Er was eens een koning
in India, een maharadja,
die voor zijn verjaardag verordende
dat alle stamhoofden een-koning-waardige
gift moesten brengen.
Sommigen brachten fijne zijde,
sommigen brachten mooie zwaarden,
sommigen brachten goud.
Aan het eind van de rij
wachtte een rimpelige oude man
die een lange voetreis had gemaakt
vanaf zijn dorp aan de zee.
Toen het zijn beurt was, vroeg de prins:
"Wat is jouw geschenk voor de koning?"
De oude man ontvouwde langzaam zijn hand
waarin een prachtige zeeschelp school,
vol met paarse, gele,
rode en blauwe kringen.
De prins zei:
"Is dat een koning waardig?
Wat is dat nou voor geschenk?"
De oude man keek
langzaam naar hem op en zei:
"Lange reis... onderdeel van geschenk."
(Gelach)
Ik geef jullie zo direct
ook een geschenk,
een geschenk dat volgens mij
het verspreiden waardig is.
Voor ik dat doe, neem ik je mee
op mijn lange reis.
Zoals de meesten van jullie
begon ik mijn leven als kind.
Begonnen jullie je leven ook als kind?
Jong geboren?
Ongeveer de helft.... OK....
(Gelach)
En de rest? Volwassen geboren?
Ik wil jullie moeder wel eens zien!
Over onmogelijk gesproken!
Als kind was ik altijd al gefascineerd
door het onmogelijke doen.
Vandaag is een dag
waar ik al jaren naar uitkijk,
want vandaag ga ik proberen
het onmogelijke te doen
waar jullie bij zijn,
hier bij TEDxMaastricht.
Ik zal beginnen
met het einde te verklappen:
Ik ga jullie bewijzen
dat het onmogelijke niet onmogelijk is.
En ik eindig met een geschenk
dat het verspreiden waardig is:
ik laat je zien dat je in je leven
het onmogelijke kunt doen.
In mijn streven het onmogelijke te doen,
heb ik ontdekt dat er twee dingen zijn
die voor iedereen hetzelfde zijn.
Iedereen heeft angsten
en iedereen heeft dromen.
In mijn streven het onmogelijke te doen,
heb ik ontdekt dat er drie dingen zijn
die ik door de jaren heen gedaan heb
die me in staat hebben gesteld
het onmogelijke te doen:
trefbal,
Superman
en de mug.
Dat zijn mijn sleutelwoorden.
Nu weet je waarom ik
het onmogelijke doe in mijn leven.
Nu neem ik je mee op mijn reis,
die lange wandeling,
van angst naar dromen,
van woorden naar zwaarden,
van trefbal
naar Superman
naar de mug.
Ik hoop je te laten zien
hoe je het onmogelijke
kunt doen in je leven.
4 oktober 2007.
Mijn hart ging tekeer
en mijn knieën knikten
toen ik het toneel opstapte
in Sanders Theatre
op Harvard University
om de Ig Nobelprijs voor geneeskunde 2007
in ontvangst te nemen
voor een medisch-onderzoeksdocument
waarvan ik co-auteur was,
genaamd 'Zwaardslikken...
... en zijn bijwerkingen'.
(Gelach)
Het was gepubliceerd in een tijdschrift
dat ik nooit had gelezen,
het British Medical Journal.
Voor mij was dat
een onmogelijke droom die uitkwam,
een onverwachte verrassing
voor iemand zoals ik;
het was een eer om nooit te vergeten.
Het was echter niet het meest
gedenkwaardige moment van mijn leven.
Op 4 oktober 1967
leed dit bange, verlegen, magere sulletje
aan ernstige angsten.
Toen hij zich klaarmaakte
het toneel op te stappen,
ging zijn hart tekeer
en knikten zijn knieën.
Hij deed zijn mond open om te praten,
maar de woorden
wilden er gewoon niet uit.
Hij stond daar bevend te huilen,
verlamd door de paniek,
bevangen door de angst.
Dat bange, verlegen, magere sulletje
leed aan ernstige angsten.
