pijnlijke woorden. Zijn woede voedt jouw woede. Het geweld in hem voedt het geweld in jou. Daarom moeten we aandachtig in- en uitademen. We moeten zien hoe de ander slachtoffer is van zijn eigen geweld, zijn eigen lijden en onbegrip. Dit is heel belangrijk. Dat is de leer van de Boeddha: kijk naar lijden en begrijp lijden. Pas als je je eigen lijden begrijpt, kan je het lijden van de ander begrijpen. En begrip voor lijden brengt altijd medelijden. Enkel medelijden kan woede en geweld omvormen. Sommigen denken dat we het blok woede uit onszelf kunnen halen als bij een operatie. Maar dat gaat helemaal niet met woede. Je kan woede niet uit je halen. Je kan het enkel omvormen. Woede kan omgevormd worden in iets anders. Je kan woede omvormen in begrip en medelijden. En dat is het werk van een beoefenaar: in lijden kijken, in je eigen lijden en dat van de ander, en proberen de oorzaak ervan te begrijpen. Zo creëer je de kracht van medelijden. En als er medelijden is, kan dat woede omvormen. Je moet woede er niet uithalen. Sommigen proberen dat. Sommigen raden aan het eruit te halen door middel van zogenaamde 'ventilatie'. Het is alsof er rook in je kamer is en je wil de rook eruit ventileren. Dus je gaat naar je kamer en doet je de deur op slot. En je probeert je kussen te slaan, tien, vijftien minuten lang. Ze geloven dat je zo de woede uit je kan halen. "Ik ben me bewust dat er woede is. 'Ik wil ze eruit halen." Ze denken dat het veiliger is je kussen te slaan, dan de ander direct te slaan. Ze noemen dat 'het uit je systeem halen'. Maar dat werkt niet. Het werkt niet. Het kan je woede zelfs sterker maken. Je oefent eigenlijk je woede. Ze noemen het 'in contact komen met je woede'. Het is goed om in contact te komen met je woede. De Boeddha raadt ons ook aan om in te ademen, thuis te komen en in contact te staan met onze woede ze zachtjes te omhelzen, en haar diepgaand te beschouwen. Maar als je... je kussen bokst, kom je niet echt in contact met je woede. Je bent slachtoffer van je woede. Je staat er niet mee in contact. Je bent niet eens in contact met het kussen, ook al klop je erop. Als je echt in contact bent met je kussen, dan weet je dat het maar een kussen is. Het is gek een kussen te slaan. Het kussen is onschuldig. Als je niet in contact bent met je kussen, dan ben je niet in contact met je woede. Als je zo verderdoet dan zal je hem misschien op een dag, als je hem tegenkomt op straat, echt slaan en in de gevangenis vliegen. Dus dit helpt niet om woede eruit te krijgen. De Boeddha raadt deze oefening aan: kom thuis en herken je woede hou ze vast met de kracht van mindfulness. Dit heet 'mindfulness van woede'. Mindfulness is altijd mindfulness van iets. Wanneer ik mijn thee drink, word ik me ervan bewust dat ik hier en nu thee aan het drinken ben. Dat is mindfulness van drinken. En wanneer ik mindful ademhaal, dan is dat mindfulness van ademhalen. Wanneer ik mindful wandel, is dat mindfulness van wandelen. Dus als ik thuiskom bij mezelf, en mijn woede herken en mijn woede vasthoud, dan wordt woede het voorwerp van mijn mindfulness. Dat heet mindfulness van woede. Er zijn twee krachten. Ten eerste is er de kracht van woede, ten tweede is er de kracht van mindfulness. Om deze kracht te krijgen moet je je oefenen in mindful ademhalen en wandelen. En met de tweede kracht, herken je en omhels je teder de eerste kracht. Je onderdrukt niet, maar omhelst teder, zoals een moeder die haar lijdende baby omhelst. En wanneer de kracht van mindfulness de kracht van woede omarmt, dan lijd je minder. Het is zoals de zonneschijn die een lotusbloem omhelst. De lotusbloem krijgt de warmte, de kracht om te bloeien. Dus als je met de energie van mindfulness je woede omhelst, dan lijd je minder. Je lijdt minder. En als je diepgaander kijkt, kan je de oorzaak van je woede onderscheiden. Dat kan een misvatting zijn. Misschien is het omdat je het lijden in de ander