Return to Video

Gelijke en gelijkzijdige driehoeken

  • 0:01 - 0:02
    Hi
  • 0:02 - 0:06
    Ik ga nu praten over gelijkzijdige driehoeken
  • 0:06 - 0:07
    laat ik dat opschrijven: gelijk (zijdig)
  • 0:07 - 0:14
    wat betekent gelijk eigenlijk?
  • 0:16 - 0:27
    Als dingen gelijk zijn, dan zijn ze vergelijkbaar
  • 0:29 - 0:33
    maar het hoeft niet precies hetzelfde te zijn
  • 0:33 - 0:35
    en dat is hetzelfde voor driehoeken
  • 0:35 - 0:41
    Dus gelijkzijdige driehoeken
  • 0:41 - 0:42
    zijn driehoeken met dezelfde hoeken
  • 0:42 - 0:50
    laat ik twee driehoeken tekenen; hier de eerste
  • 0:57 - 1:00
    en hier de tweede - die kleiner is
  • 1:00 - 1:02
    ze zien er hetzelfde uit
  • 1:02 - 1:05
    maar zijn verschillende grootte
  • 1:05 - 1:12
    hier de ene
  • 1:12 - 1:14
    daar de andere, die kleiner is
  • 1:14 - 1:17
    ze zijn niet even groot
  • 1:17 - 1:20
    maar hebben wel min of meer de zelfde vorm
  • 1:20 - 1:22
    Anders gezegd: gelijke driehoeken zijn driehoeken die dezelfde vorm hebben
  • 1:22 - 1:25
    driehoeken die groter of kleiner zijn
  • 1:25 - 1:28
    of anders neergezet
  • 1:28 - 1:30
    maar ze hebben dezelfde vorm,
  • 1:30 - 1:33
    Bijvoorbeeld, als je naar deze twee driehoeken kijkt
  • 1:33 - 1:36
    als ik zeg dat deze hoeken - en zo doen ze dat op school
  • 1:36 - 1:40
    als ik zeg dat deze hoek gelijk is aan deze hoek
  • 1:44 - 1:50
    en deze hoek gelijk is aan deze hoek
  • 1:50 - 1:53
    een paar dingen
  • 1:54 - 1:56
    Je weet al dat deze hoek gelijk is aan deze hoek
  • 1:56 - 1:58
    waarom is dat?
  • 1:58 - 2:02
    nou - als twee hoeken gelij zijn.... dan moet de derde
  • 2:02 - 2:03
    ook hetzelfde zijn
  • 2:03 - 2:07
    want de hoeken tellen op tot 180
  • 2:07 - 2:12
    dus als dit x is, en dat is y - dan moet deze gelijk zijn
  • 2:12 - 2:16
    aan 180 min x min y, toch?
  • 2:16 - 2:18
    Hmm, dat is waarschijnlijk te klein om te zien
  • 2:18 - 2:19
    maar dat is hetzelfde als deze
  • 2:19 - 2:23
    Als dit x is, en dat y, dan is deze hoek
  • 2:23 - 2:28
    deze hoek gelijk aan 180 - x - y ?
  • 2:28 - 2:31
    Dus als we weten dat twee hoeken gelijk zijn
  • 2:31 - 2:34
    dan moet de derde hoek ook gelijk zijn
  • 2:34 - 2:38
    Of je kunt zeggen dat die hoek identiek is aan deze hoek
  • 2:38 - 2:42
    en als alle hoeken gelijk zijn
  • 2:42 - 2:46
    dan hebben we we te maken met gelijkzijdige driehoeken
  • 2:46 - 2:50
    wat kunnen we dan nog meer doen als we weten
  • 2:50 - 2:51
    dat we een gelijkzijdige driehoek hebben?
  • 2:51 - 2:54
    Nou, dan kunnen we iets leren
  • 2:54 - 2:56
    van de zijden
  • 2:56 - 3:00
    Want zelfs als ze niet dezelfde zijden hebben
  • 3:00 - 3:04
    de verhouding tussen de lengtes van de zijden is hetzelfde
  • 3:04 - 3:05
    Dat is een beetje verwarrend
  • 3:05 - 3:07
    laat ik een voorbeeld geven
  • 3:07 - 3:16
    Bijvoorbeeld - laten e zeggen dat deze zijde 5 is
  • 3:16 - 3:19
    en deze - ik kan het niet precies zeggen
  • 3:19 - 3:21
    stel - deze zijde is 6
  • 3:21 - 3:27
    en deze 7
  • 3:27 - 3:31
    en laten we dan zeggen, stel
  • 3:31 - 3:35
    deze zijde is 2
  • 3:35 - 3:38
    nu weten we dat de verhouding van de zijden
  • 3:40 - 3:41
    hetzelfde is
  • 3:41 - 3:44
    dus als we naar deze twee driehoeken kijken
  • 3:44 - 3:47
    dan zijn ze niet even groot, maar wel dezelfde verhouding met de zijden
  • 3:47 - 3:53
    deze zijde
  • 3:53 - 3:54
    Hoe weten we dat?
