Er is 3/4 kopje ouderwetse haver nodig voor een recept
voor banaan-havermuffins.
Je maakt de helft van het recept.
Hoeveel haver heb je nodig?
Als voor het hele recept 3/4 kopje nodig is en
je maakt de helft van het recept, dan heb je
de helft van 3/4 nodig, toch?
Je wilt de helft hebben van de hoeveelheid van de ouderwetse haver van
het gehele recept.
Dus je moet 1/2 van 3/4 hebben.
Dus moet je 1/2 vermenigvuldigen met 3/4, en dat is gelijk aan -
je vermenigvuldigt de tellers.
1 keer 3 is 3.
2 keer 4 is 8.
Klaar!
Je hebt 3/8 kopje nodig van de ouderwetse haver.
En dat gaan we een beetje uittekenen, dan wordt het
wat duidelijker.
Ik zal tekenen hoe 3/4 eruit ziet, of eigenlijk hoeveel
haver je normaalgesproken nodig hebt, oftewel als je
het hele recept doet.
Ik zal het tekenen.
Dit stelt de hele kop voor, en we delen dat
in vieren -- dat zal ik wat beter verdelen.
Als we dat dus in vieren delen dan stelt 3/4 drie
van deze voor, dat is dus een, twee, drie.
Het stelt zoveel haver voor.
En we willen de helft, toch?
Omdat je de helft gaat maken van het recept.
Dan kan ik dit gewoon delen door twee.
Dat doe ik in een nieuwe kleur.
Dus je zou normaalgesprolen deze oranje hoeveelheid nodig hebben, maar
we maken de helft van het recept, dus je hebt
de helft zoveel haver nodig.
We willen de helft ervan.
Je hebt dus zoveel haver nodig.
Wat zal dat dus zijn in verhouding tot
de gehele kop?
Nou, een manier is om van deze vier emmers
vier stukken of vier delen van een
kop in acht stukken te delen.
Eens kijken wat er gebeurt als we dat doen.
We delen dus eigenlijk elk deel, elk vierde deel, in
twee stukken.
We gaan elke in tweeën delen.
Dit is dus mijn eerste deel.
We gaan ze hier delen in tweeën, dus nu zijn het
twee delen.
En dan is dit het tweede deel hier.
We delen het in een deel en dan in twee delen.
En dit is het derde deel, we delen het dus in tweeën.
en dit is het vierde deel, of het vierde part
en we delen het in twee parten.
Nou, wat is dit deel als breuk van het geheel?
We hebben acht stukken toch?
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, omdat we
elk in vieren hebben verdeeld delen we hem nog eens in achten
dus we hebben 8 als noemer, en we hebben de helft genomen
van 3/4, toch?
Denk eraan, 3/4 was oranje.
Dat moeten we helder krijgen want deze
tekening kan verwarrend zijn.
Dit as 3/4 hier.
Dat is dus 3/4.
Dit gebied in paars is 1/2 van 3/4.
Maar wat is dat in achtsten?
Hoeveel van deze parten van achtsten is het?
Nou, je hebt een achtste part hier, twee achtste parten
hier, drie achtste parten hier, dus het is 3/8.
Hopelijk heb je hier wat aan en geeft het
je een tastbaar idee hoe je
1/2 van 3/4 neemt.