Ik wil vandaag praten over hoe lezen onze levens kan veranderen en over de limieten van die verandering. Ik wil vertellen over hoe lezen ons een deelbare wereld kan geven van krachtige menselijke verbinding. Maar ook over hoe die verbinding altijd maar deels bestaat, en lezen uiteindelijk een eenzame, idiosyncratische onderneming is. De schrijver die mijn leven veranderde, was de grote Afro-Amerikaanse romanschrijver James Baldwin. Toen ik opgroeide in West-Michigan in de jaren 80 waren niet veel Aziatisch-Amerikaanse auteurs bezig met sociale verandering. Ik denk dat ik me richtte op James Baldwin om die leegte te vullen, om me raciaal bewust te voelen. Maar misschien omdat ik wist dat ik zelf niet Afro-Amerikaans was, voelde ik me ook getart en aangeklaagd door zijn woorden. Zeker door de volgende woorden: "Liberalen ... lopen over van de juiste principes, maar missen echte overtuigingen. Als het menens wordt en je van hen verwacht dat ze handelen, zijn ze er plots niet." Ze zijn er plots niet. Ik nam die woorden heel letterlijk. Waar moest ik mezelf positioneren? Ik ging naar de Mississipi Delta, een van de armste gebieden in de Verenigde Staten. Deze plek is gevormd door een krachtige geschiedenis. In de jaren 60 riskeerden Afro-Amerikanen hun levens in de strijd voor educatie, voor het recht om te stemmen. Ik wou bijdragen aan die evolutie en jongeren helpen om af te studeren en naar de universiteit te gaan. Toen ik aan de Mississipi Delta aankwam, was het nog steeds een plek van armoede, van segregatie, die nog steeds echt nood had aan verandering. De school waar ik geplaatst werd, had geen bibliotheek, geen studiebegeleider, maar wel een politieagent. De helft van de leerkrachten waren invalleraren en als studenten slaags raakten, stuurde de school hen naar de lokale gevangenis. Op deze school leerde ik Patrick kennen. Hij was 15 en twee keer blijven zitten, hij zat in de tweede klas. Hij was stil en in zichzelf gekeerd, alsof hij altijd diep nadacht. Hij haatte het om anderen te zien vechten. Ik zag hem ooit eens tussen twee meisjes in gaan staan toen ze vochten, waardoor hij op de grond geworpen werd. Patrick had slechts één probleem. Hij kwam niet naar school. Hij zei dat school soms te deprimerend was, omdat men altijd vocht en de leerkrachten vertrokken. Bovendien had zijn moeder twee banen en was ze te moe om hem te doen gaan. Dus maakte ik het mijn taak hem naar school te doen komen. Omdat ik gek was en 22 en vurig optimistisch, was mijn strategie opdagen voor zijn huis met de vraag: "Hey, kom je naar school?" Die strategie werkte gek genoeg. Hij begon elke dag naar school te komen. Hij bloeide open in mijn les. Hij schreef poëzie, hij las boeken. Hij kwam elke dag naar school. In dezelfde periode waarin ik begrepen had hoe tot Patrick door te dringen, mocht ik rechten gaan studeren aan Harvard. Opnieuw moest ik me de vraag stellen: waar positioneer ik mezelf? Waar plaats ik mijn lichaam? Ik kwam tot de conclusie dat de Mississipi Delta een plek is waar mensen die geld hebben, mensen die kansen hebben -- die mensen vertrekken. De mensen die achterblijven, hebben de kans niet om te vertrekken. Ik wou niet iemand zijn die vertrok. Ik wou iemand zijn die bleef. Tegelijkertijd was ik eenzaam en moe. Ik overtuigde mezelf ervan dat ik meer zou kunnen veranderen, op een grotere schaal, met een prestigieus rechtendiploma. Dus