Return to Video

Introductie van de Contante Waarde

  • 0:02 - 0:04
    We zullen nu waarschijnlijk een van de meest nuttige
    financiële concepten leren
  • 0:05 - 0:07
    en dat is de contante waarde.
  • 0:09 - 0:11
    En als je weet wat de contante waarde is
  • 0:11 - 0:12
    dan is het heel eenvoudig om te begrijpen wat
  • 0:12 - 0:15
    de netto contante waarde en de contant gemaakte kasstroom
  • 0:15 - 0:17
    en de interne rentevoet
  • 0:17 - 0:18
    en uiteindelijk zullen we al deze dingen leren.
  • 0:18 - 0:21
    Maar eerst de contante waarde, wat betekent dat?
  • 0:23 - 0:25
    Contante waarde.
  • 0:25 - 0:29
    We gaan een korte opgave doen.
  • 0:29 - 0:33
    Ik zou je vandaag honderd dollar kunnen betalen.
  • 0:33 - 0:37
    Dus we zeggen vandaag
  • 0:37 - 0:42
    betaal ik je honderd dollar.
  • 0:42 - 0:50
    Of -- en dat ligt aan jou -- over een jaar, betaal ik je
  • 0:50 - 0:59
    laten we zeggen over een jaar ga ik je $110 betalen.
  • 0:59 - 1:01
    En mijn vraag aan jou is,
  • 1:01 - 1:03
    en dit is de kern van financiële rekenkunde
  • 1:03 - 1:04
    waarop alles gebaseerd wordt,
  • 1:04 - 1:07
    welke jouw voorkeur heeft?
  • 1:07 - 1:08
    En dit is gegarandeerd.
  • 1:08 - 1:10
    Ik garandeer je, óf ik betaal je vandaag $100 en
  • 1:10 - 1:14
    er is geen risico, zelfs niet als ik overreden wordt of zo.
  • 1:14 - 1:16
    Als de aarde bestaat dan betaal ik je over een jaar $110.
  • 1:21 - 1:24
    Het is gegarandeerd dus er is geen risico.
  • 1:24 - 1:25
    Dus is het alleen een kwestie van
  • 1:25 - 1:28
    $100 vandaag krijgen, in je hand,
  • 1:28 - 1:34
    of met zekerheid over een jaar $110.
  • 1:34 - 1:36
    Dus hoe gaan we deze twee vergelijken?
  • 1:36 - 1:38
    En dat is waar de contante waarde van pas komt.
  • 1:38 - 1:40
    Als er een manier zou zijn om
  • 1:40 - 1:42
    te kunnen zeggen: wat is de $110 die
  • 1:42 - 1:45
    we gegarandeerd krijgen in de toekomst,
  • 1:45 - 1:46
    Wat als we kunnen zeggen wat
  • 1:46 - 1:49
    dat vandaag waard is?
  • 1:49 - 1:52
    Hoeveel is het waard op dit moment?
  • 1:52 - 1:55
    Laten we er even over nadenken.
  • 1:55 - 1:57
    Stel dat je al je geld
  • 1:57 - 2:01
    bijvoorbeeld op de bank kunt zetten.
  • 2:01 - 2:03
    En tegenwoordig neem je dan een beetje risico.
  • 2:03 - 2:05
    Maar stel dat je het bij de veiligste bank van de wereld
    neer kunt zetten.
  • 2:05 - 2:10
    Laten we de schatkamer van de overheid nemen
  • 2:10 - 2:11
    welke als risicovrij worden beschouwd
  • 2:11 - 2:15
    aangezien de overheid, de schatkamer
  • 2:15 - 2:18
    altijd indirect meer geld kan bijdrukken.
  • 2:18 - 2:20
    Op een dag gaan we bezig met aanbod van geld.
  • 2:20 - 2:21
    Maar uiteindelijk heeft
  • 2:21 - 2:23
    overheid de rechten over de drukpersen et cetera.
  • 2:26 - 2:27
    Het is iets ingewikkelder dan dat maar voor dit doel
    gaan we er vanuit dat
  • 2:28 - 2:30
    de schatkamer van de overheid, wat eigenlijk
  • 2:30 - 2:32
    betekent dat jij geld leent aan de overheid,
  • 2:33 - 2:34
    risicovrij is.
  • 2:34 - 2:35
    Dus stel dat
  • 2:35 - 2:36
    jij mij geld kan lenen
  • 2:36 - 2:40
    Stel, ik kan je $100 geven
  • 2:40 - 2:41
    die jij kan investeren
  • 2:41 - 2:45
    tegen 5% risicovrij.
  • 2:45 - 2:49
    Dus jij investeert het tegen 5% risicovrij.
  • 2:49 - 2:52
    En hoeveel is dat dan waard over een jaar?
  • 2:52 - 2:54
    Over een jaar.
  • 2:54 - 2:58
    Dat zou dan $105 worden over een jaar.
  • 2:58 - 3:03
    Laat ik $110 hier even opschrijven.
  • 3:03 - 3:06
    Dus dit is een goede manier om er over na te denken.
  • 3:06 - 3:09
    Jij denkt nu, ok, in plaats van het geld
  • 3:09 - 3:11
