Ik weet niet of iedereen hier bekend is met mijn foto's. Ik zal jullie eerst wat foto's laten zien. Daarna zal ik erover vertellen. Ik moet iets over mijn achtergrond vertellen, want het zal in mijn verhaal ter sprake komen. Ik ben in 1944 in Brazilië geboren. In die tijd was Brazilië nog geen markteconomie. Ik werd geboren op een boerderij die nog voor meer dan de helft uit regenwoud bestond. Een fantastische plek. Ik leefde samen met heel bijzondere vogels en dieren. Ik zwom in riviertjes tussen de kaaimannen. Er woonden op die boerderij ongeveer 35 gezinnen. Al het geproduceerde voedsel was voor eigen gebruik. Er ging maar weinig naar de markt. Het enige dat we eens per jaar op de markt verkochten, was het vee dat we fokten. We maakten een reis van 45 dagen naar het slachthuis, met duizenden stuks vee bij ons. Over de terugreis naar de boerderij deden we 20 dagen. Toen ik 15 werd, moest ik weg van huis, om in een veel grotere stad de tweede helft van de basisschool af te maken. Ik leerde daar andere dingen. Brazilië was aan het verstedelijken, industrialiseren. Ik wist hoe de politiek werkte en radicaliseerde een beetje. Ik werd lid van linkse partijen en werd activist. Ik ging naar de universiteit om economie te studeren. Ik haalde mijn masters in economie. De belangrijkste gebeurtenis in mijn leven vond toen ook plaats. Ik ontmoette een geweldig meisje. Ze werd mijn beste vriendin voor het leven en mijn partner in alles wat ik tot nu toe gedaan heb: mijn vrouw, Léila Wanick Salgado. Brazilië radicaliseerde zeer sterk. We vochten heel hard tegen de dictatuur. Op zeker moment moesten we kiezen: verdwijnen in de gewapende illegaliteit, of vertrekken uit Brazilië. Omdat we nog zo jong waren, besliste de organisatie dat we weg moesten. We gingen naar Frankrijk, waar ik een graad in economie behaalde. Léila werd architecte. Daarna werkte ik voor een investeringsbank. We reisden veel, financierden ontwikkelingshulp en economische projecten in Afrika met de Wereldbank. Maar op een dag pleegde de fotografie een overval op mijn leven. Ik liet mijn oude leven achter me en werd fotograaf. Ik ging me bezighouden met fotografie die voor mij belangrijk was. Mensen zeggen vaak dat ik een journalistiek fotograaf, een antropologisch fotograaf of een activistisch fotograaf ben. Maar ik heb veel meer gedaan. Fotografie was mijn leven. Ik ging helemaal op in de fotografie. Ik deed langlopende projecten en ik zal jullie daar iets van laten zien. Je krijgt weer een inkijk in de sociale projecten die ik bezocht. Ik heb veel boeken samengesteld uit deze foto's, maar ik laat er nu een paar van zien. In de negentiger jaren, van 1994 tot 2000, maakte ik de foto's bij het verhaal 'Migraties'. Er kwam een boek en het werd een show. Maar tijdens het maken van de foto's ging ik door een heel moeilijke periode, voornamelijk in Ruanda. Daar zag ik het ultieme geweld. Ik zag duizenden doden per dag. Ik verloor mijn geloof in de mensheid. Ik dacht dat we onmogelijk verder konden leven en ik werd aangevallen door mijn eigen Staphylococcus. Ik kreeg overal ontstekingen. Als ik met mijn vrouw de liefde bedreef kwam er geen sperma vrij, maar bloed. Ik ging naar de dokter van een vriend in Parijs en vertelde hem dat ik doodziek was. Hij onderzocht me langdurig en zei: 'Sebastian, je bent niet ziek, je prostaat is volkomen in orde. Je hebt alleen zoveel doden gezien, dat je nu zelf aan het sterven bent. Je moet er echt mee stoppen. Als je dat niet doet, zal dat je dood betekenen.' Dus besloot ik te stoppen. Ik had het