Afgelopen zomer was ik voor een bruiloft in Ohio, en daar was toen een meet & greet met Anna en Elsa uit Frozen. Niet de echte Anna en Elsa uit Frozen; het was geen officieel Disney-evenement. Dit waren twee ondernemers die prinsessenfeestjes organiseren. Wordt je kind vijf jaar? Dan komen ze wat liedjes zingen en wat elfenstof strooien; het is geweldig. Ze waren niet van plan om hun kans mis te lopen bij de rage van Frozen. Een lokale speelgoedwinkel huurt hen in, kinderen komen op zaterdagochtend, ze kopen wat Disney-spullen, gaan op de foto met de prinsessen en gaan weer naar huis. Het lijkt op Kerstmis maar het is niet seizoensgebonden. (Gelach) Mijn driënhalfjarige nichtje, Samantha, stond er middenin. Ze vond het niet erg dat die twee vrouwen posters en kleurboeken signeerden als Sneeuwkoningin en prinses Ana met één N, om het auteursrecht te omzeilen. (Gelach) Als je mijn nichtje en de ruim 200 andere kinderen moest geloven, waren dit dé Anna en Elsa uit Frozen. Het ging als volgt: Het was die zaterdagochtend in augustus snikheet in Ohio. We komen aan om 10 uur, aanvangstijd, en krijgen nummer 59. Om 11 uur waren pas nummer 21 tot en met 25 aan de beurt; het ging dus nog wel even duren. Geen enkele hoeveelheid gratis schminck of tatoeagestickers kon het gejengel buiten de winkel stoppen. (Gelach) Om half één worden we geroepen: "Nummer 56 tot en met 63, alsjeblieft." Toen we naar binnen liepen, troffen we een decor aan dat leek alsof Noorwegen had overgegeven. (Gelach) Op de vloer lagen overal kartonnen sneeuwvlokken, alles was bedekt met glitter en aan de muren hingen ijspegels. In de rij probeerde ik mijn nichtje een beter uitzicht te geven dan de rug van de moeder van nummer 58, dus zette ik haar op mijn schouders. Ze werd meteen gegrepen door de aanblik van de prinsessen. Toen we verder naar voren gingen, raakte ze nog enthousiaster. Toen we eindelijk vooraan in de rij waren en nummer 58 haar poster liet signeren door de prinsessen voelde ik letterlijk de opwinding door haar lichaam stromen. En eerlijk gezegd voelde ik me ook zo. (Gelach) De Scandinavische overdaad was betoverend. (Gelach) We staan vooraan in de rij en de verwilderde medewerker kijkt mijn nichtje aan en zegt: 'Hoi schat, je bent de volgende! Kom je naar beneden of blijf je op de schouders van je vader zitten voor de foto? (Gelach) Ik 'bevroor'... bij gebrek aan een betere omschrijving. (Gelach) Bizar hoe je op een onverwacht moment geconfronteerd wordt met de vraag: Wie ben ik? Ben ik een tante? Of een voorvechter? Miljoenen mensen hebben mijn video gezien, over moeilijke gesprekken voeren, en hier was er één, recht voor mijn neus. Tegelijkertijd vind ik niets belangrijker dan de kinderen in mijn leven, dus bevond ik me in een situatie waarin we ons wel vaker terugvinden: verscheurd tussen twee dingen, twee onmogelijke keuzes. Zou ik een voorvechter zijn? Zou ik haar van mijn schouders halen en de medewerker uitleggen dat ik haar tante ben en niet haar vader, en dat ze voorzichtiger moet zijn dan geslacht te bepalen op basis van een kapsel en een ritje op de schouders -- (Gelach) -- en op die manier het, tot nu toe mooiste moment in het leven van mijn nichtje missen. Of zou ik een tante zijn? Zou ik de opmerking negeren, een miljoen foto's maken, me geen seconde laten afleiden van de pure vreugde op dat moment, en op die manier weglopen met de schaamte die hoort bij het niet voor jezelf opkomen, vooral waar mijn nichtje bij aanwezig is. Wie was ik? Wie was belangrijker? Welke rol was meer waard? Was ik een tante? Of een voorvechter? Ik had maar één ogenblik om te beslissen. Er wordt ons nu geleerd dat we leven in een wereld die steeds meer polariseert. Met alleen maar zwart en wit, wij en zij, goed en slecht. Geen midden, geen grijs, alleen maar polariteit. Polariteit is als twee ideeën of meningen compleet tegenover elkaar staan; een lijnrechte tegenstelling. Aan welke kant sta jij? Ben je duidelijk en zonder twijfel antioorlog, vóór abortus, antidoodstraf, vóór wapenregelgeving, voorstander van open grenzen en vóór vakbonden? Of ben je compleet en zonder comprimissen vóór oorlog, tegen abortus, vóór de doodstraf, verdediger van het