-
We moeten en minsom doen, we hebben het probleem 68-42.
-
En wat ik hier wil doen, is jullie gewoon laten zien hoe ik dit probleem zou oplossen
-
en dan nog wat praten over waarom het nou eigenlijk werkt.
-
Dus als ik 68-42 heb, is een manier om het te doen, wat waarschijnlijk de meest typische manier is,
-
is om het nummer waar je van aftrekt boven schrijft,
-
en het nummer dat je er van aftrekt daaronder schrijft.
-
Dus we hebben 68-42.
-
En waar je echt over na moet denken, of op moet zorgen dat je er op let,
-
is dat je wilt dat de cijfers goed uitgelijnd zijn, zodat de 2 onder de 8 staat.
-
dan zijn ze allebei op de eenheden plek, en de 4 staat onder de 6,
-
die staan beiden op de tientallen plek. En later is deze video wordt het duidelijk,
-
of maak ik het hopelijk duidelijk waarom dat een goed idee is.
-
Oke, dus dan gaan we naar de eenheden plek,
-
en we zien een 8, en daar gaan we 2 vanaf halen, dus 8 min 2 is zes.
-
Schrijf dat hier op.
-
Schrijf dat hier op.
-
Acht min twee is zes.
-
8-2 is gelijk aan 6, 8-2 is gelijk aan 6.
-
En dan gaan we naar de tientallen plek, we hebben 6-4.
-
En omdat ze op de tientallen plek staan, is het eigenlijk 60-40.
-
Maar 6-4 is 2, zes min vier is gelijk aan twee.
-
En omdat deze op de tientallen plek staan, is zeg je eigenlijk 60-40
-
is gelijk aan 20.
-
Ik ga dat zo wat duidelijker maken.
-
Dus eigenlijk zijn we hier klaar.
-
Achtenzestig min tweeënveertig is gelijk aan zesentwintig. (68-42=26)
-
En dat kan je voor jezelf even nakijken
-
als je 28 plus 42 doet, zou je 68 moeten krijgen.
-
of als je 68-26 doet, moet je 42 krijgen.
-
Dus moedig ik je aan om dat in je eigen tijd te doen, na deze video.
-
Bevestig dat 42 plus 26 gelijk is aan 68.
-
gelijk is aan 68.
-
En bevestig ook waar 68 min 26 gelijk aan is
-
en je zou moeten zien dat het gelijk is aan 42.
-
Dus dit zijn twee dingen die je zelf kunt checken.
-
Het laatste ding wat ik in deze video wil doen is uitleggen
-
waarom dit nou eigenlijk werkt.
-
En ik vind het zelf prettig om me 68 voor te stellen in gedachten,
-
je hoeft het niet zo uit te schrijven,
-
maar dat is gewoon een manier om ervoor te zorgen dat je echt begrijpt wat er hier aan de hand is.
-
68 is hetzelfde als 60 plus 8 of 60 en 8
-
en daar halen we 42 vanaf,
-
maar 42 is hetzelfde als 40 + 2
-
dus trekken we 40 er van af, we trekken er 40 van af en we trekken er 2 van af.
-
We trekken er 42 van af, we trekken er 40 en 2 vanaf.
-
En zo kan je dit zien als twee aparte problemen
-
die je hebt op de eenheden plek, je hebt 8-2
-
en dat is eigenlijk wat we hier net deden, je hebt zes.
-
En dan op de tientallen plek heb je 60 min 40, wat 20 is
-
dus eindig je met 20+6.
-
En je weet dat dat precies hetzelfde is als 26.
