Aan het begin van de Industriële Revolutie zat er evenveel koolstof onder Groot-Brittannië in de vorm van steenkool zat er evenveel koolstof onder Groot-Brittannië in de vorm van steenkool als er koolstof onder Saoedi-Arabië zat in de vorm van olie. Deze koolstof was de motor van de industriële revolutie, zette de ‘Groot’ in Groot-Brittannië en leidde tot de tijdelijke wereldheerschappij van Groot-Brittannië. In 1918 piekte de steenkoolproductie in Groot-Brittannië en is sindsdien gestaag afgenomen. Later begon Groot-Brittannië olie en gas uit de Noordzee te gebruiken. Maar in 2000 piekte ook de productie van olie en gas uit de Noordzee. Ook die zijn nu bezig aan hun neergang. Deze vaststellingen over de eindigheid van gemakkelijk bereikbare, lokale fossiele brandstoffen, zijn een motivatie om te zeggen: "Wat nu? Hoe gaan we leven als de fossiele brandstoffen op zijn? Moeten we niet nadenken over hoe we moeten afkicken van fossiele brandstoffen?" Moeten we niet nadenken over hoe we moeten afkicken van fossiele brandstoffen?" Een andere motivatie is uiteraard de klimaatverandering. Als mensen praten over het leven na de fossiele brandstoffen en maatregelen tegen klimaatverandering, dan hoor je een heleboel blaasjes, een heleboel groene prietpraat, een heleboel misleidende reclame. Als natuurkundige denk ik dat het mijn plicht is om te proberen de mensen hun ogen te openen, ze laten inzien welke acties echt een verschil maken en ze richten op ideeën die ertoe doen. Laat mij dit illustreren met wat natuurkundigen wel eens een berekening op de achterkant van een envelop noemen. Wij houden van dat soort berekeningen. Je stelt een vraag, schrijft wat getallen op en je zoekt een antwoord. Je stelt een vraag, schrijft wat getallen op en je zoekt een antwoord. Het zal wellicht niet erg nauwkeurig zijn, maar het doet je even nadenken. Het zal wellicht niet erg nauwkeurig zijn, maar het doet je even nadenken. Hier komt de vraag: stel je voor dat we zeiden: "Och ja, we kunnen zonder fossiele brandstoffen. We gaan biobrandstoffen gebruiken. Probleem opgelost. We hebben geen olie meer nodig voor vervoer." Als we nu eens de biobrandstoffen nodig voor één weg op de berm aan de rand van die weg zouden telen? Hoe breed zou die berm dan moeten worden? We plakken er wat cijfers op. Onze auto's gaan tegen 90 km per uur. Neem dat ze 12,5 km per liter afleggen, het Europese gemiddelde voor nieuwe auto's. Neem dat ze 12,5 km per liter afleggen, het Europese gemiddelde voor nieuwe auto's. Veronderstel dat de productiviteit van biobrandstofplantages 1.200 liter biobrandstof per hectare per jaar is. Dat is zo voor de Europese biobrandstoffen. En laten we voorstellen dat de auto's op 80 meter van elkaar constant langs deze weg rijden. constant langs deze weg rijden. De lengte van de weg maakt niet uit, want hoe langer de weg, hoe meer biobrandstoffenplantages we hebben. Wat doen we met deze gegevens? Deel het eerste door Wat doen we met deze gegevens? Deel het eerste door de andere drie en je vindt ongeveer acht kilometer. Dat is het antwoord. Dat is hoe breed de plantage zou moeten worden volgens deze aannames. Dan zeg je misschien: “Misschien gaat het toch niet zo gemakkelijk zijn." Misschien zou je denken dat het te maken heeft met oppervlakten. Is er dan een probleem met oppervlakten? Het antwoord hangt af Is er dan een probleem met oppervlakten? Het antwoord hangt af van het land waar je bent. Laten we beginnen met het Verenigd Koninkrijk, want daar zijn we nu. Ik wil het totale energieverbruik van het V.K., niet alleen voor het vervoer, maar voor alles voorstellen door gloeilampen (van 40 watt). Het is alsof we allemaal de hele tijd 125 lampen laten branden. 