In 1956 won een documentaire van Jacques Cousteau zowel de Palme d'Or als een Oscar. Deze film heette 'Le monde du silence' of 'De wereld der stilte'. Het uitgangspunt van de titel was dat de onderwaterwereld een stille wereld was. We weten nu, 60 jaar later, dat de onderwaterwereld allesbehalve stil is. Hoewel de geluiden boven water onhoorbaar zijn, afhankelijk van waar je bent en de tijd van het jaar, kan het onderwaterwereld 'soundscape' even lawaaierig zijn als elke jungle of regenwoud. Ongewervelde dieren zoals pistoolgarnalen, vissen en zeezoogdieren gebruiken allemaal geluid. Zij gebruiken geluid om hun habitat te verkennen, met elkaar in verbinding te blijven, te navigeren en roofdieren en prooi op te sporen. Ze gebruiken ook geluid door te luisteren om iets over hun omgeving te vernemen. Neem bijvoorbeeld het noordpoolgebied. Het wordt beschouwd als één grote, onherbergzame plek, soms omschreven als een woestijn omdat het zo koud, zo afgelegen en voor een groot deel van het jaar met ijs bedekt is. Ondanks dit is er geen plek op Aarde waar ik liever ben dan in het noordpoolgebied. Vooral als de dagen lengen en de lente komt. Voor mij belichaamt het noordpoolgebied echt dit onderscheid tussen wat we zien aan de oppervlakte en wat er onder water aan de hand is. Je kunt uitkijken over het ijs -- helemaal wit en blauw en koud -- en niets zien. Maar als je onder water kon horen, zouden die geluiden je eerst verbazen en dan verrukken. Terwijl je ogen alleen maar kilometers ijs zien, vertellen je oren je dat daar Groenlandse en beluga walvissen, walrussen en baardrobben vertoeven. Ook het ijs maakt geluiden. Het krijst en scheurt en knalt en kreunt als het botst en schuurt, als de temperatuur, de stroming of de winden veranderen. En onder die 100% zee-ijs, in het holst van de winter, zingen Groenlandse walvissen. Je zou dat nooit verwachten omdat wij mensen erg visuele dieren zijn. Voor bijna iedereen bepaalt het zicht hoe we navigeren in onze wereld. Voor zeezoogdieren die onder water leven, waar chemische signalen en licht slecht doorkomen, is geluid het zintuig waarmee ze zien. Geluid plant zich zeer goed voort onder water, veel beter dan in de lucht, zodat signalen kunnen worden gehoord over grote afstanden. In het noordpoolgebied is dit vooral belangrijk, want niet alleen moeten arctische zeezoogdieren elkaar kunnen horen, maar ook naar signalen in het milieu luisteren zoals of ze op ijs of op open water afstevenen. Hoewel ze het grootste deel van hun leven onder water doorbrengen, zijn het zoogdieren en moeten ze bovenkomen om te ademen. Ze kunnen luisteren naar plaatsen met dun ijs of zonder ijs of luisteren naar de echo's van ijs uit de omgeving. Arctische zeezoogdieren leven in een rijk en gevarieerd onderwatersoundscape. In het voorjaar kan het een kakofonie van geluiden zijn. (Zoem-, suis-, piep-, fluit- en jammerklanken) Maar wanneer het ijs rotsvast gevroren is en er geen grote temperatuur- of stromingsveranderingen zijn, is de arctische onderwaterwereld een van de stilste zeeën ter wereld. Dat is echter aan het veranderen. Klimaatverandering en vermindering van zee-ijs veranderen ook het onderwaterwereld soundscape van het noordpoolgebied, wat een direct gevolg is van de uitstoot van menselijke broeikasgassen. Met de klimaatverandering voeren we een volledig ongecontroleerd experiment uit op onze planeet. In de afgelopen 30 jaar zien stukken van het noordpoolgebeid dalingen in seizoensgebonden zee-ijs van zes weken tot vier maanden. Deze afname in zee-ijs wordt soms een toename van het open-waterseizoen genoemd, dat is de tijd van het jaar waarin het noordpoolgebied bevaarbaar is voor schepen. Niet alleen verandert de uitgestrektheid van het ijs, maar ook de leeftijd en de dikte van het ijs. Je kan hebben gehoord dat een afname van het seizoensgebonden zee-ijs verlies van habitat veroorzaakt voor dieren die afhankelijk zijn van zee-ijs zoals ijszeehonden, walrussen of ijsberen. Afnemend zee-ijs veroorzaakt ook toenemende erosie langs kustdorpen en veranderende prooibeschikbaarheid voor zeevogels en zoogdieren. Klimaatverandering en daling van zee-ijs veranderen ook het onderwaterwereld soundscape van het noordpoolgebied. Wat bedoel ik met soundscape? Wie de zeeën beluistert voor zijn werk gebruikt hydrofoons, onderwatermicrofoons. Wij registreren omgevingsgeluid, het geluid overal om ons heen. Het soundscape beschrijft de verschillende bijdragers aan dit geluidsveld. Wat we horen via onze hydrofoons zijn de echte geluiden van de klimaatverandering. We horen deze veranderingen uit drie gebieden: uit de lucht, uit het water en van het land. Ten eerste: de lucht. Wind op het water zorgt voor