Ik vind het geweldig om jullie te spreken via deze hightech methode. Van alle mensen die ooit hebben geleefd, zou de overgrote meerderheid onbegrijpelijk hebben gevonden wat we hier aan het doen zijn. Want duizenden eeuwen lang, in de donkere tijd voor de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting, hadden mensen lage verwachtingen - voor hun leven, voor het leven van hun nakomelingen. In feite verwachtten ze dat er nooit iets wezenlijk nieuws of beters verwezenlijkt zou kunnen worden. Dit pessimisme valt al op in de Bijbel, in een van de weinige Bijbelse passages met een genoemde auteur. Hij heet Qohelet en is een raadselachtige figuur. Hij schreef: "Wat was, is wat zal zijn, en wat gedaan is, is wat er zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon." Is er iets waarvan men zegt: "Kijk, dit is nieuw"? Nee, dat was al gedaan in de eeuwen die voor ons kwamen. Qohelet beschreef een wereld zonder vernieuwing. Met vernieuwing bedoel ik iets nieuws in de zin van Qohelet, niet alleen iets dat is veranderd, maar een significante verandering met blijvende gevolgen, waarvan mensen echt zouden zeggen: "Kijk, dit is nieuw" en liefst ook ‘goed’. Puur willekeurige veranderingen zijn dus geen vernieuwing. OK, Heraclitus zei wel dat een mens geen twee keer in dezelfde rivier kan stappen, want het is niet dezelfde rivier en hij is niet dezelfde man. Maar als de rivier willekeurig verandert, is het echt wel dezelfde rivier. Als echter een idee in een geest zich verspreidt naar andere geesten en levens voor generaties verandert, dan is dat vernieuwing. Menselijk leven zonder vernieuwing is leven zonder creativiteit, zonder vooruitgang. Het is een statische maatschappij, een nulsomspel. Dat was de levende hel waarin Qohelet leefde, zoals als iedereen, tot een paar eeuwen geleden. Het was een hel, want voor de mens is lijden nauw gerelateerd aan stilstaan. Omdat stilstaan meer is dan alleen maar frustrerend. Alle bronnen van lijden -- honger, pandemieën, inkomende asteroïden en dingen als oorlog en slavernij -- kwetsen mensen alleen maar tot we de kennis hebben gecreëerd om ze te voorkomen. Er is een verhaal in Somerset Maugham's roman ‘Gekluisterde levens’ over een oude, wijze man die de hele geschiedenis van de mensheid als volgt samenvat: "Hij werd geboren, hij leed en hij stierf." En het gaat verder: "Het leven was onbeduidend en de dood zonder gevolgen." En inderdaad, de overgrote meerderheid van de mensen die ooit hebben geleefd hadden levens vol lijden en slopende arbeid, alvorens jong en in doodsangst te sterven. En ja, in de meeste generaties had niets enige nieuwe consequentie voor de volgende generaties. En toch probeerden de vroegere mensen om hun toestand te verklaren. En ze deden dat meestal in grandioze kosmische termen. Dat was de juiste manier, zo blijkt, al hun waren verklaringen, hun mythen, grotendeels vals. Sommigen probeerden een verklaring te vinden voor de ontberingen en monotonie van hun wereld in termen van een eindeloze kosmische strijd tussen goed en kwaad, waarin mensen het slagveld waren - wat netjes uitlegde waarom hun eigen ervaring zo vol lijden was en waarom er nooit vooruitgang kwam. Maar het was niet waar. Verbazingwekkend genoeg was al hun conflict en lijden alleen te wijten aan de manier waarop zij met ideeën omgingen. Ze waren tevreden met dogma's en ad-hoc verhalen, in plaats van ze te bekritiseren en te zoeken naar een betere uitleg voor de wereld en hun eigen toestand. De twintigste-eeuwse natuurkunde kwam met betere verklaringen, maar nog steeds in termen van een kosmische