Vanavond wil ik het hebben over een enorm mondiaal probleem in verband met landgebruik, levensmiddelen en milieu. We krijgen er allemaal mee te maken. Ik heb het de andere ‘ongemakkelijke waarheid’ genoemd. Maar eerst maken we een kleine reis. We bekijken onze planeet eens bij nacht vanuit de ruimte. Zo ziet hij er uit vanuit een satelliet. Het eerste wat opvalt, is de in het oog springende menselijke aanwezigheid op onze planeet. We zien steden en olievelden, zelfs vissersvloten op zee. Wij domineren onze planeet vooral door het gebruik van energie, wat wij hier 's nachts zien. Maar we gaan het ook eens overdag bekijken. Dan zien we onze landschappen. Dit is Rondonia in het Amazonebekken, midden in het zuidelijke deel van de Braziliaanse Amazone. In de rechterbovenhoek zie je een dunne witte lijn. Dat is een weg die werd aangelegd in de jaren 70. In 2001 zien we dat deze wegen steeds meer wegen genereren met aan het einde een kleine open plek in het regenwoud met hier en daar wat koeien voor het rundvlees. Deze koeien worden vooral in Zuid-Amerika, in Brazilië en Argentinië gegeten. Ze worden niet naar hier verscheept. Dit visgraatpatroon van ontbossing zien we overal in de tropen, maar vooral in dit deel van de wereld. Een beetje verder naar het zuiden komen we aan de Boliviaanse rand van de Amazone. In 1975 zie je die dunne witte lijn. Daar woonde een eenzame boer in het midden van de jungle. Maar in 2003, lijkt het landschap meer op dat van Iowa dan op een regenwoud. Dit zijn sojavelden. De sojabonen worden verscheept naar Europa en China als diervoeder. Na de gekkekoeienziekte willen we dieren geen dierlijk voedsel meer geven omdat dat de ziekte kan overbrengen. Daarom geven we hen meer plantaardige eiwitten. Sojabonen zijn dus echt de hoogte ingeschoten, waaruit blijkt hoe handel en mondialisering de regenwouden en het Amazonegebied beïnvloeden. We leven nu in een ongelooflijk onderling verbonden wereld. Steeds weer zien we dat overal in de wereld landschappen worden opgeofferd voor het kweken van voedsel en andere gewassen. We hebben ons onder andere afgevraagd welk gedeelte van de wereld wordt gebruikt om voedsel te telen, waar dat gebeurt, hoe we dat in de toekomst kunnen veranderen en wat dat inhoudt. Ons team heeft met behulp van satelliet- en grondgegevens landbouw op wereldwijde schaal in beeld gebracht. We kwamen tot dit verrassende resultaat. Deze kaart toont de aanwezigheid van landbouw op de planeet aarde. De groene zones zijn de gebieden die we gebruiken om gewassen te telen: tarwe, sojabonen, maïs, rijst en dergelijke. Dat zijn 16 miljoen vierkante kilometer land. Samen even groot als Zuid-Amerika. Samen even groot als Zuid-Amerika. Het tweede gebied, in het bruin, zijn de weidegebieden van de wereld, waar onze dieren leven. Dat is ongeveer 30 miljoen vierkante kilometer. de grootte van Afrika, een enorme hoeveelheid land, en het is het beste land, natuurlijk. Wat er nog over is, zijn gebieden als het midden van de Saharawoestijn, Siberië of het midden van een regenwoud. We gebruiken al een oppervlakte van een planeet aan grond. We zien dat ongeveer 40 procent van het aardoppervlak gebruikt wordt voor landbouw. Dat is 60 keer meer dan de gebieden waar we over klagen: onze wildgroei aan voorsteden en de steden waar de meeste mensen leven. De helft van de mensheid leeft vandaag in steden, maar een 60 keer groter gebied wordt gebruikt om voedsel te telen. Dat is een verbluffend resultaat. Het heeft ons echt geschokt. We gebruiken niet alleen een enorme hoeveelheid land voor de landbouw, maar we gebruiken ook veel water. Dit is een luchtfoto in Arizona. Als je je afvraagt wat ze daar telen, dan blijkt dat sla te zijn... midden in de woestijn met behulp van veel water. Het ironische is dat die waarschijnlijk verkocht wordt in onze supermarkten van de Twin Cities. Maar dat water komt ergens vandaan en wel van hier: de Colorado in Noord-Amerika. Dit was de Colorado op een typische dag in de jaren 50. Niet tijdens een overstroming