In 2011
brak iemand in
bij het kantoor van mijn zus
aan de universiteit in Nigeria
waar ze les gaf.
Gelukkig werd de persoon gevonden,
gearresteerd en aangeklaagd
voor de rechter.
Toen ik in de rechtbank kwam,
zegden de griffiers die waren toegewezen
aan het geval van mijn zus,
dat zij het papierwerk
niet konden verwerken
tenzij ze een steekpenning betaalde.
In eerste instantie dacht zij
dat ze haar in het ootje wilden nemen.
Maar toen besefte ze dat het ernst was.
Ze was woedend.
Bedenk: hier stond ze,
een recent slachtoffer van een misdrijf,
bij de mensen die verondersteld
werden haar te helpen
en ze eisten smeergeld.
Dat is slechts één van de vele manieren
waarop corruptie impact heeft
op miljoenen mensen in mijn land.
Toen ik opgroeide in Nigeria
vond je corruptie in vrijwel
elk onderdeel van de samenleving.
Verhalen over politici
die miljoenen dollars verduisterden,
waren heel gewoon.
Politieagenten die geld stalen
of geld afpersten
van hardwerkende gewone mensen
was de dagelijkse praktijk.
Het voelde alsof er nooit
plaats zou zijn voor ontwikkeling
zolang de corruptie bleef.
Maar in de afgelopen paar jaar,
in mijn onderzoek naar
innovatie en welvaart,
leerde ik dat de corruptie
eigenlijk niet het probleem was
dat onze ontwikkeling belemmerde.
In feite is het conventionele
denken over corruptie
en haar relatie tot ontwikkeling
niet alleen verkeerd,
maar het houdt veel arme landen terug.
Het denken gaat als volgt:
in een samenleving
die slecht en corrupt is,
is onze beste kans
op het verminderen van de corruptie
goede wetten te maken,
ze goed af te dwingen,
en dit zal leiden
tot ontwikkeling en innovatie.
Op papier klopt het wel
en daarom investeren veel regeringen
en ontwikkelingsorganisaties
jaarlijks miljarden dollars
in institutionele hervormingen
en anti-corruptie-programma's.
Maar veel van deze programma's
verminderen de corruptie niet,
omdat het andersom werkt.
Samenleving ontwikkelen zich niet
omdat ze corruptie terugdringen.
Ze kunnen de corruptie terugdringen
omdat ze zich hebben ontwikkeld.
En samenlevingen ontwikkelen zich
door investeringen in innovatie.
Eerst dacht ik dat dit onmogelijk was.
Waarom zou iemand bij zijn volle verstand
investeren in een samenleving
waar het oppervlakkig gezien
een vreselijke plek lijkt
om zaken te doen?
Je weet wel, een samenleving
waar politici corrupt zijn
en consumenten arm.
Maar hoe meer ik leerde
over de relatie tussen
innovatie en corruptie,
hoe meer ik de dingen
anders begon te zien.
Zo werkte dit in sub-Saharaans Afrika
toen het gebied begon
met zijn telecommunicatie-industrie.
In de late jaren 90
hadden minder dan 5% mensen in Afrika
bezuiden de Sahara telefoons.
In Nigeria woonden bijvoorbeeld
meer dan 110 miljoen mensen,
maar er waren nog geen half miljoen
telefoons in het hele land.
Deze schaarste wakkerde wijdverspreide
corruptie aan in de industrie.
Ambtenaren die voor
de staatstelefoonbedrijven werkten,
eisten steekpenningen
van mensen die telefoons wilden.
De meeste mensen konden zich
geen steekpenningen veroorloven,
dus waren er alleen
telefoons voor de rijken.
Toen besloot de ondernemer Mo Ibrahim
een telecommunicatiebedrijf op te richten
op het continent.
Toen hij zijn collega's vertelde
over zijn idee, lachten ze hem uit.
Maar Mo Ibrahim
liet zich niet afschrikken.
In 1998 richtte hij Celtel op.
Het bedrijf verstrekte betaalbare
mobiele telefoons en mobiele service
voor miljoenen Afrikanen,
en wel in sommige van de armste
en meest corrupte landen in de regio --
ik bedoel landen zoals Congo, Malawi,
Sierra Leone en Oeganda.
In ons onderzoek noemen we
wat Mo Ibrahim oprichtte
een ‘markt-creërende innovatie’.
Markt-creërende innovaties transformeren
ingewikkelde en dure producten
in eenvoudige en betaalbare producten,
zodat veel meer mensen in de samenleving
ze kunnen kopen.
In dit geval waren telefoons duur
voordat Celtel ze veel goedkoper maakte.
Toen andere investeerders --
collega's van hem eigenlijk --
zagen dat het mogelijk was
om een succesvol mobiele-telefoonbedrijf
op het continent op te richten,
investeerden ze er miljarden dollars in.
Dit leidde tot een aanzienlijke
groei in de industrie.
Vanaf bijna niets in 2000,
heeft vandaag bijna elk Afrikaans land
een bloeiende mobiele-
telecommunicatie-industrie.
De sector ondersteunt nu
bijna een miljard telefoonaansluitingen,
creëerde bijna vier miljoen banen
en genereert miljarden dollars
aan belastingen per jaar.
Dit zijn belastingen die de overheid
nu kan herinvesteren in de economie
om hun instellingen uit te bouwen.
En nu komt het:
omdat de meeste mensen geen openbare
ambtenaren meer moeten omkopen
om een telefoon te krijgen,
is de corruptie verminderd --
in ieder geval in deze tak dan toch.
Als Mo Ibrahim had gewacht
totdat de corruptie was verdwenen
in heel sub-Saharaans Afrika
voordat hij investeerde,
zou hij vandaag nog steeds wachten.