Hij was bang in het donker,
had hoogtevrees,
was bang van spinnen en slangen...
Iemand hier bang van spinnen en slangen?
Ja, een paar mensen...
Hij was bang van water en van haaien,
bang van dokters, verpleegsters
en tandartsen,
van naalden en boren en scherpe objecten.
Maar het ergst van alles
was zijn angst voor
mensen.
Dat bange, verlegen, magere sulletje
was ik.
Ik was bang voor falen en voor afwijzing,
lage zelfwaardering,
minderwaardigheidscomplex,
en iets waarvan we toen niet eens wisten
dat je je daarvoor kon inschrijven:
sociale angststoornis.
Omdat ik die angsten had,
werd ik altijd gepest en geslagen.
Ik werd uitgelachen en uitgescholden
en ik mocht nooit meespelen.
Oh, ja, er was één spelletje
waar ik aan mee mocht doen:
trefbal --
en ze wisten me te raken.
Die pestkoppen riepen mijn naam,
en dan keek ik,
en dan zag ik die rooie ballen
op supersonische snelheid op me afkomen:
bam, bam, bam!
Ik herinner me alle dagen
dat ik van school naar huis liep
met een roodgloeiend gezicht
en suizende, rode oren.
In mijn ogen brandden tranen
en in mijn oren brandden hun woorden.
Wie ooit het gezegde
'schelden doet geen pijn' heeft verzonnen,
begreep er niets van.
Woorden kunnen snijden als een mes.
Woorden kunnen steken als een zwaard.
Woorden maken wonden die zo diep zijn
dat je ze niet kunt zien.
Ik was bang en woorden
waren mijn grootste vijand.
Dat zijn ze nog.
Maar ik had ook dromen.
Ik ging naar huis,
naar mijn Superman-strips,
en ik las mijn Superman-boeken
en ik droomde ervan
een superheld als Superman te zijn.
Ik wilde vechten
voor waarheid en gerechtigheid;
ik wilde vechten met boeven en kryptoniet;
ik wilde de wereld rondvliegen,
bovenmenselijke dingen doen
en mensen redden.
Ik was ook gefascineerd door echte dingen.
Ik las 'Guinness World Records' en
'Ripley's Geloof Het Of Niet!'.
Iemand ooit 'Guinness World Records'
of Ripley's gelezen?
Ik hou van die boeken!
Ik zag echte mensen
echte prestaties leveren
en ik dacht: dat wil ik ook.
Als ik van die pestkoppen
niet mag meespelen,
wil ik echte wonderbaarlijke
prestaties neerzetten.
Ik wil iets waanzinnigs doen
wat die pestkoppen niet kunnen.
Ik wil mijn roeping en mijn doel weten;
ik wil weten dat mijn leven er toe doet;
ik wil iets ongelooflijks doen
wat de wereld verandert;
ik wil bewijzen dat het onmogelijke
niet onmogelijk is.
We springen naar tien jaar later --
Het was de week
voor mijn 21e verjaardag.
Er gebeurden op één dag twee dingen
die mijn leven blijvend zouden veranderen.
Ik woonde in Tamil Nadu, in Zuid-India.
Ik was een missionaris daar
en mijn mentor, mijn vriend vroeg me:
"Heb jij 'Thromes', Daniel?"
Ik zei: "Thromes? Wat zijn dat?"
Hij zei: "Thromes zijn
je grote levensdoelen.
Ze zijn een combinatie
van dromen en doelen.
Als je kon doen wat je wilde,
als je kon gaan waar je wilde,
kon zijn wie je wilde zijn,
waar zou je naartoe gaan?
Wat zou je doen? Wie zou je zijn?"
Ik zei: "Dat kan ik niet, ik ben te bang!
Ik heb te veel angsten!"
Die nacht nam ik mijn rijstmat mee
naar het dak van de bungalow,
ik ging liggen onder de sterren
en keek hoe de vleermuizen
naar muggen doken.