125 kilowattuur per dag per persoon is het energieverbruik van het V.K. Dat zijn 40 lampen voor vervoer, 40 lampen voor verwarming, en 40 lampen voor het maken van elektriciteit. Andere dingen zijn relatief klein vergeleken met deze drie grote brokken. Het is eigenlijk een nog grotere voetafdruk als we rekening houden met de energie voor de dingen die we in ons land importeren. 90% van deze energie komt vandaag nog steeds van fossiele brandstoffen, en slechts 10% uit andere, mogelijk groenere bronnen als kernenergie en hernieuwbare energiebronnen. De bevolkingsdichtheid in het V.K. is De bevolkingsdichtheid het V.K. is 250 mensen per vierkante kilometer. Nu toon ik jullie andere landen volgens dezelfde maatstaven. Op de verticale as toon ik het aantal gloeilampen of ons energieverbruik per persoon. Wij staan op 125 lampen per persoon. Die kleine blauwe stip toont je het landoppervlak van het V.K.. De bevolkingsdichtheid staat op de horizontale as met 250 mensen per vierkante kilometer. We voegen de Europese landen in het blauw toe. Je kunt zien dat er nogal wat variëteit is. Ik wil benadrukken dat beide assen logaritmisch zijn. Van de ene grijze balk naar de volgende grijze balk ga je omhoog met een factor 10. Dan komt Azië in het rood, het Midden-Oosten en Noord-Afrika in het groen, Afrika bezuiden de Sahara in het blauw, zwart is Zuid-Amerika, paars is Midden-Amerika, en dan hebben we in het vuilgeel, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Je ziet de grote diversiteit in bevolkingsdichtheid en in verbruik per hoofd van de bevolking. Landen verschillen van elkaar. Linksboven hebben we Canada en Australië, met enorme gebieden, en een zeer hoge consumptie per hoofd, 200 of 300 lampen per persoon, en een zeer lage bevolkingsdichtheid. Rechtsboven heeft Bahrein hetzelfde energieverbruik per persoon, ongeveer zoveel zoals Canada, meer dan 300 lampen per persoon, maar hun bevolkingsdichtheid is een factor van 300 keer groter: 1000 mensen per vierkante kilometer. Rechtsonder heeft Bangladesh dezelfde bevolkingsdichtheid als Bahrein, maar verbruikt 100 keer minder per persoon. Onder links staat er niemand. Maar vroeger stonden daar een hele hoop mensen. Hier is een andere boodschap van dit diagram. Ik heb achter Soedan, Libië, China, India, Bangladesh wat kleine blauwe staarten toegevoegd. Die staan voor 15 jaar vooruitgang. Waar stonden ze 15 jaar geleden en waar staan ze nu? De meeste landen gaan naar rechts en omhoog, De meeste landen gaan naar rechts en omhoog, naar een grotere bevolkingsdichtheid en een hogere consumptie per hoofd. Wij zitten in de rechterbovenhoek een buitenbeentje, het V.K. samen met Duitsland, Japan, Zuid-Korea, Nederland, en een heleboel andere wat aparte landen. Maar veel andere landen gaan omhoog en naar rechts en komen dichter bij ons. Wij geven een beeld van waar de toekomstige energieconsumptie in andere landen naartoe gaat. Wij geven een beeld van waar de toekomstige energieconsumptie in andere landen naartoe gaat. Ik heb ook nog wat roze lijnen getekend. Naar beneden en naar rechts. Dat zijn lijnen van gelijk energieverbruik per oppervlakte-eenheid in watt per vierkante meter. De middelste lijn, bijvoorbeeld, is 0,1 watt per vierkante meter, het energieverbruik per oppervlakte-eenheid van Saoedi-Arabië, Noorwegen, Mexico in paars, en Bangladesh 15 jaar geleden. De helft van de wereldbevolking leeft in landen die er al boven zitten. Het V.K. verbruikt 1,25 watt per vierkante meter. Duitsland ook, en Japan nog een beetje meer. Waarom is dit relevant? Waarom is dit relevant? We kunnen hernieuwbare energie en andere vormen van energieproductie in dezelfde eenheden meten. Hernieuwbare energie is een van de toonaangevende