helemaal gehad met fotografie en met alle toestanden in de wereld. Ik besloot om terug te gaan naar mijn geboorteplaats. Toevallig waren mijn ouders inmiddels op leeftijd geraakt. Ik heb 7 zussen. Ik ben de enige man in mijn familie. Samen hadden ze besloten om het land aan Léila en mij over te dragen. Toen we het land kregen was het net zo dood als ik. Toen ik nog een kind was, bestond het voor meer dan 50% uit regenwoud. Toen we het land kregen was daar nog minder dan een half procent van over, net zoals in de hele streek. Door de ontwikkeling van Brazilië is er veel regenwoud vernietigd. Net zoals hier in de Verenigde Staten, of in India, overal op deze planeet. In onze ontwikkeling zit een grote tegenstrijdigheid: we vernietigen alles om ons heen. Van de duizenden stuks vee op de boerderij waren er nog maar een paar honderd over. We wisten niet wat we ermee aan moesten. Toen kwam Léila op een ongelooflijk gek idee. Ze zei: 'Waarom breng je het regenwoud hier niet terug? Je zegt altijd dat je in het paradijs bent geboren. Laten we dat paradijs herstellen. Ik nam contact op met een goede vriend van mij, een bosbouwkundig ingenieur, om een project voor ons op te zetten. een bosbouwkundig ingenieur, om een project voor ons op te zetten. We begonnen met planten. Het eerste jaar gingen veel bomen dood, het jaar daarna minder. Heel langzaam begon het dode land te herleven. We plantten honderdduizenden bomen, alleen inheemse soorten. Zo werd het verwoeste ecosysteem vervangen door een identiek systeem. Het leven herstelde zich op een ongelooflijke manier. Het was noodzakelijk om van ons land een nationaal park te maken. Het was noodzakelijk om van ons land een nationaal park te maken. Er ontstond een transformatie. We gaven het land terug aan de natuur. Het werd een nationaal park. We richtten het 'Instituto Terra' op en begonnen een groot milieuproject om geld bij elkaar te brengen, hier in Los Angeles, in de Bay Area in San Francisco. We kregen belastingaftrek in de Verenigde Staten. We haalden geld op in Spanje, Italië en veel geld in Brazilië. Veel Braziliaanse bedrijven en de regering stopten geld in het project. Terwijl het leven weer opbloeide, kreeg ik een sterke behoefte om weer te gaan fotograferen. Dit keer wilde ik me niet langer beperken tot dat ene dier dat ik mijn hele leven had gefotografeerd: de mens. Ik wilde de andere dieren fotograferen, de landschappen. De mens ook, maar dan in zijn oorsprong. In de tijd dat we nog in evenwicht met de natuur leefden. In het begin van 2004 begon ik ermee en eind 2011 was ik klaar. Het resultaat was een ongelooflijke hoeveelheid foto's. Léila stelde er al mijn boeken mee samen en zette er alle shows mee in elkaar. Met deze foto's willen we een discussie starten over wat er nog is aan ongereptheid. Over waar we op deze planeet aan vast moet houden als we enigszins evenwichtig willen leven. Ik wilde ons mensen zien, zoals we leefden in het Stenen Tijdperk. Er leven nog mensen op die manier. Vorige week was ik bij de Brazilian National Indian Foundation. Alleen al in het Amazonegebied bestaan nog ongeveer 110 indianenstammen waar nog nooit contact mee is geweest. Dit is de manier om het regenwoud te beschermen. Met deze foto's hoop ik dat we een informatiesysteem op kunnen zetten. Met deze foto's hoop ik dat we een informatiesysteem op kunnen zetten. We wilden de planeet op een nieuwe manier presenteren. Nu wil ik jullie graag enkele foto's uit het project laten zien. Tja... hiervoor - (Applaus) dankjewel, hartelijk dank - hiervoor moet