Ik kon alleen maar denken
aan 'thromes' en dromen en doelen,
en aan die pestkoppen met hun trefballen.
Een paar uur later werd ik wakker.
Mijn hart ging tekeer,
mijn knieën knikten.
Deze keer was het geen angst.
Ik had stuiptrekkingen
in mijn hele lichaam.
De volgende vijf dagen
was ik maar af en toe bij bewustzijn;
ik lag op mijn sterfbed
te vechten voor mijn leven.
Het leek of mijn brein smolt
door de 40 graden koorts.
Wanneer ik bij bewustzijn was,
dacht ik alleen aan thromes.
Ik dacht: "Wat wil ik met mijn leven?"
Uiteindelijk, op de nacht
voor mijn 21e verjaardag,
tijdens een helder moment,
realiseerde ik me iets:
ik realiseerde me dat die kleine mug,
Anopheles Stephensi,
dat die kleine mug
die minder dan 5 microgram weegde,
minder dan een korrel zout,
dat die een man
van 80 kilo neer kon leggen,
dat dat mijn kryptoniet was.
Toen besefte ik
dat het niet die mug was,
maar die kleine parasiet in die mug,
Plasmodium Falciparum, die meer
dan een miljoen mensen per jaar doodt.
Vervolgens bedacht ik
dat het nog kleiner was dan dat,
al leek het voor mij veel groter.
Ik realiseerde me
dat angst mijn kryptoniet was,
mijn parasiet,
die mijn hele leven
had gehandicapt en verlamd.
Er is een verschil tussen angst en gevaar.
Gevaar is echt.
Angst is een keuze.
Ik realiseerde me dat ik een keuze had:
ik kon in angst leven
en eraan sterven die nacht,
of ik kon mijn angst laten sterven
en kiezen voor mijn dromen,
als ik de moed had om te leven.
Er is iets met op je doodsbed liggen
en de dood in de ogen zien
dat maakt dat je
het leven echt wilt leven.
I realiseerde me dat iedereen doodgaat,
maar dat niet iedereen echt leeft.
In het doodgaan, leven we.
Wanneer je leert doodgaan,
leer je echt leven.
Ik besloot die nacht
mijn verhaal te veranderen.
Ik wilde niet dood, dus ik deed
een schietgebedje, ik zei:
"God, als U me 21 jaar laat worden,
zal ik angst mijn leven
niet meer laten beheersen.
Ik zal mijn angst laten sterven,
ik ga kiezen voor mijn droom,
ik wil mijn houding veranderen,
ik wil iets wonderbaarlijks
met mijn leven doen,
ik wil mijn doel en mijn roeping vinden,
ik wil weten dat het onmogelijke
niet onmogelijk is."
Of ik die nacht overleefde, zeg ik niet,
dat mogen jullie zelf bedenken.
(Gelach)
Die nacht maakte ik een lijst
met mijn eerste 10 thromes:
ik wilde de grote continenten bezoeken,
de 7 Wereldwonderen zien,
een aantal talen leren,
op een onbewoond eiland wonen,
op een schip op de oceaan wonen,
met een stam indianen in de Amazone wonen,
naar de hoogste top in Zweden klimmen,
de Mount Everest bij zonsopgang zien,
in de muziekwereld in Nashville werken,
in een circus werken,
en uit een vliegtuig springen...
In de 20 jaar daarna heb ik dat
ook bijna allemaal gedaan.
Iedere keer als ik iets
van mijn lijst kon afvinken,
schreef ik er direct weer 5 of 10 bij,
dus die lijst groeide alleen maar.
De volgende zeven jaar woonde ik
op een klein eiland op de Bahama's,
voor ongeveer zeven jaar, ja,
in een rieten hut.
Ik was de enige op het eiland die,
in een lendendoek, met een speer jaagde
op haaien en roggen,
en ik leerde met haaien zwemmen.
Vervolgens verhuisde ik naar Mexico
en van daaruit naar Ecuador,
naar het Amazone-bekken,
Pujo Pongo Ecuador,
waar ik leefde met een stam
en beetje bij beetje kreeg ik
meer zelfvertrouwen door die thromes.