ideeën om af te raken van onze verslaving van die 90% fossiele brandstoffen. Hier volgen enkele hernieuwbare energiebronnen: Energiegewassen leveren 0,5 watt per vierkante meter in een Europees klimaat. Wat betekent dat? Je had dat kunnen afleiden uit wat ik je zojuist vertelde over biobrandstoffenplantages. We consumeren 1,25 watt per vierkante meter. Dat betekent dat, zelfs als je heel het V.K. beplantte met energiegewassen, je het hedendaagse energieverbruik niet kon opbrengen. Windenergie produceert een beetje meer, 2,5 watt per vierkante meter, maar dat is slechts twee keer zo groot als 1,25 watt per vierkante meter. Dan zou je voor het totale energieverbruik in alle vormen de helft van het V.K. moeten volzetten met windboerderijen. Ik heb trouwens de gegevens om deze beweringen te staven. Laten we eens kijken naar zonne-energie. Wanneer je zonnepanelen op een dak zet, leveren ze in Engeland ongeveer 20 watt per vierkante meter. Maar als je echt veel energie van zonnepanelen wilt krijgen, moet je de methode van de traditionele Beierse landbouw gebruiken. Die overdekken ook het platteland met zonnepanelen. Zonne-energieparken leveren minder, vanwege de ruimtes tussen de panelen. Zij leveren ongeveer 5 watt per vierkante meter oppervlakte. Hier zijn de echte gegevens van een zonnepark in Vermont. Het levert van 4,2 watt per vierkante meter. Vergeet niet waar wij staan: wij hebben 1,25 watt per vierkante meter nodig. Windboerderijen geven 2,5 en zonneparken ongeveer 5. Welke hernieuwbare energiebron je ook kiest, welke mix van deze hernieuwbare energiebronnen je ook gebruikt, als je het V.K. ermee van energie wil voorzien, zal je ongeveer 20% of 25% van het land ervoor nodig hebben. zal je ongeveer 20% of 25% van het land ervoor nodig hebben. zal je ongeveer 20% of 25% van het land ervoor nodig hebben. Ik zeg niet dat het een slecht idee is. We moeten alleen de cijfers begrijpen. Ik ben absoluut niet tegen hernieuwbare energiebronnen. Ik ben er dol op. Maar ik ben ook voor wiskunde. Zonne-energie concentreren in woestijnen levert grotere vermogens per oppervlakte-eenheid, omdat er haast geen wolken zijn. grotere vermogens per oppervlakte-eenheid, omdat er haast geen wolken zijn. Deze faciliteit levert 14 watt per vierkante meter, deze 10 watt per vierkante meter en deze in Spanje 5 watt per vierkante meter. Als we zonne-energie gaan concentreren, is het perfect geloofwaardig dat we 20 watt per vierkante meter kunnen krijgen. Dat is leuk. Maar Groot-Brittannië heeft natuurlijk geen woestijnen. Nog niet. (Gelach) Even een overzicht tot nu toe. Alle hernieuwbare energie, hoezeer ik er ook voor ben, is diffuus. Ze hebben allemaal een klein vermogen per oppervlakte-eenheid. Daar moeten we mee leren leven. En dat betekent dat, als je wil dat hernieuwbare energiebronnen een aanzienlijk verschil uitmaken voor een land als het V.K. op de schaal van het huidige verbruik, je je hernieuwbare faciliteiten ter grootte van het land moet indenken. Niet het hele land maar een belangrijk deel van het land. Er zijn andere opties voor het genereren van vermogen zonder fossiele brandstoffen. Daar heb je de kernenergie. Op deze Ordnance Survey-kaart kun je zien dat er een Sizewell B-kerncentrale is binnen een blauwe vierkante kilometer. Dat is één gigawatt per vierkante kilometer, of 1.000 watt per vierkante meter. Zo bekeken is kernenergie niet zo ingrijpend als hernieuwbare energiebronnen. Natuurlijk tellen andere overwegingen ook mee. Kernenergie heeft nogal wat populariteitsproblemen. Maar hernieuwbare energiebronnen ook. Hier is een foto van een volksraadpleging in volle gang in het stadje Penicuik bij Edinburgh. Kinderen van Penicuik hebben lol bij het verbranden