we hard vechten om het te houden zoals het nu is. Maar er is nog meer verandering nodig. Samen moeten we onze huidige samenleving hervormen. We zitten op een punt vanwaar we niet meer terug kunnen, maar we creëren een ongelooflijke tegenstelling. Om dit alles te bouwen, wordt veel verwoest. Ons oeroude Braziliaanse bos, zo groot als Californië, is tegenwoordig voor 93% verwoest. Hier aan de westkust hebben jullie je bossen verwoest, nietwaar? De sequoiabossen zijn in rap tempo verdwenen. nietwaar? De sequoiabossen zijn in rap tempo verdwenen. 2 dagen geleden vloog ik vanuit Atlanta hier naartoe, over woestijnen die we door ons eigen toedoen veroorzaakt hebben. India heeft geen bomen meer. Spanje heeft geen bomen meer. We moeten die bossen heraanplanten. De bossen zijn essentieel voor ons leven. We moeten ademhalen. De enige fabriek die CO2 in zuurstof kan veranderen is het bos. Bomen zijn de enige machines die in staat zijn om de voortdurend door ons geproduceerde koolstof op te vangen. Zelfs als we de productie reduceren, produceren we nog CO2 bij alles wat we doen. 3 à 4 weken geleden vroeg ik mezelf iets af. We lazen in de kranten over de massale vissterfte in Noorwegen. Gebrek aan zuurstof in het water. Ik vroeg me af of er niet een moment zal komen waarop alle diersoorten, inclusief de onze, zuurstofgebrek zullen krijgen. Dat zou een groot probleem veroorzaken. Bomen zijn essentieel voor ons watersysteem. Ik zal jullie een eenvoudig voorbeeldje geven. Voor de gelukkigen onder jullie die een flinke haardos hebben duurt het na een wasbeurt 2 à 3 uur tot het haar gedroogd is. Als je tenminste geen föhn gebruikt. Bij mij duurt het maar een minuut. Zo is het ook met bomen. Bomen zijn het haar van onze planeet. Als het regent op een plek waar geen bomen staan, stroomt het water in een paar minuten naar de rivier. De meegevoerde aarde vervuilt onze waterbronnen en onze rivieren. Er blijft geen vocht achter. Bomen hebben een wortelsysteem dat het water vasthoudt. De takken en bladeren die van de boom vallen creëren een vochthoudende laag. Het duurt vele maanden tot het water de rivieren bereikt. Zo blijven onze bronnen en rivieren schoon. Het allerbelangrijkste is, ons te realiseren dat we voor iedere activiteit in het leven water nodig hebben. Tot slot wil ik jullie een paar foto's laten zien die het belang daarvan tonen. Je weet nog wel wat ik vertelde over de boerderij die ik van mijn ouders kreeg. Die boerderij was mijn paradijs. Het land was volkomen verwoest. Erosie, verdroogde aarde. Maar op deze foto zie je de bouw van een scholingscentrum, dat tot een groot milieucentrum in Brazilië zou uitgroeien. Je ziet ook een heleboel puntjes op deze foto. In elk van die puntjes hadden we een boom geplant. Dat zijn duizenden bomen. Dit zijn foto's die 2 maanden geleden op precies dezelfde plaats gemaakt zijn. (Applaus) Aan het begin heb ik gezegd dat we ongeveer 2½ miloen bomen moeten planten, ongeveer 200 verschillende soorten, om het ecosysteem te herstellen. Ik zal je de laatste foto laten zien. We hebben nu 2 miljoen bomen in de grond staan. We verwijderen ongeveer 100.000 ton koolstof met deze bomen. Vrienden, het is niet zo moeilijk. Wij konden het toch ook? Door de ellende die mij overkwam, gingen we terug en bouwden een ecosysteem. Wij hebben hier met zijn allen volgens mij dezelfde zorg. Het model dat we in Brazilië creëerden kunnen we naar hier overbrengen. We kunnen het overal ter wereld toepassen, toch? Ik geloof dat we dat samen kunnen doen. Ik dank jullie hartelijk. (Applaus)