Het is ongewoon om over empowerment te spreken, want als het over empowerment gaat, worden we het meest geraakt door de verhalen. Ik wil beginnen met een alledaags verhaal. Hoe voelt het om in India een jonge vrouw te zijn? Ik heb de afgelopen 27 jaar in India gewoond, in drie kleine steden en in twee grote steden. Ik heb meerdere voorvallen meegemaakt. Toen ik zeven jaar was, misbruikte een privéleraar mij die mij wiskunde gaf. Hij stak dan zijn hand onder mijn rok. Hij stak zijn hand onder mijn rok en zei dat hij me een fijn gevoel kon geven. Toen ik 17 was, stuurde een jongen van school een e-mail rond waarin hij de seksuele gewelddadigheden beschreef die hij mij aan zou willen doen omdat ik hem geen aandacht schonk. Toen ik 19 was, hielp ik een vriendin, nadat ze door haar ouders gedwongen was een oude man te trouwen, om dit huwelijk vol geweld te ontvluchten. Toen ik 21 was, liep ik met een vriendin op straat. Een man trok zijn broek omlaag en trok zich af voor onze ogen. We riepen om hulp, maar er kwam niemand. Toen ik 25 was, liep ik eens 's avonds naar huis. Twee mannen op een motor vielen me aan. Ik lag twee nachten in het ziekenhuis om te herstellen van mijn verwondingen. Tijdens mijn leven heb ik vrouwen gezien, familie, vrienden, collega's, die zulke dingen meemaken. Ze praten er zelden over. Kort gezegd: het leven in India is niet gemakkelijk. Maar vandaag zal ik het niet hebben over deze angst. Ik zal het hebben over het leerproces dat deze angst bij mij in gang gebracht heeft. Wat er op een nacht in december 2012 gebeurde, veranderde mijn leven. Een jong meisje, een 23-jarige studente, stapte met haar vriend op de bus in Delhi. Er zaten zes jongemannen in die bus. Je kunt zulke mannen elke dag tegenkomen in India. Wat er vervolgens gebeurde, werd telkens weer herhaald in de Indiase en internationale media. Het meisje werd herhaaldelijk verkracht. Ze penetreerden haar met een botte staaf. Ze sloegen en beten haar en lieten haar voor dood achter. Haar vriend werd de mond gesnoerd en hij werd bewusteloos geslagen. Ze stierf op 29 december. Terwijl de meeste mensen zich hier voorbereidden op de jaarwisseling, brak voor India een donkere tijd aan. Voor het eerst in de geschiedenis openden mannen en vrouwen in Indiase steden hun ogen en zagen de gruwelijke waarheid in over de positie van de vrouw in het land. Zoals veel andere jonge vrouwen, was ik erg geschrokken. Ik kon niet geloven dat zoiets kon gebeuren in de hoofdstad. Ik voelde me boos en gefrustreerd, maar bovenal voelde ik me volledig hulpeloos. Maar wat kan je er aan doen? Sommigen schrijven een blog, anderen negeren het, of gaan protesteren. Ik deed al de dingen die de anderen deden, twee jaar geleden. De media stonden bol van de verhalen over de walgelijke daden van Indiase mannen. Ze waren dieren, seksueel onderdrukte beesten. De gebeurtenis was zo vreemd en ondenkbaar voor Indiase begrippen. De reactie van de Indiase media, het volk en de politiek maakte één ding duidelijk: niemand wist wat we moesten doen. Niemand wilde verantwoordelijkheid nemen. Er werden zelfs tactloze opmerkingen gemaakt door vooraanstaande mensen, in reactie op seksueel geweld tegen vrouwen in het algemeen. De eerste werd door een parlementslid gemaakt, de tweede door een geestelijk leider, en de derde door de advocaat van de aangeklaagde, toen het meisje vocht voor haar leven en uiteindelijk overleed. Ik was het zat om dit als vrouw dag na dag aan te moeten zien. Als schrijver en gender-activiste heb ik veel over vrouwen geschreven, maar