of een droogte, maar op een gemiddelde dag zag het er zo uit. Maar vandaag ziet het er op een gemiddelde dag zo uit. Maar vandaag ziet het er op een gemiddelde dag zo uit. Dat komt door het bevloeien van de woestijn voor voedsel, of misschien wel voor de golfbanen in Scottsdale, kies maar. Dat zijn massa’s water, wij ontginnen water om voedsel te telen. De Colorado droogt verder naar de monding helemaal op en bereikt zelfs de oceaan niet meer. We hebben letterlijk in Noord-Amerika een hele rivier verbruikt voor irrigatie. Dat is nog niet eens het ergste voorbeeld in de wereld. Dat is waarschijnlijk het Aralmeer. Uit je aardrijkskundelessen herinner je je misschien wel dat het in de voormalige Sovjet-Unie tussen Kazachstan en Oezbekistan lag. Het was een van de grote binnenzeeën ter wereld. Maar dat lijkt een paradox. Het is namelijk omgeven door woestijn. Waarom ligt hier een meer? Door die twee kleine rivieren daar beneden rechts. Zij voorzien dit bekken van water. Deze rivieren voeren smeltwater uit de bergen in het oosten door de woestijn af naar het grote Aralmeer. In de jaren 50 besloten de Sovjets om dat water af te leiden om in de woestijn katoen te telen in Kazachstan, om dat te verkopen op de internationale markten voor vreemde valuta. Zij hadden het geld echt nodig. Je kan je voorstellen wat er gebeurt als je de watervoorziening naar het Aralmeer afsluit. Hier is het in 1973, 1986, 1999, 2004, en nu ongeveer 11 maanden geleden. Het is vrij opmerkelijk. Veel van jullie wonen in met Middenwesten. Stel je voor dat het het Bovenmeer of het Huronmeer zou zijn. Wat een verandering. Het gaat niet alleen om een verandering van de kustlijn, dit heeft een diepgaande invloed op het hele milieu in deze regio. Laten we hiermee beginnen. In de Sovjet-Unie was er geen Sierra Club, geen milieuorganisatie. Op de bodem van het Aralmeer liggen hopen rotzooi. Een heleboel giftig afval dat, nu het droog komt te liggen, door de wind wordt verspreid. Op een van die afgelegen en onmogelijk te bereiken eilandjes testte de Sovjet-Unie haar biologische wapens. Vandaag kan je ernaartoe wandelen. De weerpatronen zijn er veranderd. 19 van de 20 unieke vissoorten van het Aralmeer zijn van de aardbodem verdwenen. Dit is een milieuramp in het kwadraat. Ik wil het verduidelijken. Dit is een foto die Al Gore me een paar jaar geleden gaf. Hij trok ze toen hij lang geleden in de Sovjet-Unie was. Ze toont de vissersvloten op het Aralmeer. Zie je het gegraven kanaal? Ze probeerden wanhopig hun boten langs daar in de nog resterende bekkens te krijgen, maar moesten het uiteindelijk opgeven door de zich terugtrekkende kustlijn. Ik weet niet hoe jullie dat aanvoelen, maar ik ben bang dat toekomstige archeologen dit zullen opgraven en zich afvragen: “Wat ging er in die mensen om?” Dat is de toekomst die we kunnen verwachten. Wij gebruiken al ongeveer 50 procent van het zoete water van de Aarde. De landbouw alleen neemt daarvan 70 procent voor zijn rekening. We gebruiken veel water en land voor de landbouw. We gebruiken ook atmosfeer voor onze landbouw. Als we aan de atmosfeer denken, is dat meestal in termen van klimaatverandering en broeikasgassen, en meestal over energie. Landbouw is echter een van de grootste vervuilers wat broeikasgassen aangaat. We produceren koolstofdioxide door het verbranden van tropisch regenwoud, of methaan afkomstig van koeien en rijst of distikstofoxide door teveel bemesting. Landbouw blijkt 30 procent van de broeikasgassen in de atmosfeer te veroorzaken. Dat is meer dan al ons vervoer. Meer dan al onze elektriciteit. In feite meer dan enig andere productie. Het is de grootste uitstoter van broeikasgassen ter wereld. Toch wordt dat zelden vermeld. De landbouw heeft een enorme ecologische voetafdruk, De landbouw heeft een enorme ecologische voetafdruk, of het nu om de 40 procent van ons landoppervlak gaat of om de 70 procent van het water dat we gebruiken, of de 30 procent van onze uitstoot van broeikasgassen. We verdubbelden de stromen van