golven. Deze golven maken bellen, die bellen breken. Als ze dat doen, maken ze lawaai en dit geluid is als ruis of gekraak op de achtergrond. Wanneer het noordpoolgebied met ijs bedekt is, raakt het grootste deel van het lawaai van de wind niet tot in de waterkolom omdat het ijs fungeert als een buffer tussen de atmosfeer en het water. Dit is één van de redenen waarom het noordpoolgebied zeer lage omgevingsgeluidniveaus kan hebben. Maar met dalingen van seizoensgebonden zee-ijs is niet alleen het noordpoolgebied nu open voor dit golflawaai, maar het aantal stormen en hun intensiteit in het noordpoolgebied zijn toegenomen. Dit alles verhoogt het geluidsniveau in een eerder rustige oceaan. Ten tweede: water. Met minder seizoensgebonden zee-ijs verhuizen sub-arctische soorten naar het noorden en profiteren van een nieuwe habitat door meer open water. Arctische walvissen, zoals deze Groenlandse walvis, hebben geen rugvin. want ze zijn geëvolueerd om te leven en te zwemmen in met ijs bedekte wateren. Iets uit je rug hebben steken is niet zeer bevorderlijk voor het migreren door het ijs en kan dieren van het ijs weghouden. Maar nu horen we overal de geluiden van gewone vinvissen, bultruggen en orka's, verder en verder naar het noorden en later en later in het seizoen. We horen in wezen een invasie van het noordpoolgebied door sub-arctische soorten, en we weten niet wat dit betekent. Zal er concurrentie voor voedsel komen tussen arctische en sub-arctische dieren? Gaan deze sub-arctische soorten ziekten en parasieten introduceren in het noordpoolgebied? Hoe beïnvloeden de nieuwe geluiden die ze produceren het onderwatersoundscape? Ten derde: het land. Met land bedoel ik mensen. Meer open water betekent meer menselijk gebruik van het noordpoolgebied. Alleen al deze afgelopen zomer baande een enorm cruiseschip zijn weg door de Noordwestelijke Passage, de eens mythische route tussen Europa en de Stille Oceaan. Dalingen van het zee-ijs lieten de mens toe om het noordpoolgebied vaker te bezoeken. Het maakte de olie- en gasexploratie en -winning mogelijk, en ook de commerciële scheepvaart, alsmede een toename van het toerisme. We weten nu dat lawaai van schepen het niveau van stresshormonen van walvissen verhoogt en hun voedingsgedrag kan verstoren. Luchtgeweren voor seismisch onderzoek, die elke 10 tot 20 seconden luide, laag frequente 'woemp'-geluiden produceren, veranderen het zwemmen en het vocale gedrag van walvissen. Al deze geluidsbronnen verminderen de akoestische afstand waarover arctische zeezoogdieren kunnen communiceren. Arctische zeezoogdieren zijn gewend aan zeer hoge geluidsniveaus op bepaalde tijden van het jaar, maar in de eerste plaats van andere dieren of van het zee-ijs. Dat zijn de geluiden waarmee ze zijn geëvolueerd en die van vitaal belang voor hun overlevingskansen zijn. Die nieuwe geluiden zijn luid en vreemd. Ze kunnen invloed hebben op het milieu op een manier die we denken te begrijpen, maar ook op manieren die wij niet begrijpen. Vergeet niet dat het gehoor het belangrijkste zintuig voor deze dieren is. Niet alleen de fysieke habitat van het noordpoolgebied verandert snel, maar de akoestische habitat ook. Het is alsof we deze dieren weg plukten van het rustige platteland en ze in het midden van de spits in een grote stad dropten. Ze kunnen er niet aan ontsnappen. Wat kunnen we eraan doen? Windsnelheden kunnen we niet verminderen of sub-arctische dieren tegenhouden naar het noorden te migreren, maar we kunnen werken aan lokale oplossingen om door mensen veroorzaakt onderwatergeluid te verminderen. Een van deze oplossingen is het vertragen van schepen die het noordpoolgebied doorkruisen, want een langzamer schip is een rustiger schip. We kunnen de toegang in de seizoenen en regio's beperken die belangrijk zijn voor de paring, de voeding of het migreren. We kunnen betere methodes vinden om schepen stiller te maken en naar betere manieren zoeken om de oceaanbodem te verkennen. Het goede nieuws is dat er nu mensen aan werken. Maar uiteindelijk moeten wij mensen de moeilijke taak volbrengen van het omkeren, of op zijn minst vertragen, van door mensen veroorzaakte atmosferische veranderingen. Laten we terugkeren naar het idee van een stille wereld onder water. Het is heel goed mogelijk dat veel van de walvissen die vandaag in het noordpoolgebied zwemmen, met name langlevende soorten zoals de Groenlandse walvis -- de Inuit zeggen dat hij tweemaal zo oud kan worden als een mens -- dat deze walvissen in 1956 in leven waren toen Jacques Cousteau zijn film maakte. Achteraf gezien, met al het lawaai dat wij vandaag in de zee maken, was het misschien toch wel 'De wereld der stilte'. Dank je. (Applaus)