Ik hou van beestjes, persoonlijk -- niet van kindsaf overigens, maar wat later. Toen ik mijn bachelor deed, met als hoofdvak zoölogie, aan de universiteit van Tel Aviv, werd ik verliefd op beestjes. Binnen de zoölogie, koos ik de richting van entomologie, de wetenschap van insecten. Ik dacht: hoe kan ik van nut zijn, of helpen binnen deze wetenschap? Ik ging me richten op gewasbescherming -- bescherming tegen insecten, tegen slechte beestjes. Binnen de gewasbescherming kwam ik bij de discipline van biologische ongediertebestrijding, die we definiëren als het benutten van levende organismen voor de vermindering van de populatie van ongedierte dat planten schaadt. Een heel vakgebied binnen gewasbescherming, gericht op het terugdringen van chemicaliën. Trouwens, biologische ongediertebestrijding, de "goede beestjes" waarover we het hebben, leven al duizenden en duizenden jaren op aarde, een lange tijd. Maar pas in de laatste 120 jaar begonnen mensen, kregen mensen de benodigde kennis voor het benutten van dit biologische controlefenomeen of beter natuurlijke controlefenomeen, voor hun eigen behoeften. Want dit biologische controlefenomeen kan je in je eigen achtertuin zien. Pak maar een vergrootglas. Zie je? Dat is een x10 vergrootglas. Tien maal. Maak maar open. Draai wat bladeren om, en je ziet een compleet andere wereld van minuscule insecten, of kleine spinnetjes van 1 mm, anderhalve mm, 2 mm grootte, en je kunt zien welke de goede en de slechte zijn. Dus dit fenomeen van natuurlijke controle bestaat letterlijk overal. Hier, voor het gebouw, ongetwijfeld. Kijk maar eens naar de planten. Dus het is overal, en we moeten het kunnen benutten. Welnu, laten we samen kijken naar een paar voorbeelden. Wat is ongedierte? Welke schade richt het aan bij een plant? En wat is de natuurlijke vijand, de biologisch gestuurde agent, of het goede beestje, waarover we praten? Ik ga het hebben over insecten en spinnen, of eigenlijk mijten. Insecten -- die zespotige organismen en spinnen of mijten, de achtpotige organismen. Laten we daar eens naar kijken. Hier is vreselijk ongedierte, een spintmijt, die webben maakt als een spin. Je ziet de moeder in het midden en twee dochters, links en rechts, en een enkel ei aan de rechterkant. Dan zie je welke schade ze kan aanrichten. Aan je rechterkant zie je een komkommerblad, in het midden een katoenblad, en links een tomatenblad met die kleine stipjes. Die kunnen van groen in wit veranderen vanwege de zuigende, prikkende mond-gedeelten van die spinnetjes. Maar dan komt de natuur, die ons een goede spin geeft. Dit is een roofmijt -- net zo klein als de spintmijt, 1 mm, 2 mm lang, niet meer dan dat, snel rennend, jagend, op de spintmijten jagend. Hier kun je deze dame in actie zien aan de linkerkant -- ze doorboort en zuigt de lichaamssappen van de slechte mijt. Na vijf minuten zie je dit: alleen nog een lijk -- een verfrommeld, uitgezogen, dood lichaam van de spintmijt, en daarnaast, twee verzadigde individuen van roofmijten, een moeder aan de linkerkant, een jonge nymf aan de rechterkant. Trouwens, een maaltijd voor 24 uur is ongeveer 5 individuen van de spintmijten, de slechte... of 15 tot 20 eieren van de slechte mijten. Overigens: ze hebben altijd honger. (Gelach) Er is nog een voorbeeld: de bladluis. Het is momenteel lente in Israël, en de temperatuur stijgt snel. Je kunt die slechteriken, die bladluizen, overal op planten zien, in je hibiscus, in je lantana, in het jonge, frisse groen tijdens de groeispurt in het voorjaar. Trouwens, bladluizen zijn uitsluitend vrouwtjes, zoals Amazones. Vrouwtjes brengen vrouwtjes voort, enzovoort... Geen enkel mannetje. Parthenogenesis zoals dat heet. En ze zijn daar heel gelukkig mee, schijnbaar. Hier zien we de schade. Die bladluizen scheiden een dikke, suikerachtige vloeistof uit genaamd honingdauw, en dit klontert op de bovenste delen van de plant. Hier zie je een typisch komkommerblad dat veranderde van groen in zwart vanwege een zwarte, roetachtige