stikstof en fosfor alleen door het gebruik van meststoffen. Dit gaf enorme problemen van waterkwaliteit van rivieren, meren en zelfs oceanen. Het is ook de grootste oorzaak van verlies aan biodiversiteit. Zonder twijfel is landbouw de meest verstorende factor op deze planeet sinds het einde van de ijstijd. Even belangrijk als de klimaatopwarming. En ze gebeuren beiden tegelijkertijd. Maar het is niet alleen maar kommer en kwel. Landbouw is iets goeds. In feite zijn we er volledig afhankelijk van. Het is geen keuze, geen luxe. Het is een absolute noodzaak. De zeven miljard mensen in de wereld vandaag hebben voedsel en dierenvoeders nodig, ook vezels en zelfs biobrandstoffen. In de toekomst gaan we nog meer vragen van de landbouw. We kunnen niet zonder. De landbouw zal nog moeten groeien, omwille van de groeiende bevolking. We zijn met zeven miljard mensen vandaag. Het gaat naar negen, waarschijnlijk negen en een half voordat we klaar zijn. Nog belangrijker is dat onze eetgewoontes veranderen. Naarmate de wereld rijker en dichter bevolkt wordt, zien we het vleesverbruik stijgen. Dat vraagt meer middelen dan een vegetarisch dieet. Er komen meer mensen, we eten meer en rijkere dingen. Tegelijkertijd hebben we een energiecrisis. We zullen olie door andere energiebronnen moeten vervangen. We gaan biobrandstoffen en bio-energiebronnen nodig hebben. Het is echt moeilijk om te zien hoe we de rest van de eeuw gaan doorkomen zonder ten minste een verdubbeling van wereldwijde landbouwproductie. Hoe gaan we dit te doen? Hoe gaan we wereldwijd de productie verdubbelen? We zouden meer land kunnen gaan bebouwen. Dat hebben we geanalyseerd. Aan de linkerkant staan de gewassen van vandaag, aan de rechterkant waar ze zouden kunnen staan op basis van bodem en klimaat, ervan uitgaande dat klimaatverandering geen spelbreker gaat zijn. Daar mogen we niet van uitgaan. We zouden meer land kunnen gaan bebouwen, maar het probleem is dat de resterende gronden in kwetsbare gebieden liggen. We willen de biodiversiteit, een hoop koolstof, daar beschermen. Meer landbouwgrond in beslag nemen kunnen we dus maar beter niet doen. Dat is ecologisch met vuur spelen. We kunnen misschien onze ecologische voetafdruk bevriezen door het land beter te gaan bewerken. We zijn bezig die plaatsen in de wereld aan te duiden waar we de opbrengst kunnen verbeteren zonder nadelige gevolgen voor het milieu. Die groene gebieden tonen waar de maïsopbrengsten al echt hoog zijn. Het zijn de plaatsen op aarde waar vandaag voor dat klimaat en bodemgesteldheid waarschijnlijk het maximum wordt bereikt. Maar de bruine en gele gebieden zijn plekken waar we misschien maar 20 of 30 procent van de opbrengst krijgen van wat het zou kunnen zijn. Die zie je vooral in Afrika, zelfs in Latijns-Amerika, maar interessant genoeg ook in Oost-Europa, in de voormalige Oostbloklanden. Agrarisch nog steeds een puinhoop. Dit vereist voedingsstoffen en water. Ofwel biologische ofwel conventionele of een mix van de twee. Planten hebben water en voedingsstoffen nodig. Maar we kunnen dit doen en nog slagen ook. Maar het moet zo gebeuren dat zowel de voedselbehoeften als het milieu in de toekomst worden veiliggesteld. We moeten erachter komen hoe je deze afweging tussen steeds meer voedsel en een gezond milieu beter kan laten functioneren. Nu is het nog een alles-of-niets-spel. Op de achtergrond telen we voedingsgewassen . Dit is een sojaveld. Dit bloemdiagram toont dat we er veel voedsel telen, maar we hebben er niet veel schoon water, niet veel koolstofopslag en niet veel biodiversiteit. Op de voorgrond zien we de prairie met een prachtige ecologie, maar je vindt er niets eetbaars. We moeten uitvissen hoe we dat kunnen combineren tot een nieuw soort landbouw. Vaak zeggen mensen me: "Heeft het wel zin? Biologisch voedsel, plaatselijk voedsel, GGO's, subsidies, wetten, allemaal goede ideeën, maar geen gouden tip. Wat nodig is, is een gouden combinatie. Daar hou ik van. Combineer ze en je verzet bergen, maar je moet ze wel