oorlog. Dit keer waren de strijders orde en chaos, of entropie. Dat verhaal houdt echter hoop voor de toekomst in. Maar op een andere manier is het nog somberder dan de oude mythen, omdat de schurk, entropie, voorbestemd is om de uiteindelijke overwinning te behalen, wanneer de onverbiddelijke wetten van de thermodynamica alle vernieuwing zullen stilleggen door de zogenaamde warmtedood van het universum. Op dit moment is er een verhaal gaande van een lokale strijd in die oorlog, tussen duurzaamheid, die orde is, en verspilling, die chaos is -- dat is de eigentijdse kijk op goed en kwaad, vaak met de bijgedachte dat de mens het kwaad is en dat we dus ook niet moeten proberen te winnen. En onlangs waren er verhalen van een andere kosmische oorlog, tussen zwaartekracht, waarbij het universum instort, en donkere energie, die het uiteindelijk uit elkaar drijft. Dit keer, welke van die kosmische krachten ook wint, verliezen wij. Al die pessimistische verhalen over de menselijke conditie bevatten een kern van waarheid, maar als profetieën zijn ze allemaal misleidend, en allemaal om dezelfde reden: geen van hen portretteert mensen als wat we werkelijk zijn. Zoals Jacob Bronowski zei: "De mens is geen figuur in het landschap -- hij is de vormgever van het landschap." Met andere woorden, mensen zijn geen speelbal van kosmische krachten, wij zijn gebruikers van kosmische krachten. Ik zal er straks meer over zeggen, maar eerst: wat voor soort dingen creëren vernieuwing? Het begin van het universum deed dat zeker. De big bang, bijna 14 miljard jaar geleden, creëerde ruimte, tijd en energie, alle fysische dingen. En dan, onmiddellijk erna, wat ik het eerste tijdperk van vernieuwing noem, met het eerste atoom, de eerste ster, het eerste zwarte gat, het eerste sterrenstelsel. Maar dan, op een gegeven moment, verdween vernieuwing uit het universum. Misschien zo vroeg al als 12 of 13 miljard jaar geleden, ontstond er tot op de dag van vandaag nooit een nieuw soort astronomisch object. Er was alleen wat ik de grote monotonie noem. Dus had Qohelet bij toeval nog meer gelijk over het heelal buiten de zon dan hij had onder de zon. Zolang de grote monotonie duurde, was wat er was echt wat er zal zijn. En er is daar niets waarvan echt gezegd kon worden: "Kijk, dit is nieuw." Niettemin was er op een gegeven moment tijdens de grote monotonie een gebeurtenis -- toen zonder enig effect en zelfs miljarden jaren later nog had het niet het minste effect buiten zijn eigen planeet -- maar uiteindelijk kon het een kosmisch gedenkwaardige vernieuwing veroorzaken. Die gebeurtenis was de oorsprong van het leven: het creëren van de eerste genetische kennis, coderen voor biologische aanpassingen, coderen voor vernieuwing. Het veranderde het aardoppervlak helemaal. Genen in het DNA van eencellige organismen zetten zuurstof vrij in de lucht, absorbeerden CO2, staken krijt en ijzererts in de grond, bijna geen kubieke centimeter van het oppervlak tot op zekere diepte bleef onaangetast door deze genen. De aarde werd, zo niet een nieuwe plaats op de kosmische schaal, dan toch wel een zeer eigenaardige. Een voorbeeld: buiten de aarde zijn slechts en paar 100 verschillende chemische stoffen aangetroffen. Vermoedelijk zijn er nog wat meer op levenloze plaatsen, maar op aarde creëerde de evolutie miljarden verschillende soorten chemicaliën. En dan de eerste planten, dieren, en later, bij een vooroudersoort van ons, verklarende kennis. Voor de eerste keer in het universum, voor zover wij weten. Verklarende kennis is de bepalende aanpassing van onze soort. Ze verschilt van