schimmel, die het bedekt. En hier komt de verlossing met deze parasitische wesp. Hier hebben we het niet over een rover. Hier praten we over een parasiet, geen tweebenige parasiet, maar een zesbenige parasiet, natuurlijk. Dit is een parasitische wesp, wederom, 2 mm lang, dun, erg snel en een goede vlieger. En hier kun je deze parasiet in actie zien, als in een acrobatische toer. Ze staat vis-à-vis voor het slachtoffer aan de rechterkant, buigt haar onderlijf en legt een enkel ei, een enkel ei in de lichaamssappen van de bladluis. Trouwens, de bladluis probeert te ontsnappen. Ze trapt en bijt en scheidt verschillende vloeistoffen af, maar zonder resultaat. Het ei van de parasiet wordt geïnjecteerd in de lichaamssappen van de luis. En na een paar dagen, afhankelijk van temperatuur, komt het ei uit, en de larve van de parasiet eet de bladluis van binnenuit op. Puur natuur! Dit is geen fictie, niets hiervan. Nogmaals: in je achtertuin... in je achtertuin! Maar dit is het eindresultaat. Dit is het resultaat: Mummies -- M-U-M-M-I-E Dit is het visuele resultaat van een dode bladluis. Ze omhult in feite een zich ontwikkelende parasiet die er na een paar minuten half uitkomt. De geboorte is bijna compleet. Je kunt dit zien in zekere films, etc. Het duurt slechts enkele minuten. En als dit een wijfje is, zal ze meteen paren met een mannetje, en hup, weer verder, want er is weinig tijd. Dit wijfje leeft slechts 3 à 4 dagen, en ze moet in die tijd zo'n 400 eieren leggen. Dat wil zeggen, 400 slechte bladluizen om haar eieren in te leggen. En dit is natuurlijk niet alles. Er is een grote rijkdom aan natuurlijke vijanden en dit is slechts een voorbeeld. We beginnen weer met het ongedierte: de trips. Trouwens, al die rare namen -- ik heb jullie niet lastiggevallen met de Latijnse namen, enkel de populaire namen. Dit is mooi, slank, zeer schadelijk ongedierte. Als je kijkt, paprika's. Dit is geen exotische sierpaprika, dit is een paprika die niet eetbaar is, omdat ze lijdt aan een virusinfectie overgebracht door die volwassen trips. En hier komt de natuurlijke vijand, de minuscule roofwants, "minuscuul" omdat ze erg klein is. Hier zie je de volwassen wants, zwart, en twee jongen. En nogmaals in actie. Deze volwassen wants doorboort de trips, zuigt ze binnen een paar minuten leeg, en zoekt de volgende prooi, dat gaat maar door. Als we deze roofwantsen, de goede, verspreiden in bijvoorbeeld een paprikaveld, gaan ze naar de bloemen. Kijk, deze bloem zit vol met roofwantsen, de goede, na het verdelgen van de slechte, de trips. Dus dit is een heel positieve situatie. Geen schade aan het nieuwe fruit. Alles is prima in orde op deze manier. Maar nogmaals, de vraag is, hier zag je ze 1 tegen 1 -- het ongedierte, de natuurlijke vijand. Wat we doen is dit: In Noord-Oost Israel, in kibboets Sde Eliyahu, is een kweekstation voor deze natuurlijke vijanden. Met andere woorden, wat we hier doen, we versterken, we versterken de natuurlijke controle, het biologische controlefenomeen. In 30.000 vierkante meter supermoderne kweekkassen, produceren we die roofmijten in massa, die roofwantsen, die parasitische wespen, etc. etc. Veel verschillende delen. Overigens, ze hebben een mooi landschap. Je ziet de Jordaanse bergen aan de ene kant en de Vallei van de Jordaan aan de andere kant. Een goede, milde winter en een mooie, hete zomer, zijn uitstekende condities om deze beestjes massaal te kweken. Trouwens, massaproductie, is niet genetische manipulatie. Er zijn geen GGO's, genetisch gemodificeerde organismen. We nemen ze uit de natuur, en het enige wat we doen, is ze de ideale omstandigheden geven, in de kassen, of in de klimaatkamers, voor hun vruchtbaarheid, multiplicatie en reproductie. En dat is wat we krijgen, in feite. Je ziet ze onder de microscoop. Je ziet in de linkerbovenhoek een enkele roofmijt. En dit zijn een heleboel roofmijten. Kijk naar deze ampul... Zie je hem? Ik heb 1 gram van die roofmijten. Een gram is 80.000 individuen. 