vertrok ik. Drie jaar later, toen ik op het punt stond om af te studeren, belde een vriend me op om me te vertellen dat Patrick iemand gedood had in een gevecht. Ik was er kapot van. Een deel van me geloofde het niet, maar een ander deel wist dat het waar was. Ik nam het vliegtuig om Patrick te zien. Ik bezocht hem in de gevangenis. Hij vertelde me dat het waar was, dat hij iemand gedood had. Meer wou hij er niet over zeggen. Ik vroeg hem wat er gebeurd was op school en hij zei dat hij gestopt was in het jaar nadat ik vertrokken was. Toen wou hij me iets anders vertellen. Hij keek naar beneden en zei dat hij vader was van een meisje, dat nog maar pas geboren was. Hij had het gevoel dat hij haar gefaald had. Dat was het; ons gesprek was haastig en stuntelig. Toen ik de gevangenis verliet, zei een stem binnenin mij: "Kom terug. Als je nu niet terugkomt, dan kom je nooit meer terug." Dus studeerde ik af en ging ik terug. Ik ging terug om Patrick te zien, om te kijken of ik hem kon helpen met zijn rechtszaak. Toen ik hem die tweede keer zag, dacht ik dat ik een geweldig idee had. Ik zei: "Patrick, waarom schrijf je geen brief naar je dochter, zodat je aan haar kunt blijven denken?" Ik gaf hem een pen en een blad papier en hij begon te schrijven. Maar toen ik het blad papier zag dat hij me teruggaf, was ik geschokt. Ik herkende zijn handschrift niet en hij had domme spelfouten gemaakt. Als leerkracht wist ik dat een student enorm kon verbeteren in een heel korte periode, maar ik had nooit gedacht dat een student enorm achteruit kon gaan. Nog meer pijn deed het me, om te lezen wat hij aan zijn dochter geschreven had. Hij had geschreven: "Sorry voor mijn fouten. Het spijt me dat ik er niet voor je ben." Dit was alles wat hij haar meende te kunnen zeggen. Ik vroeg mezelf af hoe ik hem ervan kon overtuigen dat hij meer te zeggen had, dat hij kanten heeft waarvoor hij zich niet hoeft te excuseren. Ik wou dat hij voelde dat hij heel wat meer met zijn dochter te delen had. Elke dag gedurende de zeven maanden daarop bezocht ik hem en nam ik boeken mee. Mijn draagtas werd een kleine bibliotheek. Ik bracht boeken van James Baldwin mee, van Walt Whitman en C.S. Lewis. Ik bracht gidsen mee over bomen en vogels en het boek dat zijn favoriet zou worden: het woordenboek. Op sommige dagen zaten we uren in stilte, terwijl we allebei lazen. Op andere dagen lazen we samen poëzie. We begonnen met het lezen van haiku's, honderden haiku's, bedrieglijk eenvoudige meesterwerken. Dan vroeg ik hem om me zijn favoriete haiku's te tonen. Sommige daarvan zijn best grappig. Deze, bijvoorbeeld, van Issa: "Geen zorgen, spinnen. Ik houd het huis slordig schoon." Of deze: "De halve dag geslapen, niemand heeft me gestraft!" Deze prachtige haiku gaat dan weer over de eerste dag van sneeuwval: "Herten die de eerste vorst van elkanders vacht likken." Er is iets mysterieus en prachtigs, alleen al aan hoe een gedicht eruitziet. De spaties zijn even belangrijk als de woorden zelf. We lazen een gedicht van W.S. Merwin, dat hij geschreven had toen hij zijn vrouw in de tuin had zien werken en besefte dat ze de rest van hun leven samen zouden doorbrengen. "Laat me me inbeelden dat we terugkomen wanneer we dat willen en dat het lente zal zijn. We zullen niet ouder zijn dan we ooit waren. Het versleten verdriet zal verlicht zijn zoals de vroege wolk waarin de ochtend langzaam tot zichzelf