Stel dat ik je zou vertellen
dat er een nieuwe technologie was
die in handen van dokters en verplegers
betere behandelresultaten zou opleveren
voor patiënten van alle leeftijden;
zou zorgen voor minder pijn en lijden;
korter durende operaties;
kortere narcosetijden;
en een optimale
dosis-responscurve zou hebben,
want hoe vaker je een behandeling oefent,
des te gunstiger is het voor de patient.
En het mooiste is:
er zijn geen bijwerkingen
en het maakt niet uit
waar de zorg gegeven wordt.
Als IC-arts in het Boston Children's
Hospital kan ik zeggen
dat dit een doorbraak voor mij zou zijn.
Deze technologie heet
'levensecht oefenen'.
Dit levensecht oefenen is mogelijk
door medische simulatie.
Ik wil graag beginnen met een voorbeeld
om goed uit te leggen
wat ons te wachten staat
en waarom deze technologie
niet alleen de zorg zal verbeteren,
maar ook waarom het essentieel is
voor de medische zorg.
Dit is een pasgeboren kind, een meisje.
Dit is dag nul in haar leven.
De eerste dag, pas ter wereld gekomen.
Maar direct na de geboorte
merken we al snel
dat haar toestand verslechtert.
Haar hartslag gaat omhoog,
haar bloeddruk daalt
en ze gaat steeds sneller ademen.
De reden hiervoor blijkt
uit deze röntgenfoto van haar romp.
Dit heet een babygram:
een röntgenfoto van
het lijfje van een zuigeling.
Als je naar de bovenkant kijkt
dan horen daar het hart
en de longen te zitten.
En hier aan de onderkant
zie je de buikholte,
waar je normaal de darmen hoort te zien.
Ook zie je een doorschijnend gebied
dat omhoog gekropen is
aan de rechterkant van de borstkas.
En dat zijn de darmen --
op de verkeerde plek.
Dit zorgt ervoor dat ze
tegen de longen drukken,
waardoor deze baby amper nog kan ademen.
Om dit probleem op te lossen
moeten we deze baby meteen
naar de operatiekamer brengen
om de darmen terug
in de buikholte te leggen,
zodat de longen weer ruimte krijgen
en dit kind weer kan ademhalen.
Maar voordat ze geopereerd kan worden,
moet ze razendsnel naar de Intensive Care
worden gebracht, waar ik werk.
Ik werk samen met de operatieteams.
Het hele team komt samen
en we leggen dit kindje
aan de hart-longmachine.
We brengen haar onder narcose
en maken een kleine snee in haar hals.
We brengen katheters aan
in de grootste aders in de hals --
en jullie moeten weten dat deze aders
ongeveer zo dik zijn als een pen,
het puntje van een pen.
Dan draineren we bloed uit het lichaam,
leiden het door een machine
die zuurstof toevoegt,
waarna het terugvloeit in het lichaam.
We redden haar leven
en brengen haar veilig
naar de operatiekamer.
Maar dit is het probleem:
deze aandoeningen --
zoals congenitale hernia diafragmatica,
een gat in het middenrif waardoor
de darmen naar boven kunnen kruipen --
zijn heel zeldzaam.
Zelfs in de meest
ervaren handen ter wereld
is het bijna onmogelijk
om er genoeg te krijgen --
om genoeg patiënten te krijgen --
om een expertise curve
van 100 procent te halen.
Het komt gewoon niet vaak voor.
Hoe maak je het zeldzame dan gewoon?
En er is nog een probleem:
het zorgsysteem waarin ik
al ruim 20 jaar lang mensen opleid,
zoals het nu is, worden studenten getraind
volgens een leerlingstelselmodel.
Dit bestaat al eeuwen.
Het is gebaseerd op het idee dat je
een operatie misschien één keer ziet,
of misschien een aantal keren,
de operatie vervolgens zelf uitvoert
en hem uiteindelijk weer
aan de volgende generatie leert.
Dit model heeft dus tot gevolg --
en ik hoef je dat niet uit te leggen --
dat we feitelijk oefenen op de patiënten
die we onder onze hoede hebben.
Dat is een probleem.
Ik denk dat er een betere manier is.
Geneeskunde is misschien wel
de laatste risicovolle sector
die niet oefent voordat er
gepresteerd moet worden.