van de beeltenis van de molen. Mensen zijn anti-alles. We moeten dus alle opties openhouden. Wat kan een land als het V.K. aanbieden? We hebben drie opties: onze eigen hernieuwbare energiebronnen, maar zie in dat ze een serieuze hap van het land innemen. Andermans hernieuwbare energiebronnen. Ga beleefd praten met de mensen in de linkerbovenzijde van het diagram en zeg: "We willen geen hernieuwbare energiebronnen in onze achtertuin, mogen we ze in jullie tuin zetten?" Dat is een serieuze optie. Het is een manier voor de wereld om dit probleem aan te pakken. Landen als Australië, Rusland, Libië, Kazachstan kunnen onze beste vrienden zijn voor hernieuwbare productie. Een derde optie is kernenergie. Dat is het wat het aanbod betreft. Bedenk dat we op dit moment grote hoeveelheden energie, dat wil zeggen 90% van onze energie, grote hoeveelheden energie, dat wil zeggen 90% van onze energie, uit fossiele brandstoffen verkrijgen. Maar er zijn andere manieren om dit probleem op te lossen. Bijvoorbeeld de vraag verminderen. Dat betekent de bevolking laten dalen -- ik weet niet zeker hoe dat moet — of de consumptie per hoofd verminderen. Laten we praten over nog eens drie manieren waardoor we de consumptie kunnen aanpakken. Eerst het transport. De natuurkunde vertelt ons hoe we het energieverbruik van het vervoer kunnen verminderen. Mensen zeggen vaak: "Met technologie los je alles op. We kunnen voertuigen maken die 100 keer efficiënter zijn." Dat is bijna waar. Het energieverbruik van deze typische tank hier is 80 kilowattuur per honderd kilometer per persoon. Dat is de gemiddelde Europese auto. Tachtig kilowattuur. Kunnen we iets maken dat honderd keer beter is door het toepassen van natuurkundige beginselen? Kunnen we iets maken dat honderd keer beter is door het toepassen van natuurkundige beginselen? Jawel. Een fiets. Die is 80 keer beter in energieconsumptie en wordt aangedreven door biobrandstof: volkorenbrood. (Gelach) Maar er zijn tussenopties, want misschien zal de dame in de tank zeggen: "Nee, Nee, Nee, verander mijn levensstijl niet, alstublieft." zal de dame in de tank zeggen: "Nee, Nee, Nee, verander mijn levensstijl niet, alstublieft." Misschien kunnen we haar ervan overtuigen de trein te nemen. Dat is nog steeds een stuk efficiënter dan een auto, maar dat zou ook de levensstijl veranderen. Dat is nog steeds een stuk efficiënter dan een auto, maar dat zou ook de levensstijl veranderen. Of de eco-auto, bovenaan links. Hij heeft ruimschoots plaats voor een tiener, is korter dan een verkeerskegel en bijna zo efficiënt als een fiets zolang je niet harder rijdt dan 25 km per uur. Misschien zijn elektrische voertuigen wat realistischer opties voor het vervoer. Misschien zijn elektrische voertuigen wat realistischer opties voor het vervoer. Elektrische fietsen en elektrische auto's. Misschien vier keer zo energie-efficiënt als de standaard door benzine aangedreven tank. Dan is er de verwarming. Verwarming slorpt een derde van ons energieverbruik in Groot-Brittannië op, Veel ervan gaat naar huizen en andere gebouwen voor ruimteverwarming en het verwarmen van water. Hier een typische krakkemikkige Britse woning. Het is mijn huis met de Ferrari voor de deur. Wat kunnen we eraan doen? Hier staan de wetten van de fysica die dat beschrijven: hoe het energieverbruik voor verwarming bepaald wordt door dingen die je in de hand hebt. De dingen die je kunt instellen zijn het temperatuurverschil tussen de binnen- en buitenkant. Met een opmerkelijke technologie: een thermostaat. Als je hem naar links draait, vermindert het energieverbruik in je huis. Ik heb het geprobeerd. Het werkt. Sommige mensen noemen dat een verandering van levensstijl. Je kan ook gaan isoleren