Return to Video

Gemengde en onechte breuken.

  • 0:01 - 0:03
    We gaan nu leren hoe je van gemengde breuken naar
  • 0:03 - 0:06
    onechte breuken komt en vice versa.
  • 0:06 - 0:07
    Eerst wat terminologie.
  • 0:07 - 0:08
    Wat is een gemengde breuk?
  • 0:08 - 0:10
    Je hebt vast wel eens iemand, bijvoorbeeld,
  • 0:10 - 0:14
    2 1/2 zien schrijven.
  • 0:14 - 0:15
    Dit is een gemengde breuk.
  • 0:15 - 0:17
    Dus je vraagt je af waarom dit een gemengde breuk is?
  • 0:17 - 0:22
    Dit is omdat dit geheel getal en een breuk bevat.
  • 0:22 - 0:23
    Daarom is het een gemengde breuk.
  • 0:23 - 0:24
    Het is een geheel getal gecombineerd met een breuk.
  • 0:25 - 0:25
    Dus 2 1/2.
  • 0:25 - 0:28
    En ik denk dat je wel een idee hebt van wat 2 1/2 is.
  • 0:28 - 0:31
    Het is ergens halverwege 2 en 3.
  • 0:31 - 0:32
    En wat is een onechte breuk?
  • 0:32 - 0:34
    Een onechte breuk is een breuk waar de teller
  • 0:34 - 0:37
    groter is dan de noemer.
  • 0:37 - 0:39
    Dus laat ik een voorbeeld geven van een onechte breuk.
  • 0:39 - 0:41
    Ik kies gewoon wat cijfers,
  • 0:41 - 0:48
    Laten we zeggen dat ik 23/5 heb.
  • 0:48 - 0:49
    Dit is een onechte breuk.
  • 0:49 - 0:50
    Waarom?
  • 0:50 - 0:52
    Omdat 23 groter is dan 5.
  • 0:52 - 0:54
    Zo simpel is het.
  • 0:54 - 0:59
    Het blijkt dat je een onechte breuk kunt omvormen tot een gemengde breuk
  • 0:59 - 1:01
    en een gemengde breuk in een onechte breuk.
  • 1:01 - 1:03
    Dus laten we met dat laatste beginnen.
  • 1:03 - 1:07
    Laten we kijken hoe je een gemengde breuk omzet in een onechte breuk.
  • 1:07 - 1:11
    Eerst zal ik je laten zien wat de systematische manier is om dit te doen.
  • 1:11 - 1:13
    Dit zal je altijd het juiste antwoord geven.
  • 1:13 - 1:15
    En dan zal ik je hopelijk een idee geven van waarom dit werkt.
  • 1:15 - 1:19
    Dus als ik 2 1/2 om zou willen zetten in een onechte breuk,
  • 1:19 - 1:21
    ofwel zou willen 'ontmengen' zogezegd,
  • 1:21 - 1:28
    neem ik de noemer uit het breuk-gedeelte en vermenigvuldig dit met het gehele getal,
  • 1:28 - 1:30
    en tel dit op bij de teller.
  • 1:30 - 1:31
    Dus laten we dat doen.
  • 1:31 - 1:34
    Ik denk dat als we genoeg voorbeelden doen,
  • 1:34 - 1:35
    je het patroon gaat zien.
  • 1:35 - 1:40
    Dus 2 keer 2 is 4, plus 1 is 5.
  • 1:40 - 1:41
    Dus laten we dat opschrijven.
  • 1:41 - 1:46
    2 keer 2 plus 1,
  • 1:46 - 1:48
    Dat wordt de nieuwe teller.
  • 1:48 - 1:50
    En dat komt boven de oude noemer te staan.
  • 1:50 - 1:55
    dus dat is 5/2.
  • 1:55 - 2:01
    Dus 2 1/2 is gelijk aan 5/2.
  • 2:01 - 2:02
    Laten we er nog een doen.
  • 2:02 - 2:08
    Laten we 4 2/3 nemen.
  • 2:08 - 2:12
    Dit is gelijk aan -- dus dit komt allemaal boven de 3 te staan.
  • 2:12 - 2:13
    We houden de noemer hetzelfde.
  • 2:13 - 2:18
    En de nieuwe teller wordt 3 keer 4 plus 2.
  • 2:18 - 2:24
    Dus het wordt 3 keer 4, en dan tel je daar 2 bij op.
  • 2:24 - 2:26
    Dat wordt dus 3 keer 4 --
  • 2:26 - 2:28
    qua volgorde doe je altijd de vermenigvuldiging eerst,
  • 2:28 - 2:31
    en dat is ook hoe ik het heb laten zien--
  • 2:31 - 2:34
    3 keer 4 is 12 , plus 2 is 14.
  • 2:34 - 2:38
    Dus de uitkomst is 14/3.