komt." Ik vroeg Patrick naar zijn favoriete regel en hij reciteerde deze: "We zullen niet ouder zijn dan we ooit waren." Hij zei dat het hem deed denken aan een plek waar de tijd stilstaat, waar de tijd geen belang meer heeft. Ik vroeg hem of hij zo'n plek had, waar de tijd eeuwig duurt. Hij zei: "Bij mijn moeder." Wanneer je een gedicht leest in het gezelschap van iemand anders, verandert de betekenis van dat gedicht. Het wordt iets persoonlijks, voor die persoon en voor jou. Daarna lazen we boeken, zo veel boeken. We lazen de autobiografie van Frederick Douglass, een Amerikaanse slaaf die zichzelf heeft leren lezen en schrijven en die uit zijn ketenen ontsnapte dankzij zijn geletterdheid. Toen ik opgroeide, zag ik hem als een held en voor mij was dit verhaal er een van aanmoediging en hoop, maar Patrick kreeg er een paniekerig gevoel door. Hij fixeerde zich op een verhaal waarin Douglass vertelde hoe, met Kerstmis, bazen hun slaven gin gaven om hen te bewijzen dat ze geen vrijheid aankonden, omdat de slaven dan over de velden heen strompelden. Patrick betrok dit op zichzelf. Hij zei dat sommige mensen in de gevangenis, net zoals slaven, niet over hun toestand willen nadenken, omdat het te pijnlijk is. Te pijnlijk om aan het verleden te denken, te pijnlijk om te denken aan hoe ver we te gaan hebben. Zijn favoriete regel was de volgende: "Eender wat, maakte niet uit wat, om te stoppen met denken! Het was het eeuwige denken aan mijn toestand dat me kwelde." Patrick vond Douglass moedig omdat hij schreef en bleef nadenken. Hij wist echter niet hoeveel hij voor mij op Douglass leek, zoals hij bleef lezen, ook al deed het hem panikeren. Hij had het boek eerder uit dan ik, lezend op een betonnen trap zonder licht. Daarna lazen we een van mijn favoriete boeken: Gilead van Marilynne Robinson, dat geschreven is als een lange brief van een vader aan zijn zoon. Hij hield van deze regel: "Ik schrijf dit deels om je te zeggen dat als je je ooit afvraagt wat je in je leven bereikt hebt ... je een godsgeschenk voor me geweest bent, een mirakel, nog meer dan een mirakel." Iets in die woorden, de liefde, het verlangen, de stem erin, maakte dat Patrick weer wou schrijven. Hij vulde schrift na schrift met brieven aan zijn dochter. In die mooie, gedetailleerde brieven beeldde hij zichzelf en zijn dochter in, al kanoënd op de Mississipi. Hij beeldde zich in hoe ze een bergrivier vonden met prachtig helder water. Wanneer ik Patrick zag schrijven, vroeg ik aan mezelf en nu ook aan jullie allen: wie van jullie heeft een brief geschreven aan iemand die je hebt teleurgesteld? Het is nu eenmaal veel gemakkelijker om niet aan die mensen te denken. Maar Patrick confronteerde zichzelf elke dag met zijn dochter en hield zichzelf verantwoordelijk ten opzichte van haar, met elk woord dat hij schreef met intense concentratie. In mijn eigen leven wou ik me ook zo blootstellen. Je zo blootstellen, onthult de kracht van je hart. Laat me even een stap terugzetten en een onaangename vraag stellen. Wie ben ik om het verhaal van Patrick te vertellen? Patrick is degene die geleefd heeft met deze pijn. Ik heb geen dag in mijn leven honger geleden. Ik heb hier veel over nagedacht, maar dit verhaal gaat niet alleen over Patrick. Het gaat over ons, over de ongelijkheid tussen ons. De wereld van overvloed waarvan Patrick en zijn ouders en zijn grootouders afgesloten zijn. In dit