om het weglekken van warmte tegen te gaan. je muren, je dak, een nieuwe voordeur enzovoort. De trieste waarheid is dat je dit geld bespaart. Het is niet triest, het is goed, maar de trieste waarheid is dat je daarmee slechts een 25% van het lekken kan tegengaan. Als je echt wat dichter bij de Zweedse bouwnormen wil komen met een krakkemikkig huis als dit, dan moet je externe isolatie aanbrengen zoals bij deze flats in Londen. Je kan warmte ook efficiënter gaan gebruiken met warmtepompen. Die gebruiken een klein beetje hoogwaardige energie, zoals elektriciteit, om warmte uit je tuin naar je huis te verplaatsen. Een derde manier om je energieverbruik te verminderen, is je meters aflezen. Mensen praten veel over slimme meters, maar je kunt het zelf doen. Gebruik je eigen ogen en wees slim, lees je meter af en als je een beetje op mij lijkt, zal het je leven veranderen. Hier is een grafiek die ik heb gemaakt. Ik was een boek aan het schrijven over duurzame energie en een vriend vroeg me: "Hoeveel energie gebruik je thuis?" Ik was beschaamd. Ik wist het niet. Dus begon ik met elke week de meter af te lezen. De oude meterstanden worden in de bovenste helft van de grafiek getoond. Die na 2007 zie je onderaan in het groen. Door elke week de meter af te lezen, is mijn leven veranderd. Ik begon te experimenteren. Mijn gasverbruik daalde door de thermostaat en de timing van het verwarmingssysteem te manipuleren. door de thermostaat en de timing van het verwarmingssysteem te manipuleren. Zo kon ik mijn gasverbruik met de helft doen dalen. Zo ook voor mijn consumptie van elektriciteit. Door de dvd-speler, stereo-installaties, de randapparatuur alleen in te schakelen als het nodig is, kneep ik nog een derde van mijn elektriciteitsrekening af. We moeten dus een afdoend plan opstellen. Ik beschreef zes belangrijke manieren. Omdat we 90% van onze energie uit fossiele brandstoffen halen, zullen we de meeste, zo niet alle zes, moeten gaan toepassen. Bijna allemaal hebben ze populariteitsproblemen. Als er een bij is waar je niet van houdt, bedenk dan dat je de andere des te meer zal moeten gaan toepassen. Daarom ben ik een groot voorstander van volwassen gesprekken gebaseerd op cijfers en feiten. Ik wil eindigen met deze kaart die voor je visualiseert hoeveel land er nodig zal zijn om toe te komen met slechts 16 lampen per persoon uit vier van de grote mogelijke bronnen. Als je wil toekomen met 16 lampen per persoon, bedenk dan dat we er vandaag 125 gebruiken. Met 16 uit wind, visualiseert deze kaart een oplossing voor het V.K.: 160 windmolenparken, elke 100 vierkante kilometer groot. Dat zou twintig maal meer dan vandaag zijn voor windenergie. Om met kernenergie 16 lampen per persoon te hebben, heb je twee gigawatt nodig op elk van die paarse stippen op de kaart. Dat is een viervoudige stijging over de huidige niveaus van kernenergie. Met biomassa, voor 16 lampen per persoon, heb je een oppervlakte van 3,5 maal Wales nodig, ofwel in ons land, ofwel in een ander land, Ierland misschien, mogelijk ergens anders. (Gelach) En een vierde optie, geconcentreerde zonne-energie in de woestijnen van andere mensen. Voor 16 gloeilampen, praten we over deze acht zeshoeken rechts onderaan. De totale oppervlakte van deze zeshoeken beslaat twee Greater Londons in de Sahara van iemand anders. Je zult elektrische leidingen moeten hebben door heel Spanje en Frankrijk om dat vermogen van de Sahara naar Surrey te brengen. We moeten een plan hebben dat ertoe doet. We moeten stoppen met schreeuwen en beginnen te praten. Als we een volwassen gesprek kunnen voeren en een degelijk plan kunnen maken, kan deze lage-koolstof-revolutie wel eens leuk worden. Dank je voor je aandacht. (Applaus)