deze keer was het anders. Ik realiseerde me dat ook ik verbonden was met die jonge vrouw. Ik wilde de situatie veranderen, dus nam ik een impulsief besluit. Ik logde in op een journalistenforum, 'iReport', en ik vertelde in een video over de situatie in Bangalore. Ik sprak over mijn gevoelens, de dagelijkse realiteit, en de frustratie van het leven in India. Binnen een paar uur werd het blog gedeeld en stroomden er reacties binnen van over de hele wereld. Drie dingen werden me toen duidelijk. Ten eerste: technologie lag altijd al binnen handbereik voor vrouwen als ik. Ten tweede: de meeste jonge vrouwen gebruiken het -- net als ik -- zelden om hun stem te laten horen. Ten derde: ik besefte voor het eerst dat mijn mening ertoe doet. In de maanden daarop schreef ik over gebeurtenissen in Bangalore, waar de heersende media niet over spraken. In Cubbon Park, een groot park in Bangalore, ontmoette ik 100 anderen. Groepjes jonge mannen trokken rokjes aan om te laten zien dat kleding geen verkrachting uitlokt. Toen ik verslag deed van deze acties, merkte ik dat ik een uitlaatklep had gevonden voor mijn opgekropte emoties. Ik deed mee aan het stadhuisprotest. Daar zwaaiden studenten met borden: 'Vermoord ze, hang ze op!' 'Dit zou je je moeder en zussen niet aandoen!' Ik deed mee aan een nachtwake, waar burgers samenkwamen om seksueel geweld openlijk te bespreken. Ik registreerde veel blogberichten die reageerden op de zorgwekkende situatie in India op dat moment. De reacties verwarden me. Terwijl steunbetuigingen binnenstroomden van verre, ontving ik ook haatberichten. Sommigen noemden me hypocriet. Sommigen zeiden dat ik verkrachting verdedigde. Sommigen meenden dat ik een politieke agenda had. De opmerking op de dia geeft weer wat ik hier vandaag bespreek. Dit was echter nog niet alles. Hoewel ik me bekrachtigd voelde door de nieuwe vrijheid die burgerjournalistiek mij schonk, maakte ik iets ongewoons mee. Afgelopen augustus logde ik op Facebook in en las mijn nieuwsoverzicht. Ik zag een link die mijn vrienden deelden. De link verwees me door naar een verslag door een Amerikaans meisje, Michaela Cross. Het verslag droeg de titel 'India: het verhaal dat je niet wilt horen.' Ze beschreef in dit verslag hoe zij zelf met seksuele intimidatie geconfronteerd was in India. Ze schreef: "Je kan jezelf op geen enkele manier voorbereiden op de blikken. De ogen die mij elke dag aanstaarden, alsof ze recht hadden op mijn lichaam. De blikken veranderden nooit, of ik nu terug staarde of wegkeek. Onderweg naar de fruitboer of de kleermaker kreeg ik zulke felle blikken dat ze me stukje bij stukje fijn sneden." Ze noemde India een hemel voor toeristen en een hel voor vrouwen. Ze werd achtervolgd, betast en mannen masturbeerden in haar bijzijn. De hele wereld had het er die avond over. De nieuwszenders bespraken het. Iedereen sprak erover. Een miljoen mensen lazen het en duizend reageerden erop. Ik zag hetzelfde opnieuw gebeuren. De media zaten vast in een vicieuze cirkel van opinie en woede, zonder enig resultaat. Ik vroeg me die avond af hoe ik zou reageren. Ik twijfelde enorm. Als schrijver was ik een toeschouwer van wat er gebeurde. Als Indiase ervoer ik schaamte en ongeloof. Als activiste bekeek ik de zaak als een verdediger van rechten. Maar als burgerjournalist voelde ik me plotseling kwetsbaar. Dit was een jonge vrouw, die hetzelfde medium gebruikte om over haar ervaringen te spreken als ik. Toch was ik ontdaan. Niemand vertelt je dat je voor ware empowerment jezelf moet toestaan te denken