Ik zocht de muziekwereld op,
eerst in Nashville, toen in Zweden.
Ik ging naar Stockholm,
werkte daar in de muziekwereld
en beklom er de Kebnekaise,
ver binnen de poolcirkel.
Ik leerde het clownsvak,
jongleren
en steltlopen,
fietsen op een éénwieler,
vuurvreten en glas eten.
In 1997 hoorde ik dat er minder dan
een dozijn zwaardslikkers waren
en ik zei: "Dat is iets voor mij!"
Ik ontmoette een zwaardslikker
en ik vroeg hem om wat tips.
Hij zei: "Goed, ik geef je twee tips.
Ten eerste: het is extreem gevaarlijk,
hier zijn mensen aan doodgegaan.
Ten tweede:
probeer het niet!"
(Gelach)
Dus voegde ik dat toe
aan mijn lijstje thromes.
Ik oefende iedere dag,
10 tot 12 keer per dag,
vier jaar lang.
Ik heb het uitgerekend --
4 x 365 [x 12]
-- dat het ongeveer
13.000 keer is mislukt,
voordat ik het eerste zwaard
door mijn keel kreeg in 2001.
Gedurende die tijd
zette ik een throme
om de grootste expert op dit gebied
ter wereld te worden.
Ik verzamelde dus ieder boek,
tijdschrift, krantenartikel
en ieder medisch rapport,
bestudeerde de fysiologie en anatomie,
ik sprak met dokters en verpleegsters,
verzamelde alle zwaardslikkers
in de Sword Swallowers
Association International,
en stelde in twee jaar tijd
een medisch rapport samen,
'Zwaardslikken en zijn bijwerkingen',
dat werd gepubliceerd
in het British Medical Journal.
(Gelach)
Dank je.
(Applaus)
Ik ontdekte fascinerende dingen
over zwaardslikken.
Sommige dingen waar jullie nog nooit
over hadden nagedacht, tot vandaag!
Als je straks naar huis gaat
en je snijdt je steak met je mes,
of met een zwaard of je 'bestek',
zul je hier nog eens aan denken.
Ik kwam erachter dat zwaardslikken
is begonnen in India --
precies waar ik het op mijn 20e
voor het eerst had gezien --
ongeveer 4.000 jaar geleden,
2.000 voor Christus.
In de laatste 150 jaar
zijn zwaardslikkers gebruikt
door de medische wetenschap
bij het ontwikkelen
van starre endoscoop in 1868
door Dr. Adolf Kussmaul,
in Freiburg, Duitsland;
in 1906 het elektrocardiogram in Wales;
om slikstoornissen
en de spijsvertering te bestuderen;
bronchoscopen, dat soort dingen.
Maar in de laatste 150 jaar
weten we van honderden verwondingen
en tientallen doden...
Dit is de rigide endoscoop die werd
ontwikkeld door Dr. Adolf Kussmaul.
We ontdekten dat er de afgelopen 150 jaar
29 mensen zijn overleden,
waaronder deze zwaardslikker in Londen
die zijn hart doorboorde met zijn zwaard.
We kwamen erachter dat er ieder jaar
3 tot 8 serieuze verwondingen
optreden door zwaardslikken.
Ik weet het, want ik krijg de telefoontjes.
Ik heb er net twee gehad,
een uit Zweden en een uit Orlando,
net de afgelopen weken,
zwaardslikkers die in het ziekenhuis
liggen met verwondingen.
Het is dus extreem gevaarlijk.
Ik kwam er ook achter
dat zwaardslikken
2 tot 10 jaar vergt
om onder de knie te krijgen
voor veel mensen.
Maar de meest fascinerende ontdekking
was hoe zwaardslikkers
leren het onmogelijke te doen.
Ik zal je een geheim verklappen:
staar je niet blind op die 99.9%
die onmogelijk zijn.
Richt je op die 0.1% die mogelijk is
en vind uit hoe je dat moet doen.
