"We verklaren de oorlog aan kanker... ...en we zullen deze oorlog winnen tegen 2015." Zo verklaarde de Amerikaanse Senaat en het Cancer Institute, enkele jaren geleden, in 2003. Ik weet niet wat jullie denken, maar ik geloof dat niet. We hebben deze oorlog nog niet gewonnen. En ik denk niet dat iemand dat betwijfelt. De belangrijkste reden waarom we kanker nog niet hebben overwonnen is omdat we hem blindelings bestrijden. Eerst wil ik jullie het verhaal vertellen van 'n goeie vriend van me. Hij heet Ehud. Enkele jaren geleden werd er hersenkanker bij hem vastgesteld. En niet zomaar 'n soort hersenkanker. Hij leed aan een van de meest dodelijke vormen van hersenkanker. Zo dodelijk dat de dokters hem maar 12 maanden meer gaven. In deze 12 maanden moesten ze een remedie vinden. Ze moesten een remedie vinden, anders zou hij sterven. Het goede nieuws is, zeiden ze, dat er 'n heleboel nieuwe behandelingen mogelijk zijn. Maar het slechte nieuws is dat het zo'n drie maanden duurt voor we weten of de behandeling werkt of niet. We kunnen dus niet veel uitproberen. Ehud ondergaat z'n eerste behandeling. Een paar dagen na het begin van z'n eerste behandeling sprak ik hem en hij zei: "Ik denk dat dit gaat werken... Ik denk dat we geluk gaan hebben. Er gebeurt iets met mij." Ik vroeg hem: "Echt? Hoe weet je dat?" Hij zei: "Ik voel me zo vreselijk vanbinnen. Het moet wel werken. Dat moet wel." Helaas kregen we drie maanden later het nieuws dat dat niet het geval was. Dus begon Ehud de tweede behandeling. En, weer hetzelfde liedje. "Het voelt zo slecht, het moet wel werken." En drie maanden later kregen we weer slecht nieuws. Ehud krijgt z'n derde behandeling en daarna z'n vierde. En dan, zoals verwacht, sterft hij. Als iemand die je zo dierbaar is door zo'n moeilijk gevecht moet, word je echt overspoeld met emoties. Er gaat van alles door je hoofd. Bij mij vooral woede. Ik was kwaad. Was dit het beste wat we hem te bieden hadden? Ik begon er meer en meer over te lezen. Blijkbaar was dit niet het beste wat we Ehud konden bieden. Zelfs niet het beste dat dokters patiënten van hersenkanker konden bieden. We scoren helemaal niet zo goed wat kanker betreft. Ik ontdekte de volgende cijfers. Jullie hebben deze cijfers vast ook allemaal al gezien. Dit toont het aantal patiënten dat effectief sterft aan kanker. In dit geval alle Amerikaanse vrouwen, sinds de jaren 30. Jullie zullen merken dat er niet zoveel veranderd is. Het blijft een probleem. Er zijn wel enkele veranderingen. Longkanker is aan een opmars bezig. Dankjewel, sigaretten. En je kunt ook zien dat maagkanker, bijvoorbeeld, dat vroeger één van de dodelijkste kankers was, nu volledig verdwenen is. Hoe komt dat? Weet iemand dat? Waarom wordt de mens niet langer geteisterd door maagkanker? Wat was die grote medische doorbraak die de mensheid gered heeft van maagkanker? Misschien een nieuw geneesmiddel, of een betere diagnose? Jullie raden het al. Het was de uitvinding van de koelkast. We hoeven niet langer bedorven voedsel te eten. Het beste wat ons overkomen is tot dusver op het vlak van kankeronderzoek, is de uitvinding van de koelkast. (Gelach) Ja, ik weet het. We scoren niet zo goed. Ik wil niet kleinerend doen over de vooruitgang of al wat gedaan is op het gebied van kankeronderzoek. Er bestaat al meer dan vijftig jaar kankeronderzoek. Hierdoor hebben we belangrijke zaken ontdekt over kanker. Dat gezegd zijnde hebben we nog 'n zware klus voor de boeg. De belangrijkste reden waarom dit het geval is, waarom we het niet uitzonderlijk goed doen, is omdat we blind vechten. Ook medische beeldvorming speelt hierin een rol. Hier komt mijn eigen werk aan bod. Om een idee te geven van de medische beeldvorming die wordt aangeboden aan patiënten van hersenkanker, of in feite aan alle kankerpatiënten... Laten we eens kijken naar