en te handelen. Empowerment klinkt vaak als een ideaal, een nobel doel. Wanneer we praten over empowerment, bedoelen we vaak dat we mensen toegang tot materialen geven en toegang tot instrumenten. Maar empowerment is een emotie. Het is een gevoel. De eerste stap richting empowerment is jezelf de macht te geven, de sleutel tot een onafhankelijke wil. Voor alle vrouwen, ongeacht wie we zijn of waarvandaan we komen, is dit de moeilijkste stap. We zijn bang om onze eigen stem te horen, omdat dit erkenning betekent, maar onze stem geeft ons de macht om onze omgeving te veranderen. Deze situatie confronteerde mij met zoveel verschillende realiteiten. Ik wist niet wat ik ervan moest denken, want ik wist niet wat de gevolgen zouden zijn. Ik aarzelde te oordelen, want wat zou er gebeuren als ik de zaken anders zag dan dit meisje? Ik wist niet wat het gevolg zou zijn als ik haar waarheid tegensprak. Ik moest eenvoudigweg een beslissing nemen. Moest ik me roeren of zou ik zwijgen? Na lang nadenken, nam ik een videoreactie op. Ik vertelde Michaela dat India veel kanten heeft. Ik probeerde uit te leggen dat het goed zou komen. Ik zei dat het me speet dat haar dit overkomen was. Een paar dagen later werd ik uitgenodigd om met haar te spreken op de radio. Ik strekte mijn hand naar het meisje uit. Ik had haar nog nooit ontmoet, ze was zo ver weg, en toch voelde ik met haar mee. Sinds de publicatie van haar verslag bespraken steeds meer jonge mensen seksuele intimidatie op de universiteit. De universiteit waaraan Michaela studeerde, gaf haar alle hulp die zij nodig had. De universiteit trof zelfs maatregelen om studenten te trainen in de benodigde vaardigheden om met seksuele intimidatie om te gaan. Ik merkte voor het eerst dat ik er niet alleen voor stond. Als ik iets heb geleerd als actief burgerjournalist in de afgelopen jaren, dan is het dat onze maatschappij jammerlijk faalt in het vinden van wegen om onze stem te laten horen. We vergeten dat als wij ons laten horen, wij niet enkel individuen zijn, maar dat we spreken voor onze gemeenschap, onze vrienden en leeftijdsgenoten. Velen zeggen dat vrouwen hun rechten worden ontnomen. In werkelijkheid geven vrouwen vaak zelf deze rechten op. Uit een recente enquête in India blijkt dat 95 procent van de vrouwen die in de IT werken, of in de luchtvaart, hosting en callcenters, zich onveilig voelen wanneer ze 's nachts alleen naar huis toe gaan. In Bangalore, mijn stad, is dit getal 85 procent. Op het platteland in India, afgaand op de verhalen over de groepsverkrachtingen in Badaun en aanvallen met zuur in Odisha en Aligarh, moeten we snel ingrijpen. Begrijp me niet verkeerd: vrouwen zullen problemen tegenkomen wanneer zij hun verhaal vertellen, maar we moeten een weg inslaan en een kanaal vinden waardoor we kunnen participeren in de samenleving. We moeten de media niet blindelings volgen. Meer dan ooit verheffen vrouwen nu hun stem en bekritiseren de regering van India. Dit is waar dat lef toe leidt: vrouwen doen zes keer vaker aangifte van seksuele intimidatie, en de regering voerde in 2013 een amendement op het strafrecht in, tegen seksuele intimidatie van vrouwen. Aan het einde van mijn presentatie wil ik jullie dit zeggen: velen van ons hebben geheimen, maar laten we onze mond opendoen. Laten we onze schaamte overwinnen en er over praten. Hetzij via een platform, hetzij via een gemeenschap, iemand die dicht bij je staat, wat je maar wilt. Laten we onze mond opendoen. De oplossing van dit probleem ligt in onze handen. Dankjulliewel. (Applaus)