verhaal vertegenwoordig ik die wereld van overvloed. In het vertellen van dit verhaal wou ik mezelf niet verbergen, noch de macht die ik wel degelijk bezit. Met het vertellen van dit verhaal wou ik die macht blootleggen, om vervolgens te vragen: hoe verminderen we de afstand tussen ons? Lezen is één manier om die afstand te overbruggen. Het geeft ons een stil universum dat we samen kunnen delen, dat we allen in gelijke mate kunnen delen. Je vraagt je nu waarschijnlijk af wat er met Patrick gebeurd is. Heeft lezen zijn leven gered? Ja en neen. Toen Patrick de gevangenis verliet, was zijn dagelijks leven ondraaglijk. Werkgevers wezen hem af omwille van zijn strafblad. Zijn beste vriendin, zijn moeder, stierf op 43-jarige leeftijd door een hartziekte en diabetes. Hij is dakloos geweest en heeft honger geleden. Mensen zeggen vele dingen over lezen die mij overdreven lijken. Geletterd zijn weerhield hem er niet van om gediscrimineerd te worden. Het heeft niet voorkomen dat zijn moeder stierf. Dus hoe kan lezen helpen? Ik heb een aantal antwoorden om vandaag mee te eindigen. Lezen verrijkte zijn innerlijke leven met mysterie, met verbeeldingskracht, met schoonheid. Lezen gaf hem beelden die hem vreugde boden: berg, oceaan, hert, vorst. Woorden die smaken naar een vrije, natuurlijke wereld. Lezen gaf hem een taal om uit te drukken wat hij verloren had. Hoe prachtig zijn deze regels van de dichter Derek Walcott? Patrick leerde dit gedicht van buiten: "Dagen die ik vasthield, dagen die ik verloren ben, dagen die ontgroeien, zoals dochters, aan mijn herbergende armen." Lezen leerde hem zijn eigen moed kennen. Herinner je dat hij de boeken van Frederick Douglass bleef lezen, ook al was het pijnlijk. Hij bleef bewust, ook al deed het pijn. Lezen is een vorm van denken. Daarom is het moeilijk om te lezen, omdat we moeten denken. Patrick koos ervoor om te denken, eerder dan om niet te denken. Tot slot gaf lezen hem een taal om tegen zijn dochter te spreken. Lezen inspireerde hem om te schrijven. De link tussen lezen en schrijven is zo krachtig. Wanneer we beginnen met lezen, beginnen we woorden te vinden. Hij vond de woorden om zich hen beiden samen in te beelden. Hij vond de woorden om haar te zeggen hoeveel hij van haar hield. Lezen veranderde ook de relatie die we met elkaar hadden. Het gaf ons de gelegenheid tot intimiteit, om verder te kijken dan onze eigen gezichtspunten. Bovendien veranderde lezen onze ongelijke relatie in een van tijdelijke gelijkheid. Als je iemand leert kennen als lezer, leer je hem voor de eerste keer kennen, opnieuw. Je kan niet weten wat zijn favoriete regel zal zijn, wat voor herinneringen en persoonlijk verdriet hij heeft. Je wordt geconfronteerd met de ultieme privacy van zijn innerlijke leven. Vervolgens vraag je je af: waaruit bestaat mijn innerlijke leven? Wat daarvan is de moeite waard om te delen met iemand anders? Ik wil afsluiten ... met enkele van mijn favoriete zinnen uit de brieven van Patrick aan zijn dochter. "De rivier is obscuur op sommige plekken, maar licht schijnt doorheen de spleten van de bomen ... Aan sommige takken hangen volop moerbeien. Je strekt je arm uit om enkele te plukken." Of deze schattige brief, waarin hij schrijft: "Sluit je ogen en luister naar de klanken van de woorden. Ik ken dit gedicht van buiten en ik zou het fijn vinden als jij het ook kent." Enorm bedankt, iedereen. (Applaus)