  • 3:54 - 3:56
    Ze hebben hier toevallig dezelfde richting
  • 3:56 - 3:56
    dezelfde orientatie
  • 3:56 - 3:59
    maar omdat deze zijden tegenover
  • 3:59 - 4:01
    dezelfde hoek staan
  • 4:01 - 4:04
    deze is tegenover y, dan is deze zijde
  • 4:04 - 4:05
    ook tegenover y.
  • 4:05 - 4:08
    deze driehoek is te klein om te zien
  • 4:08 - 4:10
    maar hopelijk is het duidelijk wat ik vertel
  • 4:10 - 4:12
    dit zijn gelijke of corresponderende zijden
  • 4:12 - 4:20
    net zoals deze kant, deze blauwe kant en deze blauwe kant
  • 4:20 - 4:22
    gelijke of corresponderend zijn
  • 4:22 - 4:22
    waarom?
  • 4:22 - 4:25
    Niet omdat ze links boven zijn
  • 4:25 - 4:28
    we hadden het kunnen draaien of keren
  • 4:28 - 4:30
    maar het is omdat ze tegenover dezelfde hoek staan
  • 4:30 - 4:33
    dit is de manier waarop ik over driehoeken denk
  • 4:34 - 4:35
    dat werkt goed, helemaal
  • 4:35 - 4:37
    als je trigonometrie gaat doen
  • 4:37 - 4:39
    dus wat betekent het?
  • 4:39 - 4:42
    Nou, de verhouding tussen gelijke of corresponderende zijden
  • 4:42 - 4:44
    is altijd hetzelfde
  • 4:44 - 4:48
    dus als we willen bepalen hoe lang deze zijde is
  • 4:48 - 4:50
    van de kleine driehoek
  • 4:50 - 4:52
    dan zijn er verschillende manieren om dat te doen
  • 4:52 - 5:00
    we kunnen de ratio van deze zijde ten opzichte van deze zijde nemnen, oftewel x
  • 5:00 - 5:08
    ten opzhcte van 7 is gelijk aan de ratio van deze naar die zijde
  • 5:08 - 5:12
    is gelijk aan de ratio van 2 naar 5
  • 5:12 - 5:12
    en zo kunnen we het oplossen
  • 5:12 - 5:14
    en de enige reden dat je dit zo kan doen - je kunt dit niet doen
  • 5:14 - 5:16
    met elke driehoek of combinaties van driehoeken
  • 5:16 - 5:18
    maar alleen met gelijkzijdige driehoeken
  • 5:18 - 5:21
    dus als je et voor x kan doen, vermenigvuldig beide zijden met 7
  • 5:21 - 5:26
    en dan krijg je dat x gelijk is aan 14 ten opzichte van 5
  • 5:26 - 5:28
    dus dat is iets minder dan 3
  • 5:28 - 5:32
    14 gedeeld door 5 is ongeveer 2.8
  • 5:32 - 5:34
    dus dat is x.
  • 5:34 - 5:37
    en we kunnen hetzelfde doen voor deze gele kant
  • 5:37 - 5:39
    dus als je weet dat het gelijkzijdige driehoeken zijn
  • 5:39 - 5:42
    en je weet alle zijden van een van de driehoeken,
  • 5:42 - 5:45
    en je weet een van de zijden van de andere driehoek - dan kun je alle zijden uitrekenen
  • 5:45 - 5:48
    ik denk dat dat een beetje verwarrend is
  • 5:48 - 5:51
    dus laten we deze kan y noemen
  • 6:00 - 6:03
    een van de driehoeken is de noemer
  • 6:03 - 6:05
    dan moet diezelfde driehoek aan de rechterkant de noemer zijn
  • 6:05 - 6:07
    hier de noemer
  • 6:07 - 6:10
    en dan hier de teller
  • 6:10 - 6:13
    en dan, is gelijk teken
  • 6:13 - 6:14
    de noemer
  • 6:14 - 6:16
    dan is het ook de teller
  • 6:16 - 6:18
    aan die kant van de het is gelijk teken
  • 6:18 - 6:20
    dat moet je consistent doen
  • 6:20 - 6:22
    als je het omdraait dan wordt het een rommeltje!