Laat ik je mee op reis nemen
door de geest van een zwaardslikker.
Een zwaard slikken vereist
geest-over-materie-meditatie,
messcherpe concentratie
en uiterste nauwkeurigheid
om interne organen te isoleren
en automatische reflexen te beheersen
door versterkte breinsynopsis,
door herhaald spiergeheugen
door het bewust meer dan
10.000 keer te oefenen.
Ik neem jullie even mee op reis
door het lichaam van een zwaardslikker.
Om een zwaard te slikken,
moet ik het lemmet
over mijn tong laten glijden,
de kokhalsreflex onderdrukken
in de cervicale slokdarm,
een bocht van 90 graden
zien te maken door het strotklepje,
dan door de cricopharyngeal
bovenste slokdarmsfincter,
de peristaltiekreflex onderdrukken,
en het lemmet
in de borstkas laten glijden
tussen de longen.
Op dit punt moet ik daadwerkelijk
mijn hart opzij schuiven.
Als je heel goed kijkt,
zie je het hart kloppen met mijn zwaard,
want het leunt tegen het hart aan
met alleen 3 millimeter
slokdarmweefsel ertussen.
Zoiets kun je niet veinzen.
Dan langs het borstbeen laten glijden,
voorbij de onderste slokdarmsfincter,
de maag in en daar
de kokhalsreflex onderdrukken
en helemaal omlaag tot mijn darmen.
Makkie.
(Gelach)
Als ik verder zou gaan,
zou ik bij mijn eileiders uitkomen.
Jullie vrouw legt dat nog wel uit....
Mensen zeggen dan tegen me:
"Het moet wel een hoop moed vergen
om je leven te riskeren,
om je hart met een zwaard weg te duwen..."
Nee. Wat echt moed vergt,
is om als bang, verlegen, mager sulletje
mislukking en afwijzing te riskeren,
openhartig te zijn
en je trots in te slikken
en hier voor een verzameling vreemden
je verhaal te vertellen
over je angsten en dromen,
en het gevaar te lopen jezelf
letterlijk en figuurlijk te verwonden.
Weet je -- dankjewel.
(Applaus)
Het echte opmerkelijke is,
dat ik altijd iets bijzonders
in mijn leven heb willen doen
en nu doe ik het.
Maar het echte bijzondere is niet
dat ik 21 zwaarden tegelijk kan slikken,
6 meter onder water in een bak
met 88 haaien en roggen
voor Ripley's Geloof Het Of Niet!,
of verhit tot 800 graden
voor Stan Lee's Superhumans
als een 'man van staal'
-- en dat ding was echt heet!
Of dat ik een auto trok
met een zwaard voor Ripley's,
of voor Guinness,
of tot de finale
van America's Got Talent kwam,
of de 2007 Ig Nobelprijs
voor geneeskunde won.
Nee, dat is niet het echt opmerkelijke.
Dat denken mensen, maar dat is het niet.
Het echt opmerkelijke is
dat God dat bange,
verlegen, magere sulletje,
die hoogtevrees had,
die bang was van water en haaien
en dokters en verpleegsters
en naalden en scherpe objecten
en van spreken voor mensen,
en dat hij me nu
de wereld rond laat vliegen
op 10 kilometer hoogte,
scherpe objecten inslikkend
onder water in bakken met haaien,
en sprekend voor dokters en verpleegsters
en publiek zoals jullie in de hele wereld.
Dat vind ik echt opmerkelijk.
Ik wilde altijd al het onmogelijke doen --
Dank je.
(Applaus)
Dankjewel.
(Applaus)
Ik wilde het onmogelijke doen
en nu doe ik het.
Ik wilde iets bijzonders doen
en de wereld veranderen
en nu doe ik het.
Ik wilde altijd rond de wereld reizen
en bovenmenselijke dingen doen
en levens redden: nu doe ik het.
En weet je wat?
Er zit nog altijd een klein stukje
van dat kind zijn grote droom
diep in mij.
(Gelach) (Applaus)
Ik wilde altijd
mijn doel en roeping vinden,
en nu weet ik het.