deze PET-scan. Laten we eens kijken. Ziezo. Dit is een PET/CT-scan. Op deze PET/CT-scan zien jullie... De CT-scan toont het skelet, en de PET-scan toont waar de tumors liggen. Wat jullie hier zien is in feite een suikermolecule die we gelabeld hebben. Hierdoor zien we, van buiten het lichaam, waar het zich bevindt. Er worden miljarden van deze moleculen ingespoten in een patiënt. Ze reizen heel het lichaam door, op zoek naar cellen die hen volgen. We zien bijvoorbeeld dat het hart oplicht. Het hart heeft namelijk veel suiker nodig. We zien dat de blaas ook oplicht. Dat komt omdat de blaas ons lichaam zuivert van de suikers. We zien ook enkele andere delen oplichten. Dat zijn de tumoren. Dit is in feite een wonderlijke technologie. We kunnen voor de eerste keer binnenkijken in iemands lichaam zonder dat we iedere cel moeten opnemen om ze onder een microscoop te leggen. We kunnen op een niet-invasieve manier in iemands lichaam kijken, en kijken of de kanker zich verspreid heeft, en waar hij zich bevindt. De PET-scans tonen zeer duidelijk waar de hotspots en de tumor zich bevinden. Het ziet er misschien wonderbaarlijk uit, het is echter geen mirakeloplossing. Zien jullie deze kleine hotspots hier? Kan er iemand raden hoeveel kankercellen er in één van deze tumoren zit? Ongeveer honderd miljoen kankercellen. Laat me dat getal even verduidelijken. In elk van deze plekken die je ziet op deze afbeelding moeten er op z'n minst honderd miljoen kankercellen zitten voor ze worden opgemerkt. Dat lijkt misschien een zeer groot aantal. Dat is het ook. Het is 'n zeer groot aantal, want om kanker tijdig op te sporen, zodat we er iets kunnen aan doen, iets echt betekenisvol, daarvoor mogen de tumoren slechts enkele duizenden cellen tellen. Ideaal gezien, zelfs slechts een tiental. We zijn hier nog ver vanaf. Laten we een klein experimentje houden. Ik zou willen dat je je eens inbeeldt dat je hersenchirurg bent. Jullie staan in de operatiezaal. De patiënt ligt voor je. Nu moet je uitzoeken of de tumor helemaal verwijderd is. Dus kijk je naar de patiënt. De huid en de schedel zijn al verwijderd. Je kijkt naar de hersenen. Het enige wat je weet is dat de tumor ongeveer de grootte heeft van een golfbal, vooraan in de rechterhersenhelft van de patiënt. Dat is alles. Je kijkt naar beneden. Jammer genoeg ziet alles er hetzelfde uit. Hersenweefsel en kankerweefsel zien er identiek uit. Dus steek je er je duim in. Je begint wat te drukken op de hersenen, want tumoren zijn gewoonlijk wat harder, stijver. Dus zoek je wat, tot je denkt: dit hier lijkt wel een tumor. Je haalt je mes tevoorschijn en snijdt de tumor weg, stukje voor stukje. Zodra je de tumor hebt verwijderd, denk je bij jezelf: "Nu ben ik klaar. Ik heb alles verwijderd." Op dit moment, als alles... Alles klonk zeer gek tot dusver. Nu moet je de moeilijkste beslissing uit je leven nemen. Nu moet je beslissen of je hier stopt en de patiënt zo naar huis stuurt, en het risico loopt dat er nog kankercellen achterblijven die je niet gezien hebt, of dat je een reserve inbouwt, meestal zo'n duimbreedte rondom de tumor, om zeker te zijn dat je alles hebt weggenomen. Dat is geen makkelijke beslissing. Jammer genoeg is dat de beslissing die hersenchirurgen iedere dag moeten nemen als ze hun patiënt onderzoeken. Ik sprak m'n vrienden van het labo eens en zei: "Er moet toch een betere manier bestaan." Niet zoals jullie dat zouden doen. Maar er moet daar een betere manier zijn. Dat kan niet anders. En dus bekeken we alles opnieuw. Herinner je nog die PET-scans van daarjuist en de suiker? In plaats van kleine suikermoleculen wilden we zeer kleine deeltjes goud gebruiken, die we zouden programmeren met wat chemie uit hun omgeving. We programmeren ze om te zoeken naar kankercellen. Daarna injecteren we deze goudpartikels met miljarden in