  • 2:38 - 2:39
    Laten we er nog een doen.
  • 2:39 - 2:49
    Laten we zeggen dat ik 6 17/18 heb.
  • 2:49 - 2:51
    Ik heb een moeilijk voorbeeld genomen.
  • 2:51 - 2:54
    We laten de noemer weer hetzelfde.
  • 2:54 - 2:57
    en de nieuwe teller wordt dan 18 keer 6,
  • 2:57 - 3:04
    of 6 keer 18, plus 17.
  • 3:04 - 3:05
    Dus 6 keer 18
  • 3:05 - 3:08
    even denken, dat wordt 60 plus 48 dus 108,
  • 3:08 - 3:12
    dus dat wordt 108 plus 17.
  • 3:12 - 3:14
    En dat zet je boven de 18.
  • 3:14 - 3:20
    108 plus 17 is gelijk aan 125/18.
  • 3:20 - 3:29
    Dus, 6 17/18 is hetzelfde als 125/18.
  • 3:29 - 3:30
    Laten we er nog een aantal doen.
  • 3:30 - 3:33
    En over een paar minuten laat ik zien hoe je het andersom doet,
  • 3:33 - 3:40
    hoe je van een onechte breuk naar een gemengde breuk gaat.
  • 3:40 - 3:45
    En bij deze zal ik jullie een idee proberen te geven van waarom wat ik jullie nu leer daadwerkelijk werkt.
  • 3:45 - 3:52
    Laten we 2 1/4 nemen.
  • 3:52 - 3:56
    Als we het 'systeem' gebruiken dat ik net heb laten zien
  • 3:56 - 4:04
    waarbij 4 keer 2 plus 1 boven 4
  • 4:04 - 4:10
    Dat komt neer op -- 4 keer 2 is 8 plus 1 is 0 -- 9/4
  • 4:10 - 4:14
    Ik wil jullie een beeld geven van waarom dit precies werkt.
  • 4:14 - 4:17
    Dus 2 1/4, laten we dat eens tekenen,
  • 4:17 - 4:18
    kijken hoe dat eruit ziet.
  • 4:18 - 4:22
    Dat laten we dit terugvoeren op een soort taart voorbeeld.
  • 4:22 - 4:26
    Dus dit staat gelijk aan 1 taart.
  • 4:26 - 4:28
    Twee taarten.
  • 4:28 - 4:34
    En nog een kwart taart. Oh sorry,
  • 4:34 - 4:38
    een kwart ziet er zo uit . Een kwart taart, toch?
  • 4:38 - 4:42
    Twee en een kwart, en let hier maar niet op, dat is niets.
  • 4:42 - 4:43
    Dit is geen decimaal, dus laat ik het even wissen,
  • 4:43 - 4:52
    zodat het je niet verwart.
  • 4:52 - 4:54
    Laten we teruggaan naar onze taartstukken.
  • 4:54 - 4:59
    Dit zijn 2 1/4 stukken taart.
  • 4:59 - 5:05
    En wanneer we dit willen herschrijven, hoeveel vierden taart zijn er dan in totaal?
  • 5:05 - 5:08
    Als we nu elk van deze taarten nemen,
  • 5:08 - 5:10
    -- oeps, ik moet van kleur veranderen --
  • 5:10 - 5:13
    Als we nu elk van deze taarten nemen,
  • 5:13 - 5:15
    En we verdelen deze in kwarten,
  • 5:15 - 5:19
    kunnen we zeggen hoeveel kwarten we in totaal hebben?
  • 5:19 - 5:28
    We hebben er 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 kwarten.
  • 5:28 - 5:30
    dat is logisch toch?
  • 5:30 - 5:34
    2 1/4 is hetzelfde als 9/4.
  • 5:34 - 5:37
    En dit werkt bij elke breuk.
  • 5:37 - 5:38
    Laten we het nu andersom doen.
  • 5:38 - 5:42
    Laten we uitvinden hoe we van een onechte breuk
  • 5:42 - 5:44
    tot een gemengde breuk komen.
  • 5:44 - 5:49
    Laten we 23/5 nemen.
  • 5:49 - 5:51
    Dus nu gaan we de andere kant op.
  • 5:51 - 5:53
    We beginnen met de noemer,
  • 5:53 - 5:55
    en kijken hoe vaak deze in de teller kan,
  • 5:55 - 5:58
    en we bepalen wat er overblijft.
  • 5:58 - 6:03
    Dus hoe vaak gaat 5 in 23 --
  • 6:03 - 6:05
    5 gaat 4 keer in 23.
  • 6:05 - 6:09
    4 keer 5 is 20.
  • 6:09 - 6:11
    En er blijft dan 3 over.
  • 6:11 - 6:17
    dus we kunnen zeggen dat 23/5 gelijk is aan 4 3/5.