wettelijk recht op wapenbezit, anti-immigratie en vóór bedrijven? Het is alles of niets, voor ons of tegen ons, dat is polariteit. Het probleem met polariteit en uitersten is dat het de individualiteit van de menselijke ervaring wegneemt, waardoor het tegenstrijdig is met onze menselijke natuur. Als we naar beide kanten worden getrokken, terwijl we daar niet thuishoren -- polariteit is niet onze echte werkelijkheid -- hoe moeten we dan verder? Wat ligt er aan de andere kant van dat spectrum? Ik denk niet dat het een onbereikbare en harmonieuze utopie zal zijn. Ik denk dat dualisme tegenover polariteit staat. Dualisme houdt in dat twee aspecten tegelijkertijd bestaan, zonder lijnrecht tegenover elkaar te staan. xxxxxx Denk je dat dit niet mogelijk is? Dit zijn mensen die ik ken: katholieken die voor abortus zijn, feministen die een hidjab dragen, veteranen die anti-oorlog zijn en voorstanders van wapenbezit die voor het homohuwelijk zijn. Dit zijn de mensen die ik ken; dit zijn mijn vrienden en familie. Dat is de meerderheid van onze samenleving; dat ben jij, dat ben ik. (Applaus) Dualisme is het vermogen om beide ideeën aan te nemen. Maar de vraag is: kunnen we over ons dualisme beschikken? Hebben we de moed om beide ideeën aan te nemen? Ik werkte in een restaurant en raakte bevriend met een collega. We werkten in de bediening, werden goede vrienden en hadden veel plezier. Haar Spaans was geweldig omdat ze uit Mexico kwam. (Gelach) Dat zei ik verkeerd om. Haar Engels was beperkt, maar veel beter dan mijn Spaans. We raakten verbonden door onze overeenkomsten, niet gescheiden door onze verschillen. We waren hecht, hoewel we uit hele andere werelden kwamen. Zij kwam uit Mexico, had haar familie achtergelaten, zodat ze hierheen kon komen en hun daar een beter leven kon bieden. Ze was een toegewijde conservatieve katholiek; Ze geloofde in traditionele gezinswaarden, stereotype rollen van mannen en vrouwen. En ik was, natuurlijk, mezelf. (Gelach) Maar we raakten verbonden toen ze naar mijn vriendin vroeg of toen ze de foto's liet zien van haar familie in Mexico. Die dingen brachten ons samen. Op een dag, we zaten achter, zo snel mogelijk te eten rond een kleine tafel, tijdens een zeldzame pauze, kwam een nieuwe jongen uit de keuken naar ons toe. Toevallig haar neef. Hij ging zo stoer zitten als zijn 20-jarige lichaam toeliet. (Gelach) Hij zei tegen haar [in het Spaans]: "Heeft Ash een vriend?" En zij antwoordde [in het Spaans]: "Nee, ze heeft een vriendin." Hij herhaalde [in het Spaans]: "Ze heeft een vriendin?!?" Ze legde haar vork neer, keek hem doordringend aan en zei [in het Spaans]: "Ja, een vriendin. Dat is alles." Zijn zelfvoldane lach veranderde snel in een eerbiedige lach, hij pakte zijn bord, liep weg en ging weer aan het werk. Ze maakte geen oogcontact met me. Ze stond op en deed hetzelfde. Het gesprek duurde 10 seconden; het was maar een korte interactie. Op papier had ze meer gemeen met hem: taal, cultuur, geschiedenis, familie, haar gemeenschap was haar anker hier, maar haar morele kompas overwon dat allemaal. Even later stonden ze in het Spaans grapjes te maken in de keuken, zonder dat het over mij ging; en dát is dualisme. Ze hoefde niet voor politiek correct te kiezen in plaats van voor haar erfgoed. Ze hoefde niet voor familie in plaats van vriendschap te kiezen. Het ging niet tussen Jezus en Ash. (Gelach) (Applaus) Haar individuele moraliteit zat zo diep van binnen, dat ze de moed had om beide ideeën aan te nemen. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze morele integriteit en we moeten bereid zijn om het te verdedigen, zelfs als het niet uitkomt. Op die manier ben je bondgenoot; en als je een bondgenoot wil zijn, moet je een actieve bondgenoot zijn. Stel vragen, reageer wanneer je ongepaste dingen hoort, wees er echt mee bezig. Een vriend van de familie noemde mijn vriendin jarenlang mijn minnaar. Serieus? Minnaar? Zo overdreven seksueel, zo jaren 70 homoseksuele pornografie. (Gelach) Maar ze probeerde het en ze stelde vragen. Ze kon haar mijn vriendin noemen, of mijn 'vriendin', of mijn 'speciale vriendin' -- (Gelach) of nog erger, ze kon ook gewoon geen vragen stellen. Geloof me, we hebben