    over een jaar van Sal te krijgen
  • 3:11 - 3:13
    en dus $110 dollar te krijgen,
  • 3:13 - 3:16
    Als ik vandaag $100 neem en het ergens risicovrij neerzet
  • 3:16 - 3:19
    zou ik na een jaar $105 hebben.
  • 3:19 - 3:23
    Dus er vanuit gaande dat ik het geld vandaag niet uitgeef,
  • 3:23 - 3:27
    is dit de betere situatie, toch?
  • 3:27 - 3:28
    Als ik het geld vandaag neem en risicovrij
  • 3:28 - 3:30
    investeer tegen 5%, dan houd ik
  • 3:30 - 3:32
    $105 over na een jaar.
  • 3:32 - 3:34
    Echter, als jij me vertelt
  • 3:34 - 3:36
    Sal, geef me het geld na een jaar en geef me dan $110
  • 3:36 - 3:40
    dan houd je meer geld over na een jaar.
  • 3:40 - 3:42
    Je houdt $110 over.
  • 3:42 - 3:44
    En dit is de juiste manier om er over na te denken.
  • 3:44 - 3:48
    En onthoud, alles is risicovrij.
  • 3:48 - 3:51
    Wanneer we beginnen over risico,
  • 3:51 - 3:54
    en we beginnen over verschillende interest percentages en
  • 3:54 - 3:56
    waarschijnlijkheden, maar daar komen we uiteindelijk wel op.
  • 3:56 - 4:01
    Maar ik wil je eerst een makkelijk voorbeeld geven.
  • 4:01 - 4:03
    Dus je hebt al besloten wat je gaat doen.
  • 4:03 - 4:05
    Maar we weten de contante waarde nog niet.
  • 4:05 - 4:07
    Dus in feite,
  • 4:07 - 4:08
    wanneer je deze $100 neemt en je zegt
  • 4:08 - 4:10
    als ik dit uitleen aan de overheid
  • 4:10 - 4:12
    of een risicovrije bank tegen 5%,
  • 4:12 - 4:14
    het over een jaar $105 oplevert.
  • 4:14 - 4:19
    Deze $105 is een manier om het uit te drukken wat de
    waarde is van $100 vandaag over een jaar.
  • 4:25 - 4:26
    Dus wat als we nou de andere kant op rekenen?
  • 4:28 - 4:29
    Als we een bepaalde hoeveelheid geld hebben
  • 4:29 - 4:31
    en we willen weten wat de waarde is op dit moment
  • 4:31 - 4:33
    wat moeten we dan doen?
  • 4:33 - 4:35
    Om van hier tot hier te komen, wat deden we?
  • 4:35 - 4:40
    We namen $100
  • 4:40 - 4:44
    en vermenigvuldigden het met 1+5%.
  • 4:44 - 4:48
    Dus dat is 1,05
  • 4:48 - 4:49
    Dus om de andere kant op te gaan,
  • 4:49 - 4:51
    om te zeggen hoeveel geld
  • 4:51 - 4:53
    ik zou hebben als het zou groeien met 5%
  • 4:53 - 4:58
    en er $110 over blijft, dan moeten we dit delen door 1,05.
  • 5:02 - 5:05
    En dan krijgen we de contante waarde
  • 5:05 - 5:07
    en dit wordt geschreven als PV (nederlands CW)
  • 5:07 - 5:12
    We krijgen nu de contante waarde van $110 een jaar na nu.
  • 5:12 - 5:21
    Dus $110 over een jaar.
  • 5:21 - 5:23
    Dus de contante waarde van $110 in 2009
  • 5:30 - 5:32
    Het is nu 2008
  • 5:32 - 5:34
    Ik weet niet in welk jaar je deze video bekijkt
  • 5:34 - 5:37
    Hopelijk kijken mensen er in het volgende millennium er naar.
  • 5:37 - 5:41
    Maar de contante waarde van $110 in 2009
  • 5:41 - 5:48
    -- er vanuit gaande dat het nu 2008 is -- een jaar na nu, is
    gelijk aan $110
  • 5:48 - 5:53
    gedeeld door 1,05.
  • 5:53 - 5:57
    Wat is gelijk aan -- laat ik de rekenmachine er bij pakken
  • 5:57 - 6:03
    terwijl dit niet noodzakelijk is -- even alles wissen.
  • 6:03 - 6:12
    Ok, dus ik wil 110 delen door 1,05
  • 6:12 - 6:17
    en dit is gelijk aan 104,76 afgerond.
  • 6:17 - 6:25
    Dus het is gelijk aan $104,76.
  • 6:25 - 6:29
    Dus de contante waarde van $110 een jaar na nu
  • 6:29 - 6:33
    er vanuit gaande dat we het geld risicovrij kunnen investeren
    tegen 5% -- als we dat vandaag zouden krijgen --
  • 6:33 - 6:40
    de contante waarde van dit is -- laat ik dit even in een andere
    kleur opschrijven, om de eentonigheid te voorkomen --
  • 6:40 - 6:47
    de contante waarde is gelijk aan $104,76.
  • 6:47 - 6:50
    Een andere manier om dit te verwoorden is om de