niet kan zien. En als je je misvatting kan herkennen en als je het lijden in de ander kan zien, dan kan dat begrip, dat inzicht plots medelijden doen ontstaan. En medelijden is een soort nectar die je meteen minder doet lijden. Dat is een opluchting. En je kan het omvormen. Deze beoefening... werkt altijd. In Plum Village sponsorden we vroeger groepen van Israëli's en Palestijnen om hier te komen oefenen. Er is veel onbegrip, woede en verdenking in elke groep. Maar als ze twee weken kunnen blijven, dan zijn transformatie en genezing mogelijk. We oefenen kalmeren, spanning loslaten. We oefenen in contact komen met de wonderen van het leven om ons te voeden. En we oefenen ook ademhalen om onze argwaan te herkennen, onze angst, onze woede. En dan zetten we ons neer en proberen naar elkaar te luisteren en de andere groep te vertellen over ons eigen lijden en onze eigen angst. We gebruiken de vierde aandachtsoefening: liefdevol spreken en aandachtig luisteren. Je kan ze alles vertellen wat je op de maag ligt: je lijden, je angst, je woede. Maar je vertelt het zo dat de anderen je kunnen begrijpen. Help ze je te begrijpen. Terwijl je praat, veroordeel je niet, beschuldig je niet. Probeer hen gewoon te helpen begrijpen hoeveel pijn je hebt, jij en jouw volk en je kinderen. Zo help je hen je lijden te begrijpen. En dan is het jouw beurt om te zitten en te luisteren naar hun lijden. Ze zullen je vertellen over hun lijden, hun angst, hun wanhoop. En jij moet luisteren. En terwijl ze spreken kan het zijn dat je merkt dat ze misvattingen over je hebben. Je wil hen terechtwijzen. Maar in deze oefening moet je niet terechtwijzen. Als je dat doet terwijl ze praten, dan maak je van de sessie een debat. En dat is niet de oefening van diep luisteren. Je zegt: "Oh, ze zeggen verkeerde dingen, want ze kennen de waarheid niet. Maar ik heb de tijd om hen te helpen hun opvattingen te verbeteren de komende dagen, want ze zullen er nog een week zijn. Dus over een paar dagen hebben we de kans om het ze te zeggen, om ze de informatie te geven die hen kan helpen hun opvattingen te veranderen. Maar niet nu. Nu moeten we luisteren, aandachtig luisteren." Zo luisteren noemen we 'luisteren met medelijden'. En als je een uur lang kan luisteren met medelijden, zullen ze minder lijden. Dus we beoefenen medelijden. We geven ze de kans om minder te lijden. En dat is de beoefening van de vierde aandachtsoefening. Luisteren met medelijden om de ander te helpen minder te lijden. Je kan dat doen bij je man, je vrouw, bij je zoon, je dochter, bij je vader of moeder. En luister zo dat ze de kans hebben om hun hart te luchten. Dat is medelijden. En na een week oefenen, kunnen we misvattingen wegnemen. We vergroten het wederzijds begrip. En de twee groepen kunnen neerzitten, handen vasthouden bij de wandelmeditatie en samen eten. Broederschap, zusterschap wordt geboren. Dit is een heel belangrijke oefening. We geloven dat politici deze oefening moeten leren. Als ze naar een vredesonderhandeling gaan, zouden ze ook moeten tot rust komen, loslaten en het innerlijke lijden herkennen, het lijden in de ander herkennen. En als ze één of twee weken zo oefenen, dan zullen de vredesonderhandelingen vruchtbaar zijn. Ik denk dat studenten politieke wetenschappen dit soort praktijk moeten leren. Ze hoeven geen boeddhist te zijn om dit te leren. Dit is toegepaste ethiek. Dit kan in elke school aangeleerd worden, ook in de basisschool. Kinderen kunnen deze beoefening leren en zich verzoenen met hun broers en zusjes en met hun ouders. Ze kunnen hun ouders zelfs helpen. We organiseren veel retraites voor jongeren en kinderen. En de kinderen veranderen wanneer ze het lijden kunnen zien in hun vader en in hun moeder. En na de retraite komen ze thuis en ze luisteren naar hun ouders en helpen hen om minder te lijden. Het is een wonder. En het gebeurt steevast in onze retraites. Verbinding, inspiratie, voeding