Return to Video

Breuken optellen (voorbeeld 1)

  • 0:00 - 0:06
    We gaan vier elfde optellen bij negen dertiende
  • 0:06 - 0:10
    Om deze twee breuken bij elkaar te kunnen optellen, moeten we de gemene deler vinden
  • 0:10 - 0:14
    En deze gemene deler is altijd het kleinste gemene veelvoud van elf en dertien
  • 0:14 - 0:18
    Deze twee getallen hebben geen gelijke eigenschappen
  • 0:18 - 0:22
    Dus hun kleinste gemene veelvoud is simpelweg het product van elf en dertien
  • 0:22 - 0:27
    Dus we zeggen: dertien maal elf
  • 0:27 - 0:29
    Dertien maal één is dertien
  • 0:29 - 0:32
    Dertien maal nog een één is dertien
  • 0:32 - 0:35
    Of je zou kunnen zeggen: dertien maal tien is honderdendertig
  • 0:35 - 0:39
    En krijgen we: drie, vier, één - honderddrieënveertig
  • 0:39 - 0:42
    Dus dat wordt onze gemene deler
  • 0:42 - 0:43
    Dus ik schrijf hier:
  • 0:43 - 0:46
    Iets boven honderddrieënveertig, plus
  • 0:46 - 0:49
    Iets anders boven honderddrieënveertig
  • 0:49 - 0:52
    En om van vier elfde naar iets boven honderddrieënveertig te gaan
  • 0:52 - 0:55
    Vermenigvuldigen we de elf met dertien
  • 0:55 - 0:58
    --Oftewel: we vermenigvuldigen de noemer met dertien--
  • 0:58 - 1:01
    En moeten we dus ook de teller vermenigvuldigen met dertien
  • 1:01 - 1:05
    En vier maal dertien , even kijken: vier maal tien is veertig
  • 1:05 - 1:08
    Vier maal drie is twaalf, dus dat komt op tweeënvijftig
  • 1:08 - 1:10
    En dat kun je met de hand uitrekenen, als je wilt
  • 1:10 - 1:12
    Vier keer dertien is tweeënvijftig
  • 1:12 - 1:18
    En om vervolgens van dertien naar honderddrieënveertig te gaan vermenigvuldigen we het met elf
  • 1:18 - 1:20
    Dus als we de noemer met elf vermenigvuldigen
  • 1:20 - 1:22
    (als we de waarde van de breuk niet willen veranderen)
  • 1:22 - 1:25
    Moeten we de noemer met elf vermenigvuldigen
  • 1:25 - 1:27
    Negen keer is elf negenennegentig
  • 1:27 - 1:34
    En nu zijn we klaar om op te tellen: dit is gelijk aan--onze gemene deler is honderddrieënveertig
  • 1:34 - 1:36
    En tweeënvijftig plus negenennegentig
  • 1:36 - 1:38
    --Tweeënvijftig plus honderd zou honderdtweeënvijftig zijn
  • 1:38 - 1:40
    En dit wordt één minder dan dat
  • 1:40 - 1:43
    Dus het wordt honderdeenenvijftig
  • 1:43 - 1:46
    En ik denk dat dat zo ongeveer zo vereenvoudigd als mogelijk is
  • 1:46 - 1:52
    Voor zover ik weet, zijn er geen gemeenschappelijke factoren tussen hondereenenvijftig en honderddrieënveertig
  • 1:52 - 1:55
    Dus krijgen we gewoon honderdeenenvijftig boven honderddrieënveertig
  • 1:55 - 1:57
    --We kunnen dit schrijven als een gemengd getal
  • 1:57 - 2:02
    Omdat honderddrieënveertig één keer in honderdeenenvijftig past
  • 2:02 - 2:04
    Één keer honderddrieënveertig is honderddrieënveertig
  • 2:04 - 2:08
    Als je vervolgens aftrekt--eens kijken, dit kan een elf worden
  • 2:08 - 2:09
    Dit is een vier
  • 2:09 - 2:10
    Elf min drie is acht
  • 2:10 - 2:12
    Houd je acht over
  • 2:12 - 2:21
    Dus, honderdeenenvijftig boven honderddrieënveertig is hetzelfde als één en acht honderddrieënveertigste
  • 2:21 - 2:25
    En nu wordt het nog duidelijker dat deze getallen niet verder vereenvoudigd kunnen worden
  • 2:25 - 2:33
    En we zijn klaar--dit is hetzelfde als één en acht honderddrieënveertigste
Title:
Breuken optellen (voorbeeld 1)
Description:

Nederlandse vertaling voltooid.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
02:33
KeesK added a translation

Dutch subtitles

Revisions