  • 6:50 - 6:57
    contante waarde van $110 een jaar na nu, we deze waarde
    contant maken tegen de disconteringsvoet.
  • 6:57 - 7:00
    En de disconteringsvoet is het deze.
  • 7:00 - 7:03
    Hier groeiden we het geld met -- zou je kunnen zeggen --
  • 7:03 - 7:08
    onze opbrengst, een 5% opbrengst, of onze interest.
  • 7:08 - 7:11
    Hier maakten we het geld contant omdat we
    teruggaan in tijd --
  • 7:11 - 7:13
    We gaan van na een jaar naar het heden.
  • 7:13 - 7:18
    En dit is onze opbrengst. Om het bedrag dat we investeren
    te berekenen
  • 7:18 - 7:22
    moeten we het bedrag vermenigvuldigen met
    1 plus de opbrengst.
  • 7:22 - 7:25
    Om vervolgens de contante waarde te berekenen van
    een bedrag in de toekomst naar het verleden
  • 7:25 - 7:30
    moeten we dit delen door 1 plus de disconteringsvoet -- dus dit
  • 7:30 - 7:37
    is een disconteringsvoet van 5%
  • 7:37 - 7:39
    om tot de contante waarde te komen.
  • 7:39 - 7:41
    Dus wat betekent dit nou?
  • 7:41 - 7:47
    Dit betekent dat als iemand ons $110 wil betalen -- van de
    5% uitgaande, denk erom dat dit
  • 7:47 - 7:52
    een belangrijk uitgangspunt is -- dit betekent dat als ik zeg dat
  • 7:52 - 7:56
    ik je $110 wil betalen een jaar na nu,
  • 7:56 - 7:59
    en jij kunt 5% krijgen, dus je kunt eigenlijk zeggen
  • 7:59 - 8:02
    dat 5% je disconteringsvoet is, risicovrij.
  • 8:02 - 8:06
    Dan zou je er voor kiezen om vandaag geld te krijgen
  • 8:06 - 8:10
    als ik meer geld zou geven dan de contante waarde.
  • 8:10 - 8:15
    Dus als we vergelijken -- laat ik dit even leeg maken,
  • 8:15 - 8:17
    even naar beneden scrollen -- dus stel dat
  • 8:17 - 8:24
    een jaar -- dus vandaag, een jaar --
  • 8:24 - 8:31
    we hadden berekend dat $110 een jaar na nu, de
  • 8:31 - 8:40
    contante waarde hiervan -- dus de contante waarde van $110 --
  • 8:40 - 8:46
    is gelijk aan $104,76.
  • 8:46 - 8:51
    Dus -- en dit is aangezien ik uitging van
    een 5% disconteringsvoet --
  • 8:51 - 8:54
    dit zegt ons -- dit is een dollarteken, het is wat lastig te lezen --
  • 8:54 - 8:59
    dit zegt ons dat als jij moest kiezen tussen
  • 8:59 - 9:04
    $110 een jaar na nu en $100 vandaag,
  • 9:04 - 9:09
    je zou kiezen voor de $110 een jaar na nu.
  • 9:09 - 9:10
    En waarom is dat?
  • 9:10 - 9:14
    Omdat de contante waarde meer waard is dan $100.
  • 9:14 - 9:17
    Maar, als ik je kon laten kiezen tussen $110 een jaar na nu of
  • 9:17 - 9:26
    $105 vandaag, deze -- de $105 vandaag -- de betere
    keuze zou zijn,
  • 9:26 - 9:29
    aangezien de contante waarde -- $105 vandaag
  • 9:29 - 9:32
    die je niet contant hoeft te maken aangezien het al vandaag is --
  • 9:32 - 9:33
    de contante waarde hetzelfde is.
  • 9:33 - 9:39
    $105 vandaag is dus meer waard dan de contante
    waarde van $110,
  • 9:40 - 9:42
    wat $104,76 is.
  • 9:42 - 9:50
    Een andere manier om dit te verwoorden is dat ik deze
    $105 naar de bank kan brengen,
  • 9:50 - 9:54
    daar 5% over kan ontvangen en dan zou ik -- waar zal
  • 9:54 - 10:05
    ik op uitkomen? -- ik zou uitkomen op $105 maal 1,05 en
    dat is gelijk aan $110,25.
  • 10:05 - 10:09
    Dus een jaar na nu zou ik 25 cent meer hebben.
  • 10:09 - 10:12
    En ik zou het plezier hebben om het hele jaar het geld te houden
  • 10:12 - 10:17
    maar dat is lastig om te becijferen dus dat laten we
    buiten beschouwing.
Title:
Introductie van de Contante Waarde
Description:

De keuze tussen geld nu of geld later.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
10:19
Martijn van der Molen edited Dutch subtitles for Introduction to Present Value
Martijn van der Molen added a translation

Dutch subtitles

Revisions