Ik wil een betere aanpak beschrijven
met behulp van medische simulatie.
Maar eerst gingen we kijken
naar ander risicovolle sectoren
die deze werkwijze
al tientallen jaren toepassen.
Dit is een kerncentrale.
Kerncentrales voeren regelmatig
allerlei scenario's uit
om te oefenen voor datgene
waarvan ze hopen dat het nooit gebeurt.
En we zijn allemaal bekend
met de luchtvaartindustrie.
We stappen allemaal
met een gerust hart in een vliegtuig
in de wetenschap dat piloten en bemanning
in dit soort simulatoren getraind hebben
voor situaties die hopelijk
nooit zullen plaatsvinden.
En we weten dus
dat als er wel iets misgaat,
zij op het ergste zijn voorbereid.
De luchtvaartindustrie heeft zelfs
vliegtuigrompen gemaakt
die dienen als simulatie-omgeving,
omdat het belangrijk is dat het team
goed op elkaar ingespeeld is.
Dit is een evacuatie-oefeningsimulator.
Dus, als zo'n zeldzame situatie
zich zou voordoen,
kunnen ze à la minute reageren.
Maar voor mij komt het meest overtuigende
bewijs toch wel uit de sportwereld --
of je de belangen hoog acht of niet.
Denk maar aan een honkbalteam:
honkbalspelers oefenen.
Ik vind dit een mooi voorbeeld
van oefening baart kunst.
Eerst trainen ze het hele voorjaar.
Ze gaan naar een trainingskamp,
misschien een simulator voor honkbal.
Ze staan niet op een echt veld,
maar op een simulatieveld
en ze spelen een voorseizoenscompetitie.
Daarna komen ze het veld op
voor de seizoenswedstrijden
en wat doen ze als eerste
voordat ze aan de wedstrijd beginnen?
Ze gaan de slagkooi in
en oefenen urenlang op hun slag
waarbij de bal ze op allerlei
manieren wordt toegeworpen
en ze bal na bal slaan
terwijl ze hun spieren opwarmen
en zich voorbereiden op de wedstrijd.
En dan komt nog het meest
fenomenale van alles --
en het maakt niet uit
naar wat voor wedstrijd je kijkt,
je ziet dit gebeuren:
de slagman gaat in de slagzone staan,
de werper staat klaar om te gooien
en vlak voordat de bal geworpen wordt,
wat doet de slagman dan?
Hij stapt uit de slagzone
en maakt een oefenslag.
Hij zou het nooit anders doen.
Ik wil het met jullie hebben over
hoe wij ons oefenmateriaal maken
in de geneeskunde.
We bouwen zulke oefenmaterialen
voor onze zo dierbare patiënten
in ons hospitaal.
Ik ga een voorbeeld gebruiken
dat we onlangs gemaakt hebben.
We hadden een kind van vier
waarvan de schedel steeds groter werd
en waardoor mijlpalen in de ontwikkeling,
neurologische mijlpalen, verloren gingen.
En de oorzaak van dit probleem zit hier:
het heet hydrocefalus.
Even een korte les in neurochirurgie:
dit zijn de hersenen
en je ziet de schedel
die om de hersenen heen zit.
Wat er ook nog tussen
de hersenen en de schedel zit,
is iets dat we hersenvocht noemen
en wat als een schokdemper werkt.
Dus in al jullie hoofden
zit hersenvocht dat als badwater
rondom jullie hersenen spoelt.
Het wordt ergens gemaakt en stroomt rond
waarna het vervangen wordt.
Dit prachtige stromingspatroon
gebeurt bij ons allemaal.
Maar helaas kan er bij sommige kinderen
een blokkade in dit
stromingspatroon zitten,
zoiets als een file.
Hierdoor hoopt het vocht zich op
en worden de hersenen opzij geduwd.
Ze kunnen dan niet goed groeien.
Hierdoor gaat het kind
neurologische mijlpalen missen.
Deze ziekte is desastreus voor kinderen.
De oplossing is een operatie.
Bij de traditionele manier van opereren
verwijderen we een stukje schedel,
laten het overtollige vocht afvloeien
en plaatsen we een drain.
Uiteindelijk brengen we
een interne drain aan in het lichaam.
Een grote operatie.