onze patiënten. Het goud reist het hele lichaam af. En net als geheime agenten volgen ze elke cel in ons lichaam. Ze kloppen aan bij de kankercel en vragen of het een kankercel is of een gezonde cel. Als de cel gezond is, gaan ze verder. Als het een kankercel is, blijven ze eraan plakken en vertellen ze ons waar ze zitten. We kunnen ze volgen dankzij vernuftige camera's, ontwikkeld in ons labo. Eens we ze gespot hebben, kunnen we chirurgen tonen hoe de kanker weg te nemen, zonder het gezonde weefsel te beschadigen. We hebben dit getest en het werkte zeer goed. Ik ga jullie nu 'n voorbeeld tonen. Jullie zien hier een beeld van muizenhersenen. We hebben in de hersenen van deze muis een kleine tumor ingeplant die nu in die hersenen aan het groeien zijn. We vroegen een dokter om de muis te opereren alsof het een patiënt was, en de tumor deeltje voor deeltje weg te nemen. Terwijl hij dat aan het doen was, namen wij foto's om te kijken waar de gouddeeltjes waren. We begonnen door eerst gouddeeltjes in te spuiten bij de muis. Uiterst links op de afbeelding, aan de onderkant zien we waar de gouddeeltjes zich bevinden. Het leuke was dat de gouddeeltjes helemaal tot aan de tumor geraakt zijn. Ze tonen ons waar de tumor zich bevindt. Nu kunnen we de tumor zien. Maar we toonden het nog niet aan de dokter. We vroegen hem eerst om de kanker weg te snijden. Je ziet dat de dokter eerst het eerste kwadrant van de tumor wegnam. Dat deel ontbreekt hier. Daarna nam hij het tweede en derde kwadrant weg. En dat leek alles te zijn. Op dat moment zei de dokter ons dat zijn werk erop zat. Kon hij nog iets doen? Moest hij alles laten als het was of moest hij een marge inbouwen? We vroegen hem: "Wacht 's... U heeft twee plekjes gemist. In plaats van marges te nemen, moet u die kleine zones wegnemen. Neem ze weg, en laten we dan 's kijken." Dus nam de dokter ze weg en kijk eens aan... Nu was de kanker volledig verdwenen. Het belangrijke is dat de kanker niet alleen volledig verwijderd is uit deze persoon, of deze muis. Het belangrijke is dat we geen gezonde delen hebben moeten wegnemen tijdens de operatie. Kun jij je 'n wereld inbeelden waar dokters en chirurgen die tumors wegnemen, juist genoeg wegnemen en niet langer hoeven te gissen? Daarom is het belangrijk om de tumors helemaal weg te halen. Die restjes tumor, ook al zijn het slechts enkele cellen, groeien anders uit tot tumoren. Anders komt de tumor terug. Daardoor mislukt uiteindelijk 80 tot 90% van hersenkankeroperaties. Omwille van die kleine marges die men neemt, de kleine stukjes tumor die men laat steken. Dat is allemaal wel leuk, maar ik wil jullie vertellen hoe het nu verder moet. In mijn labo aan Stanford vragen mijn student en ik ons af waar we nu aan zouden moeten werken. Ik denk dat de medische beeldvorming moet in staat zijn om binnenin het menselijk lichaam te kijken en iedere cel apart te onderzoeken. Hierdoor zouden we in staat zijn om tumoren veel vroeger te ontdekken. Lang voordat het honderd miljoen cellen groot is, zodat we nog wat kunnen doen. Dan kunnen we naar elke cel individueel kijken. En nuttige vragen stellen. In het labo komen we nu op het punt dat we deze kankercellen echte vragen kunnen stellen. Of ze reageren op de behandeling die we geven, bijvoorbeeld. Zo niet dan kunnen we onmiddellijk met de behandeling stoppen, na enkele dagen, en niet maanden. Patiënten zoals Ehud zullen dan niet meer die vreselijke chemotherapie moeten ondergaan of moeten lijden onder de verschrikkelijke neveneffecten van deze medicijnen als die medicijnen niet eens helpen. Laten we eerlijk zijn... We staan nog zeer ver van een overwinning tegen kanker, als we realistisch zijn. Maar ik ben hoopvol dat we deze oorlog het best kunnen vechten met een betere medische beeldvorming, op 'n verstandigere manier. Dankjewel. (Applaus)