combineren. We moeten een nieuw soort landbouw bedenken die de beste ideeën van de commerciële landbouw en de groene revolutie combineert met de beste ideeën over organische landbouw en lokale voedselbronnen. Dit moet samengaan met de beste ideeën voor behoud van het milieu. We moeten ze niet tegen elkaar uitspelen, maar ze laten samenwerken in een nieuwe vorm van landbouw, die ik ‘terracultuur’ noem: landbouw voor een hele planeet. Dit liep niet van een leien dakje. We deden ons best om het de mensen duidelijk te maken, om tegenwerking om te buigen tot samenwerking. Ik toon een korte video die laat zien hoe onze inspanningen beide kanten met elkaar laat converseren. (Muziek) ("Instituut voor het Milieu, Universiteit van Minnesota: Gedreven om te Ontdekken") (Muziek) ("De wereldbevolking groeit met 75 miljoen mensen per jaar. Dat is bijna de grootte van Duitsland. Vandaag zijn we met bijna 7 miljard mensen. In dit tempo bereiken we 9 miljard mensen tegen 2040. Die allemaal voedsel zullen nodig hebben. Maar hoe? Hoe wij voeden een groeiende wereld zonder de planeet te vernietigen? We weten al dat verandering van het klimaat een groot probleem is. Maar het is niet het enige probleem. We moeten die andere ‘ongemakkelijke waarheid’ onder ogen zien. Een wereldwijde crisis in de landbouw. Bevolkingsgroei + vleesconsumptie + zuivelverbruik + energiekosten + bio-energieproductie = druk op de natuurlijke hulpbronnen. De landbouw heeft beslag gelegd op meer dan 40% van het land. Op de wereld is er 16 miljoen km² akkerland. Dat is bijna de grootte van Zuid-Amerika. Weidegronden bedekken 30 miljoen km², de grootte van Afrika. Weidegronden bedekken 30 miljoen km², de grootte van Afrika. Landbouw gebruikt 60 keer meer land dan steden en randsteden samen. Het meeste water op de planeet dient voor irrigatie. We gebruiken elk jaar 2.800 kubieke kilometer water op onze gewassen. Dat is genoeg om elke dag 7.305 Empire-State-Buildings te vullen. Vele grote stromen hebben nu een verminderd debiet. Sommige zijn zelfs helemaal opgedroogd. Het Aralmeer is een woestijn geworden. De Colorado bereikt niet langer de oceaan. Meststoffen hebben de hoeveelheid fosfor en stikstof in het milieu meer dan verdubbeld. Het gevolg? Wijdverbreide waterverontreiniging en enorme aantasting van meren en rivieren. De landbouw levert de grootste bijdrage aan de klimaatverandering. Ze genereert 30% van de uitstoot van broeikasgassen. Dat is meer dan de emissies van alle elektriciteit en de industrie, of van alle vliegtuigen, treinen en auto’s in de wereld. De meeste landbouwemissies komen van de ontbossing in de tropen, methaan van dieren en rijstvelden, en distikstofoxide van overbemesting. Niets transformeert de wereld zozeer als de landbouw. Niets is belangrijker voor onze overleving. Dat is het dilemma... Aangezien de wereldbevolking met miljarden mensen aangroeit, moeten we onze wereldwijde voedselproductie verdubbelen, of zelfs verdrievoudigen. Hoe moet dat? We hebben een internationale dialoog nodig. We moeten investeren in echte oplossingen: stimuli voor landbouwers, precisielandbouw, nieuwe gewassen, druppelirrigatie, hergebruik van rioolwater, betere grondbewerkingspraktijken, slimmere diëten. We moeten iedereen rond de tafel krijgen. Voorstanders van commerciële landbouw, behoud van het milieu en biologische landbouw... moeten samenwerken. Er bestaat geen wonderoplossing. Dit vereist samenwerking, verbeelding, en vastberadenheid, omdat falen nu eenmaal geen optie is. Hoe voeden we de wereld zonder hem te vernietigen? We worden vandaag geconfronteerd met een van de grootste uitdagingen in de menselijke geschiedenis: de noodzaak om negen miljard mensen te voeden en wel duurzaam, billijk en rechtvaardig. En tegelijkertijd van onze planeet bewaren voor deze en toekomstige generaties. Dit zal een van de moeilijkste dingen zijn die we ooit hebben gedaan in de menselijke geschiedenis. We moeten het van de eerste keer goed doen. Er komt geen tweede kans. Heel erg bedankt. (Applaus)