Maar, wat denk je?
Het is niet met die zwaarden,
niet met mijn sterke kanten.
Het is uiteindelijk
met mijn zwaktes, mijn woorden.
Mijn doel en roeping is
de wereld te veranderen
door de angst te overwinnen,
één zwaard tegelijk, één woord tegelijk,
één mes tegelijk, één leven tegelijk,
om mensen te inspireren
superhelden te zijn
en het onmogelijke in hun leven te doen.
Mijn roeping is om anderen
te helpen hun doel te vinden.
Wat is jouw doel?
Wat is jouw roeping?
Waarvoor ben je hier?
Ik geloof dat we allemaal
geroepen zijn tot heldendom.
Wat is jouw superkracht?
Op een wereldbevolking
van meer dan 7 miljard mensen
zijn er minder dan dertig zwaardslikkers
in de wereld,
maar er is maar één jij.
Jij bent uniek.
Wat is jouw verhaal?
Wat maakt jou anders?
Vertel je verhaal,
ook al is je stem dun en beverig.
Wat zijn jouw thromes?
Als je alles kon doen,
iedereen kon zijn, overal kon gaan --
Wat zou je doen?
Waar zou je zijn?
Wat zou je doen?
Wat wil je met je leven doen?
Wat zijn jouw grote dromen?
Welke dromen had je als kind?
Weet je het nog?
Het was vast niet dit, of wel?
Wat waren je wildste dromen
die je zo vreemd en vaag vond?
Volgens mij zien die dromen
er helemaal niet zo raar meer uit nu.
Wat is jouw zwaard?
Elk van jullie heeft een zwaard,
een tweezijdig zwaard
van angsten en dromen.
Slik je zwaard, wat het ook is.
Volg je dromen, dames en heren,
het is nooit te laat
om te worden wat je zou willen.
Die pestkoppen met hun trefballen,
die jongens die dachten
dat ik nooit het onmogelijke zou doen,
die heb ik maar één ding te zeggen:
Dankjewel.
Want zonder schurken geen superhelden.
Ik ben hier om te bewijzen
dat het onmogelijke niet onmogelijk is.
Dit is extreem gevaarlijk.
Ik kan ervan doodgaan.
Geniet ervan.
(Gelach)
Ik heb jullie hulp nodig, hierbij.
Publiek: Twee, drie.
Dan Mayer: Nee, nee, nee.
Jullie moeten helpen tellen. Allemaal, OK?
(Gelach)
Ken je de woorden? OK?
Tel met me mee, klaar?
Een.
Twee.
Drie.
Nee, dat is twee, maar je snapt het wel.
Publiek: Een.
Twee.
Drie.
(Gegil)
(Applaus)
DM: Ja!
(Applaus) (Gejoel)
Dankjewel.
Dankjewel, dankjewel.
Heel hartelijk dank.
En namens mijn maag ook.
Ik zei al, ik kwam het onmogelijke doen
en nu heb ik het gedaan.
Maar dit was niet het onmogelijke,
dit doe ik iedere dag.
Het onmogelijke was dat dat bange,
verlegen, magere sulletje
zijn angst zou trotseren,
hier op dit TEDx-toneel zou staan
en de wereld zou veranderen,
één woord tegelijk,
één zwaard tegelijk, één leven tegelijk.
Als ik je anders heb laten denken;
als ik je heb doen geloven
dat het onmogelijke niet onmogelijk is;
als ik je heb doen beseffen dat jij
het onmogelijke in je leven kunt doen,
dan zit mijn werk erop,
en begint het jouwe nu pas.
Stop nooit met dromen.
Stop nooit met geloven.
Dank je voor je geloof in mij
en deel uit te maken van mijn droom.
En dit is mijn geschenk:
Het onmogelijke is niet...
Publiek: Onmogelijk.
Lange reis... onderdeel van geschenk.
(Applaus)
Dankjewel.
(Applaus)
(Gejoel)
Gastvrouw: Dank je, Dan Meyer, wow!