  • 6:17 - 6:20
    -
  • 6:20 - 6:25
    Dus dat wordt 4 3/5.
  • 6:25 - 6:27
    Laten we eens bekijken wat we zojuist gedaan hebben.
  • 6:27 - 6:28
    We namen de noemer.
  • 6:28 - 6:30
    En deelden de teller door de noemer.
  • 6:30 - 6:34
    Dus 5 kan 4 keer in 23,
  • 6:34 - 6:38
    en dan blijft er 3 over.
  • 6:38 - 6:42
    Dus, kan 4 3/5 keer in 23.
  • 6:42 - 6:46
    Een andere manier is om te zeggen dat 23/5 is 4 3/5.
  • 6:46 - 6:48
    Laten we nog zo'n voorbeeld doen.
  • 6:48 - 6:52
    We nemen 17/8.
  • 6:52 - 6:54
    Wat wordt dat als een gemengde breuk?
  • 6:54 - 6:55
    Je zou dit in je hoofd kunnen doen,
  • 6:55 - 6:59
    maar ik schrijf het uit zodat je niet in de war raakt.
  • 6:59 - 7:05
    8 past twee keer in 17.
  • 7:05 - 7:08
    2 keer 8 is 16.
  • 7:08 - 7:09
    17 min 16 is 1.
  • 7:09 - 7:11
    er blijft 1 over.
  • 7:11 - 7:19
    Dus, 17/8 is 2 1/8.
  • 7:19 - 7:23
    Toch? Want er bleef 1/8 over.
  • 7:23 - 7:25
    Ik laat je ook een visuele manier zien om dit voor te stellen.
  • 7:25 - 7:29
    Zodat het duidelijk wordt waarom dit werkt.
  • 7:29 - 7:34
    Stel ik heb 5/2.
  • 7:34 - 7:37
    Dit betekent dat ik letterlijk 5 helften heb,
  • 7:37 - 7:41
    of, als we weer een pizza- of taartvoorbeeld nemen,
  • 7:41 - 7:45
    laat ik de 5 helften van mijn pizza tekenen.
  • 7:45 - 7:49
    Dus dit is een helft pizza,
  • 7:49 - 7:52
    en hier is een andere helft pizza.
  • 7:52 - 7:55
    Ik heb 'm gewoon omgedraaid.
  • 7:55 - 7:55
    Dus dat is twee
  • 7:55 - 8:01
    Dus dit is 1 helft, twee helften
  • 8:01 - 8:04
    en dat is drie helften.
  • 8:04 - 8:06
    En dan heb ik hier nog een vierde helft.
  • 8:06 - 8:07
    Dit zijn pizza helften
  • 8:07 - 8:11
    en dan heb ik hier een vijfde helft.
  • 8:11 - 8:13
    Dit dit zijn 5 helften.
  • 8:13 - 8:17
    Als we hiernaar kijken en we combineren deze twee helften,
  • 8:17 - 8:22
    komt dat neer op 1 hele , dan hier nog een hele,
  • 8:22 - 8:24
    en dan hier nog een helft, toch?
  • 8:24 - 8:31
    Dus dit komt neer op 2 1/2 pizza.
  • 8:31 - 8:33
    Ik hoop dat dit jullie niet teveel verwart.
  • 8:33 - 8:37
    Als we dit systematisch zouden willen doen,
  • 8:37 - 8:41
    hadden we kunnen zeggen dat 2, 2 keer in 5 past,
  • 8:41 - 8:43
    -
  • 8:43 - 8:47
    en die 2 staat hier,
  • 8:47 - 8:49
    en 2 keer 2 is 4.
  • 8:49 - 8:52
    5 min 4 is 1, dus er blijft 1 over.
  • 8:52 - 8:54
    en dat zetten we hier.
  • 8:54 - 8:57
    En de noemer laten we natuurlijk hetzelfde.
  • 8:57 - 8:59
    Dus 5/2 is 2 1/2.
  • 8:59 - 9:04
    Ik hoop dat dit uitlegt hoe je van een gemengde breuk naar een onechte breuk gaat,
  • 9:04 - 9:05
    en vice versa,
  • 9:05 - 9:08
    van een onechte breuk naar een gemengd nummer.
  • 9:08 - 9:09
    Als je het nog niet snapt laat het me weten,
  • 9:09 - 9:12
    dan maak ik misschien nog meer modules.
  • 9:12 - 9:13
    Veel plezier met de oefeningen!
Title:
Gemengde en onechte breuken.
Description:

Omzetten van gemengde breuken naar onechte breuken en omzetten van onechte breuken naar gemengde breuken.

more » « less
Video Language:
English
Duration:
09:13
rosannev edited Dutch subtitles for Mixed numbers and improper fractions
rosannev added a translation

Dutch subtitles

Revisions