80.000 individuen zijn voldoende om 4.000 vierkante meter, van een aardbeienveld tegen spintmijt te beschermen voor een seizoen van bijna een jaar. We kunnen hiervan, geloof me, enkele tientallen kilo's produceren, jaarlijks. Dus dit is wat ik noem: versterking van het fenomeen. En nee, we verstoren de balans niet. Integendeel, omdat we het brengen naar landbouwgronden waar de balans reeds verstoord was door de chemicaliën. Daar komen wij met de natuurlijke vijanden om het tij een beetje te keren en meer natuurlijke balans te brengen naar de landbouwgrond door de chemicaliën te verminderen. Dat is het hele concept. En wat is de impact? In deze tabel kun je zien wat de invloed is van succesvolle biologische bestrijding met goede beestjes. Bijvoorbeeld, in Israël, waar we op meer dan 1.000 hectare -- 10.000 dunams in Israëlische termen -- met biologische bestrijdingsmiddelen paprika verbouwen, is het pesticidegebruik met 75% gereduceerd. En Israëlische aardbeien, nog meer -- 80% reductie van pesticiden, met name die gericht tegen schadelijke mijten bij aardbeien. Dus de impact is heel groot. Daarmee rijst de vraag, vooral bij telers, landbouwers: Waarom biologische bestrijding? Waarom goede beestjes? Overigens is het aantal antwoorden hierop gelijk aan het aantal mensen die je het vraagt. Maar als we, bijvoorbeeld, hierheen gaan, Zuid-Oost Israël, de Aravavallei, boven de Riftvallei, waar het pronkstuk, de parel van de Israëlische landbouw is gelegen, vooral in de kassen, of onder gaasconstructies, als je helemaal naar Eilat rijdt, zie je dit in het midden van de woestijn. Als je inzoomt, zul je dit aanschouwen: grootouders met hun kleinkinderen verspreiden de natuurlijke vijanden, de goede beestjes, in plaats van speciale kleding te dragen en met een gasmasker chemicaliën te verspreiden. Dus veiligheid bij de aanwending, dat is het belangrijkste antwoord van telers op de vraag "waarom biologische controle?". Ten tweede, veel telers zijn doodsbang voor resistentie, dat het ongedierte resistent wordt tegen de chemicaliën, net als bij ons, wanneer bacteriën resistent worden tegen antibiotica. Het is hetzelfde, en het kan zeer snel gaan. Gelukkig is bij biologische bestrijding, de natuurlijke bestrijding, resistentie zeer zeldzaam. Het komt nauwelijks voor. Want dit is evolutie. Dit is de natuurlijke ratio, in tegenstelling tot resistentie, die bij chemicaliën voorkomt. En ten derde, publieke opinie. Publieke opinie -- hoe meer de mensen reductie van chemicaliën eisen, hoe meer telers zich ervan bewust worden dat ze waar mogelijk moeten zorgen voor vervanging van de chemische bestrijding door biologische bestrijding. Hier zie je weer een teler, zeer geïnteresseerd in de insecten, de goede en de slechte. Ze draagt het vergrootglas al op haar hoofd, en loopt veilig door haar oogst. Tot slot wil ik belanden bij mijn visioen, of in feite mijn droom. Want dit is de realiteit. Kijk eens naar de kloof. Als we de totale omzet nemen van de wereldwijde biobestrijdingsindustrie, dan is dat 250 miljoen dollar. Kijk eens naar de globale pesticide-industrie in alle gewassen over de hele wereld. Ik geloof dat het maal 100 is. 25 miljard. Dus er is een enorme kloof te overbruggen. Hoe kunnen we dit doen? Hoe kunnen we deze kloof versmallen in de loop der jaren? Ten eerste moeten we robuuste, goede, betrouwbare biologische oplossingen hebben, meer goede beestjes die we massaal kunnen kweken, of in stand houden in het veld. Ten tweede, het creëeren van een sterke publieke eis tot reductie van chemicaliën in de landbouwgewassen. Ten derde, ook bij telers het bewustzijn kweken van het potentieel van deze industrie. Deze kloof zal smaller worden. Stap voor stap wordt hij smaller. Dus ik denk dat mijn laatste dia is: Alles wat we zeggen, we kunnen het zelfs zingen: geef de natuur een kans. Dus ik zeg het voor alle voorvechters en toepassers van biobestrijding, in Israël en daarbuiten: geef de natuur werkelijk een kans. Dank u. (Applaus)