De meeste mensen die zich bezighouden
met corruptie weten wel dat het niet mag.
Ik bedoel, de ambtenaren
die steekpenningen eisten van mensen
voor telefoons
en de mensen die
de steekpenningen betaalden --
wisten dat ze de wet overtraden.
Maar ze deden het toch.
De vraag is: waarom?
Het antwoord?
Schaarste.
Als mensen kunnen profiteren
van toegang tot iets dat schaars is,
maakt dat corruptie aantrekkelijk.
In arme landen klagen we
veel over corrupte politici
die staatsfondsen verduisteren.
Maar in veel van die landen,
zijn economische kansen schaars
en wordt corruptie dus
een aantrekkelijke manier
om rijkdom te vergaren.
We klagen ook over ambtenaren,
zoals politieagenten,
die geld afpersen van de gewone
hardwerkende burger.
Maar de meeste ambtenaren
zijn schromelijk onderbetaald
en komen nauwelijks rond.
Dus zijn voor hen afpersing of corruptie
een goede manier om de kost te verdienen.
Weet je, dit fenomeen speelt
ook in de rijke landen.
Wanneer rijke ouders een universiteit
steekpenningen betalen --
(Gelach)
Wanneer rijke ouders een universiteit
steekpenningen betalen
zodat hun kinderen toegang kunnen krijgen
tot elite hogescholen,
dan zijn de omstandigheden verschillend,
maar het principe is hetzelfde.
Ik bedoel dat de toegang
tot een elite universiteit schaars is
en dus wordt omkoping aantrekkelijk.
Nu is het zo
dat ik niet wil zeggen dat er geen dingen
schaars mogen zijn in de maatschappij
of dingen niet speciaal mogen zijn.
Ik probeer alleen maar uit te leggen
wat de relatie is
tussen corruptie en schaarste.
In de meeste arme landen zijn
veel te veel fundamentele dingen schaars.
Ik bedoel dingen zoals voedsel,
opleiding,
gezondheidszorg,
economische kansen,
banen.
Dat schept de perfecte voedingsbodem
om corruptie te laten renderen.
Op geen enkele manier verschoont
dit echter corrupt gedrag.
Het helpt ons alleen
om het een beetje beter te begrijpen.
Investeren in bedrijven
die dingen betaalbaar maken
en toegankelijk voor zo veel meer mensen,
pakt die schaarste aan
en creëert overheidsinkomsten
om te herinvesteren in hun economieën.
Als dat gebeurt op landelijk niveau,
kan het voor een land
een revolutie betekenen.
Denk aan de gevolgen in Zuid-Korea.
In de jaren 50
was Zuid-Korea een straatarm land,
en ook zeer corrupt.
Het land werd geregeerd
door een autoritaire regering
en was betrokken
bij omkoping en verduistering.
In feite zegden economen toen
dat Zuid-Korea gevangen zat in armoede
en ze noemden het
‘een economisch hopeloos geval’.
De instellingen van Zuid-Korea,
zelfs nog in de jaren 80,
stonden toen op gelijke voet
met enkele van de armste
en meest corrupte Afrikaanse landen.
Maar toen bedrijven
als Samsung, Kia, Hyundai
investeerden in innovaties
die de zaken veel betaalbaarder maakten
voor zo veel meer mensen,
werd Zuid-Korea uiteindelijk voorspoedig.
Terwijl het land voorspoedig werd,
kon het de overstap maken
van een autoritaire regering
naar een democratische regering
en herinvesteren
in de opbouw van haar instellingen.
Dit heeft enorme vruchten afgeworpen.
Zo werd bijvoorbeeld in 2018
Zuid-Korea's president
veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf
wegens beschuldigingen van corruptie.
Dit kon decennia geleden
nooit zijn gebeurd toen het land arm was
en geregeerd werd
door een autoritaire overheid.
In feite zien we dat
de meest welvarende landen vandaag
de corruptie konden verminderen
nadat ze welvarend werden --
niet ervoor.
Wat moeten we daaruit besluiten?
Ik weet dat het
misschien klinkt alsof ik zeg
dat we corruptie gewoon moeten negeren.
Dat is helemaal niet wat ik zeg.
Wat ik echter voorstel
is dat corruptie, in het bijzonder
voor de meeste mensen in arme landen,
een alternatief is.
Het is een hulpprogramma
op een plaats waar er weinig
betere opties zijn
om een probleem op te lossen.
Investeren in innovaties
die producten veel goedkoper maken
voor veel mensen,
bestrijdt niet alleen die schaarste,
maar creëert een duurzame
bron van inkomsten
voor overheden om te herinvesteren
in de economie
om hun instellingen te versterken.
Dit is het kritieke ontbrekende stukje
in de economische ontwikkelingspuzzel
die ons uiteindelijk zal helpen
om de corruptie terug te dringen.
Weet je, ik verloor de hoop
in Nigeria toen ik 16 was.
In sommige opzichten ging het land
er eigenlijk op achteruit.
Bovenop de wijdverspreide armoede
en endemische corruptie
heeft Nigeria nu af te rekenen
met terroristische organisaties
zoals Boko Haram.
Maar op de een of andere manier
ben ik vandaag hoopvoller over Nigeria
dan ik ooit eerder was.
Als ik organisaties
zie investeren in innovaties
die banen creëren voor de mensen
en dingen betaalbaar maken --
ik bedoel organisaties
zoals Lifestores Pharmacy,
die geneesmiddelen betaalbaarder maken;
of Metro Afrika Xpress,
dat de schaarste
van de distributie en logistiek
voor veel kleine bedrijven aanpakt;
of Andela dat economische kansen
voor software-ontwikkelaars creëert --
ben ik optimistisch voor de toekomst.
Ik hoop dat jullie dat ook zijn.
Dank je.
(Applaus)