niet-verklarende kennis, in DNA bijvoorbeeld, door universeel te zijn. Dat wil zeggen: wat kan worden begrepen, kan worden begrepen door middel van verklarende kennis. En daarenboven kan elk fysisch proces worden geregeld door dergelijke kennis, alleen beperkt door de wetten van de fysica. En dus begon ook verklarende kennis het aardoppervlak te transformeren. En binnenkort zal de Aarde het enige bekende object in het heelal zijn dat inkomende asteroïden kan afwenden in plaats van ze aan te trekken. Qohelet werd begrijpelijkerwijs misleid door de pijnlijke traagheid van de vooruitgang in zijn tijd. Vernieuwing in het menselijk leven was nog te zeldzaam, te geleidelijk, om opgemerkt te worden in één generatie. In de biosfeer was de evolutie van nieuwe soorten nog langzamer. Maar beide dingen gebeurden. Waarom is er nu zo een grote monotonie in het heelal in het algemeen en wat liet onze planeet deze trend doorbreken? Nou, het heelal als geheel is relatief eenvoudig. Sterren zijn zo eenvoudig dat we hun gedrag kunnen voorspellen miljarden jaren in de toekomst en kunnen uitvissen hoe ze miljarden jaren geleden gevormd werden. Waarom is het heelal eenvoudig? Het is feitelijk omdat grote, massieve, machtige dingen mindere dingen sterk beïnvloeden, en niet vice versa. Ik noem dat de hiërarchieregel. Bijvoorbeeld, wanneer een komeet de zon treft, doet de zon verder als vanouds, maar de komeet verdampt. Om dezelfde reden worden grote dingen niet erg beïnvloed door kleine delen van zichzelf, dat wil zeggen door details. Dat betekent dat hun algemene gedrag simpel is. Aangezien geen erg nieuwe dingen kunnen gebeuren met zaken die simpel blijven, heeft de hiërarchieregel door die grootschalige eenvoud de grote monotonie veroorzaakt . Maar de redding is dat die hiërarchieregel geen natuurwet is. Hij gold gewoon tot nu toe in het heelal, behalve hier. In onze biosfeer controleren molecuulgrote objecten, genen, enorm veel onevenredige middelen. De eerste genen voor fotosynthese: doordat ze hun eigen proliferatie veroorzaakten en vervolgens het oppervlak van de planeet transformeerden, schonden of keerden ze de hiërarchieregel om met een adembenemende factor van 10 tot de macht 40. Verklarende kennis is in potentie veel krachtiger door de universaliteit en sneller gecreëerd. Als menselijke kennis een factor 10 tot de 40e heeft bereikt, zal ze vrijwel de hele Melkweg besturen en verder kijken. Dus zijn mensen en alle andere makers van verklarende kennis die eventueel daarbuiten bestaan de ultieme oorzaken van vernieuwing in het heelal. Wij zijn de reden en het middel door welke vernieuwing en creativiteit en kennis en vooruitgang, objectieve, grootschalige fysieke effecten kunnen hebben. Vanuit menselijk perspectief is het enige alternatief van die levende hel van statische samenlevingen de voortdurende creatie van nieuwe ideeën, gedrag, nieuwe soorten objecten. Deze robot zal snel achterhaald zijn door nieuwe verklarende kennis, vooruitgang. Maar vanuit kosmisch perspectief is verklarende kennis de aartsvijand van de hiërarchieregel. Ze is de vernietiger van de grote monotonie. Ze is de schepper van het volgende kosmologische tijdperk, het Anthropoceen. Als er sprake is van een kosmische oorlog, is het niet degene die wordt afgebeeld in die pessimistische verhalen. Het is een oorlog tussen monotonie en vernieuwing, tussen stasis en creativiteit. En in deze oorlog is onze kant niet voorbestemd om te verliezen. Als we ervoor kiezen om onze unieke capaciteit te gebruiken om verklarende kennis te creëren, zouden we kunnen winnen. Bedankt. (Applaus)