Maar het grote nieuws
is dat vooruitgang in de neurochirurgie
ons in staat heeft gesteld
om minimaal invasieve methodes
te ontwikkelen voor dit soort operaties.
Via een klein gaatje
kunnen we een camera inbrengen
tot in het diepgelegen deel
van de hersenen,
waar we een gaatje in een membraan maken
waardoor het vocht weg kan vloeien,
net als bij een gootsteen.
De druk op de hersenen valt gelijk weg,
ze hebben weer genoeg ruimte
en we maken het kind beter
door alleen dat kleine gaatje te maken.
Maar hier zit het probleem:
hydrocefalus is vrij zeldzaam.
Er zijn ook geen goede oefenmethodes
om goed te leren hoe je de scoop
op de juiste plek krijgt.
Maar chirurgen zijn heel creatief geweest
wat dit betreft, ook die van ons,
en ze hebben een oefenmodel bedacht.
Hier is het huidige oefenmodel.
(Gelach)
Ik maak geen grapje.
Dit is een paprika,
niet gemaakt in Hollywood.
Het is een echte paprika.
Chirurgen nemen een scoop,
steken die in de paprika
en voeren een zogenaamde
'zaadectomie' uit.
(Gelach)
Ze gebruiken deze scoop om
met een pincetje zaadjes eruit te halen.
En op deze manier krijgen ze
de rudimentaire onderdelen
van deze operatie onder de knie.
Daarna gaan ze gelijk
het leerlingstelselmodel in,
waarbij ze zulke operaties zien
als ze zich voordoen,
waarna ze het zelf doen
en het dan anderen leren --
wachtend tot deze patiënten langskomen.
Dit kan veel beter.
We maken reproducties van kinderen
waarmee chirurgen en operatieteams
op alle mogelijke relevante manieren
hun vaardigheden kunnen oefenen.
Ik wil jullie dit laten zien.
Dit is mijn team
in wat wij de SIM Engineering Division
noemen van het Simulatie Programma.
Het is een fantastisch team individuen.
Het zijn werktuigbouwkundigen.
Hier zie je illustratoren.
Ze nemen primaire data
van CT-scans en MRI's,
vertalen die naar digitale informatie,
maken er animaties van,
en voegen die samen
tot onderdelen van het kind zelf.
Ze maken waar nodig oppervlaktescans
van gipsafdrukken van ledematen,
afhankelijk van het soort operatie.
Daarmee kan deze digitale data
als basis gebruikt worden
voor de allernieuwste
driedimensionale printers
waarmee we de onderdelen kunnen printen
tot op het microdetail gelijk
aan de anatomie van het betreffende kind.
Hier kan je zien hoe de schedel
van dit kind geprint wordt
in de uren voordat we
deze operatie gingen uitvoeren.
Maar we zouden dit werk niet kunnen doen
zonder onze goede vrienden aan de westkust
in Hollywood, Californië.
Deze mensen hebben
een ongelooflijk groot talent
voor het namaken van de realiteit.
Het was dus geen grote stap voor ons.
Hoe meer we hiermee bezig waren,
des te duidelijker werd het
dat we bezig waren met cinematografie.
We maken films,
maar de acteurs zijn geen acteurs.
Het zijn echte artsen en verpleegkundigen.
Hier zien jullie wat foto's
van onze goede vrienden
bij Fractured FX in Hollywood,
een speciale-effectenbedrijf
dat Emmy's gewonnen heeft.
Dit is Justin Raleigh en z'n team --
dit is niet een van onze patiënten --
(Gelach)
maar je ziet het fantastische werk
dat deze mensen doen.
We werken nu samen
en brengen onze ervaringen samen
door hun team naar
Boston Children's Hospital te halen
en ons team naar Hollywood te sturen.
We wisselen kennis uit zodat we
dit soort simulatoren kunnen ontwikkelen.
Wat ik jullie nu ga laten zien
is een reproductie van dit kind.
Jullie zien dat ieder haartje
op het hoofd van het kind is nagemaakt.
En dit is ook datzelfde
gereproduceerde kind --
m'n excuses aan
de zwakke magen onder jullie --
maar dat is de reproductie en simulatie
van het kind dat ze
zometeen gaan opereren.
Hier is het membraan waar ik het over had;
de binnenkant van
de hersenen van dit kind.