  • 6:22 - 6:25
    en dit kunnen we dan uitrekenen: dus y is gelijk aan 12 boven 5 dat is 12 gedeeld door 5
  • 6:25 - 6:31
    dus laten we wat we nu weten over gelijkzijdige driehoeken
  • 6:34 - 6:35
    gebruiken om een paar sommen te maken
  • 6:35 - 6:45
    met hulp van de geometrie die wel al geleerd hebben
  • 6:48 - 6:58
    ik heb twee parallle lijnen
  • 6:58 - 7:01
    en dan nog een lijn zo, en een andere zo
  • 7:01 - 7:04
    de lijnen zijn parale
  • 7:04 - 7:09
    dus deze is paralel aan die
  • 7:09 - 7:25
    en als ik wil weten of deze zijde 5 is
  • 7:25 - 7:28
    stel deze lengte is 5
  • 7:28 - 7:32
    even een andere kleur
  • 7:32 - 7:38
    en stel deze lengte is 8
  • 7:38 - 7:45
    en ik wil weten hoe lang deze zijde is
  • 7:48 - 7:52
    wacht even, dan moet ik er nog een geven
  • 7:52 - 7:53
    zodat je alles van deze driehoek hebt
  • 7:53 - 7:58
    dus deze kant is 6, en wat ik wil
  • 7:58 - 8:06
    is bepalen wat deze zijde is, de paarse kant
  • 8:06 - 8:08
    hoe doen we dat?
  • 8:08 - 8:10
    Voordat we beginnen met die verhoudingen
  • 8:10 - 8:16
    laten we eerst bewijzen dat deze driehoeken
  • 8:16 - 8:17
    gelijkzijdige driehoeken zijn
  • 8:17 - 8:18
    hoe doen we dat?
  • 8:18 - 8:21
    Kunnen we bepalen welke hoeken gelijk zijn?
  • 8:21 - 8:23
    aan welke andere hoeken?
  • 8:23 - 8:26
    we hebben deze hoek hier
  • 8:26 - 8:29
    is deze hoe gelijk aan de andere hoeken van
  • 8:29 - 8:31
    deze driehoek?
  • 8:31 - 8:31
    ja! Natuurlijk!
  • 8:31 - 8:34
    want hij ligt tegenover deze hoek, dus
  • 8:34 - 8:38
    hij moet gelijk zijn aan deze hoek, toch?
  • 8:38 - 8:40
    want we weten dat als het tegenover de hoek is, dan correspondeert het
  • 8:40 - 8:43
    en als het correspondeert
  • 8:43 - 8:46
    en ook al weten we de lengte niet
  • 8:46 - 8:48
    dan correspondeert het met deze 8
  • 8:48 - 8:50
    Ik ben vergeten te zeggen
  • 8:50 - 8:53
    dat deze kant
  • 8:53 - 8:54
    laten we die een grijze kleur geven
  • 8:54 - 8:56
    laten we zeggen dat dit 4 is
  • 8:56 - 8:57
    en nu terug naar de som
  • 8:57 - 9:00
    we hebben net bepaald dat deze twee hoeken gelijk zijn
  • 9:00 - 9:03
    dan is dit de corresponderende zijde
  • 9:03 - 9:06
    kunnen we dat voor alle andere hoeken ook doen?
  • 9:06 - 9:09
    laten we zeggen dat we weten welke zijnde dit is
  • 9:09 - 9:12
    dan ga ik allebei de hoeken meten
  • 9:15 - 9:18
    dus welke hoek in deze driehoek, heeft een hoek hier
  • 9:18 - 9:20
    dezelfde hoek?
  • 9:20 - 9:20
    Natuurlijk
  • 9:20 - 9:24
    we weten dat deze lijnen paralel lopen, dus dan kunnen we
  • 9:24 - 9:26
    de hoeken hier gebruiken om te betalen dat deze hoeken
  • 9:26 - 9:28
    gelijk zijn aan deze hoek.
  • 9:28 - 9:29
    Maar ik zie net
  • 9:29 - 9:30
    dat we bijna geen tijd meer hebben
  • 9:30 - 9:33
    dus ik ga door in de volgende video.
  • 9:33 - 9:34
    dank!
Title:
Gelijke en gelijkzijdige driehoeken
Video Language:
Polish
Duration:
09:34
pimvdf added a translation

Dutch subtitles

Revisions