liever dat je wel vragen stelt. Ik heb liever dat ze minnaar zegt, dan dat ze helemaal niets zegt. Mensen zeggen vaak tegen me: "Nou Ash, het maakt me niet uit. Ik zie geen ras, religie of seksualiteit. Het maakt me niet uit. Ik zie het niet." Maar het tegengestelde van homofobie, racisme en xenofobie is denk ik, niet liefde, maar apathie. Als je mijn homoseksualiteit niet ziet, dan zie je mij over het hoofd. Als het je niet uitmaakt met wie ik naar bed ga, dan kun je je niet inbeelden hoe het voelt als ik 's avonds over straat loop met haar hand in de mijne en ik een groep mensen tegenkom en de beslissing moet maken: hou ik haar hand vast, of laat ik los? Terwijl ik haar eigenlijk stevig wil vasthouden. Of de kleine overwinning die ik voel als we langslopen en niet loslaten. Of de enorme lafheid en teleurstelling, die ik voel als ik haar hand wel loslaat. Als je die strijd niet ziet die specifiek is voor mijn ervaring, omdat ik homo ben, dan zie je mij niet. Als je een bondgenoot wilt zijn dan moet je me zien zoals ik ben. Als individu, als bondgenoot, als mens, moeten we in staat zijn om beide dingen aan te nemen: zowel het goede als het slechte, het makkelijke en het moeilijke. Je leert niet vanzelf om twee ideeën aan te nemen, je leert het door fouten te maken. En wat als dualisme pas de eerste stap is? Wat als we door compassie, medeleven en menselijke interactie in staat zijn om twee ideeën aan te nemen? En als twee ideeën lukt, kan het ook met vier. En als vier lukt, kan acht ook en als acht kan, dan lukt honderden ook. We zijn complexe individuen: we wervelen van tegenstrijdigheden. Jullie hebben allemaal zoveel ideeën op dit moment. Wat kun je doen om er nog een paar aan te nemen? Terug naar Toledo, Ohio. Ik sta vooraan in de rij met mijn nichtje op mijn schouders, de uitgeputte medewerker noemt me vader. Heeft iemand je ooit voor het verkeerde geslacht aangezien? Nee, dat is het niet eens. Heeft iemand je ooit iets genoemd dat je helemaal niet bent? Dit is hoe het voor mij voelt: ik zit meteen in een wervelwind van tegenstrijdige emoties. Het zweet breekt me uit als gevolg van een combinatie van woede en vernedering. Het voelt alsof iedereen in de winkel me aanstaart, hoewel ik me tegelijkertijd ook onzichtbaar voel. Ik wil uitbarsten van woede en ik wil onder een steen kruipen. En als kers op de taart, voel ik de frustratie dat ik een T-shirt aanheb dat ik normaal nooit zou dragen: strak, paars, zodat de hele winkel mijn borsten kan zien om zeker te zijn dat DIT niet gebeurt. (Gelach) Ondanks alle inspanningen om gezien te worden voor mijn eigen geslacht, gebeurt het toch. En ik hoop met mijn hele lichaam dat niemand het gehoord heeft -- mijn zus niet, mijn vriendin niet en al helemaal mijn nichtje niet. Ik ben gewend aan deze pijn, maar ik zal alles doen om de mensen die ik lief heb, ertegen te beschermen. Als ik dan mijn nichtje van mijn schouders haal en ze rent naar Elsa en Anna, waar ze al zo lang op heeft gewacht, valt alles van me af. Haar lach is het enige dat ertoe doet. En als de 30 seconden waar we tweeënhalf uur op hebben gewacht voorbij zijn, pakken we onze spullen en kijk ik de medewerker nog een keer aan. Ze lacht verontschuldigend en gebaart: "Het spijt me enorm!" (Gelach) Haar menselijkheid, haar bereidheid om de fout toe te geven, kalmeert me meteen. Ik zeg haar: "Het geeft niet, kan gebeuren. Maar bedankt." En op dat moment besef ik dat ik niet óf tante óf voorvechter hoef te zijn, maar dat ik beide tegelijk kan zijn. Ik kan in dualisme leven en twee ideeën aannemen. En als ik in die omgeving twee dingen kan aannemen, dan kan ik nog veel meer aannemen. Als mijn vriendin en mijn nichtje hand in hand de deur uit lopen, draai ik me naar mijn zus en zeg: "Was dit het waard?" En ze reageert: "Ben je gek? Zag je die blik in haar ogen? Dit was de mooiste dag van haar leven!" (Gelach) "Het was de tweeënhalf uur in de hitte waard, het was het veel te dure kleurboek, dat we trouwens ook al hadden, waard." (Gelach) "Het was het zelfs waard dat jij vader genoemd werd." (Gelach) En voor het eerst in mijn leven was dat het ook echt waard. Bedankt, Boulder. Nog een fijne avond! (Applaus)(Gejuich)