Wat jullie hier gaan zien
is aan de ene kant de echte patiënt
en aan de andere kant de simulator.
Zoals ik al zei, moet een scoop,
een cameraatje, erin worden gebracht.
Dat is wat je hier ziet.
Het moet een klein gaatje
maken in dit membraan,
zodat het vocht weg kan vloeien.
Jullie hoeven niet te raden
welke kant echt of nep is,
maar rechts is dus de simulator.
Chirurgen kunnen nu
voor trainingsmateriaal zorgen
en deze operaties zo vaak
uitvoeren als ze willen,
net zolang totdat ze vinden
dat ze het helemaal onder de knie hebben.
En alleen dan brengen ze het kind
naar de operatiekamer.
Maar dit is nog niet alles.
We weten dat de belangrijkste stap
niet zozeer de vaardigheid zelf is,
maar om die te combineren met een team
dat de zorg verleent aan de patiënt.
Laten we de Formule 1 bekijken.
Hier is een voorbeeld van een monteur
die een band bevestigt
en hij doet dat keer op keer
bij deze wagen.
Maar deze handeling
wordt al snel samengedaan
binnen teamtrainingsoefeningen
waarbij een heel team
de bandenwisseling uitvoert
zodat de wagen het circuit weer op kan.
Deze stap heeft de medische zorg gemaakt,
dus wat jullie nu gaan zien,
is een gesimuleerde operatie.
We hebben de simulator genomen
die ik net beschreven heb
en deze in de operatiekamer
in Boston Children's Hospital gebracht.
Deze mensen -- onze eigen operatieteams --
voeren de operatie uit
voor de echte operatie.
Twee keer opereren,
één keer snijden.
Ik laat het jullie zien.
(Video) Teamlid 1:
Wil je het hoofd omlaag of omhoog?
TL 2: Kan het omlaag naar 10?
TL 3: En kan dan de hele tafel wat lager?
TL 4: Tafel gaat omlaag.
TL 3: Oké, dit gedraagt zich als een ader.
Mag ik de schaar terug, alsjeblieft?
TL 5: Ik pak m'n handschoenen,
8 tot 8 1/2, oké? Ik kom eraan.
TL 6: Fijn! Dank je.
Peter Weinstock: Het is echt geweldig.
De tweede en essentiële stap in dit proces
is dat we het team gelijk eruit halen
en een nabespreking houden.
We gebruiken dezelfde strategieën
als bij Lean en Six Sigma in het leger,
en met elkaar bespreken we wat goed ging,
maar nog veel belangrijker:
we praten over wat er niet goed ging
en hoe we dat kunnen verbeteren.
Dan gaat het team weer naar binnen
om het nog een keer te doen.
Overleg en praktijktrainingen
op de cruciale momenten.
Laten we teruggaan naar ons voorbeeld --
hetzelfde kind --
maar nu laat ik je zien hoe we dit kind
behandelen in ons ziekenhuis.
Dit kind is geboren om drie uur 's nachts.
Om twee uur in de nacht
hebben we het team verzameld
en de nagemaakte anatomie erbij gepakt
die we gemaakt hadden
met behulp van scans en beeldmateriaal.
En dit team staat nu
naast de virtuele operatietafel --
een gesimuleerde operatietafel --
hetzelfde team dat over een paar uur
de operatie bij het kind zal uitvoeren
en we laten hen de handelingen verrichten.
Ik laat jullie hier een stukje zien.
Dit is geen echte incisie.
En de baby is nog niet eens geboren.
Stel je dit eens voor.
Hierdoor zijn de gesprekken
die ik heb met families
op de intensive care
van het Boston Children's Hospital
compleet anders.
Stel je voor dat ik dit kan zeggen:
"We behandelen deze aandoening
op onze IC-afdeling niet alleen vaak,
en we hebben een dergelijke operatie
niet alleen al eerder gedaan,
maar we hebben de operatie
van uw kind al gedaan.
Twee uur geleden al.
En we hebben hem tien keer gedaan.
En nu zijn we er klaar voor om het team
terug naar de operatiekamer te halen."
Dus een nieuwe technologie
in de gezondheidszorg:
levensecht oefenen.
Oefenen voor het echte werk.
Dank jullie wel.
(Applaus)